Gegrepen door de liefde van God en met Zijn genade bedacht, wordt steeds een verkeerd menselijk denken geëlimineerd. De wil van de mens moet zich eerst duidelijk zichtbaar van God afgekeerd hebben, zodat hij in ongenade valt. Pas dan is het mogelijk, dat de onwaarheid bezitneemt van zijn denken.
Maar zolang de wil van de mens enkel het juiste nastreeft, zolang hij God vreest als een rechtvaardige rechter en er steeds naar streeft om naar Zijn welgevallen te leven, zolang is de poort voor de onwaarheid gesloten. Ze vindt geen hart, dat bereid is om op te nemen en met dit inzicht mag alles als de zuiverste waarheid aangenomen worden, wat een mens van boven overgedragen wordt, die duidelijk in de genade van God staat.
God heeft al Zijn kinderen lief en zou hen graag tegen onwaarheid beschermen, maar meestal onttrekken ze zichzelf aan Zijn bescherming door hun bereidwilligheid voor de tegenstander van God. Maar als een kind zich bewust aan de Vader ondergeschikt maakt, zich vertrouwend aan Hem overgeeft, naar Zijn liefde, Zijn genade en de waarheid verlangt, dan laat de Vader dit kind werkelijk niet zonder bescherming. Want dit is de juiste verhouding tussen het kind en de Vader, dat God tot stand gebracht wil hebben tussen Zijn mensenkinderen en Zichzelf.
Dit contact van het kind met Hem is vrij van uiterlijkheden. Het is de levende verbinding, die de mens met God aangaat en een buitengewoon zegenrijke wilsdaad, die veel waardevoller is dan door mensen ingevoerde manieren en gebruiken, die ware godsverering voor moeten spiegelen en toch de mensen erin belemmeren om innig en oprecht met Hem in verbinding te treden. Want de innige verbinding met God vereist een afgesloten zijn van de wereld. Ze vereist een volledig losmaken van al het aardse. De mens moet zich in zijn binnenste keren, vrij en ongehinderd door invloeden van buitenaf en nu heel vurig bidden: “Vader, hier ben ik. Grijp mij met Uw liefde en genade en laat mij zalig worden in U”.
Elke inwerking van buiten, waar de zinnen van de mens nog gevoelig voor zijn, maakt zo’n innige verbinding onmogelijk, want het denken van de mens blijft naar de wereld toegekeerd. Hij ziet en hoort dingen, die bij de wereld horen, maar die het innerlijke wezen van God niet raken, ofschoon ze Hem aanschouwelijk moeten maken. En dit leiden van het denken naar uiterlijkheden maakt de vereniging met God tot een ijdele vorm. De mens gelooft met God verbonden te zijn als hij handelingen bijwoont, die met de diepe innerlijke godsverering niets te maken hebben en hij verliest het verlangen naar een werkelijke vereniging met God en dit is een groot gevaar voor hem.
Amen
VertalerBeing seized by God's love and considered with His grace always eliminates erroneous human thinking. The human being's will must first have recognizably turned away from God so that he falls into disgrace, only then is it possible for untruth to take possession of his thinking. However, as long as a person's will only strives for what is right, as long as he fears God as a righteous judge and always endeavours to live for His pleasure, the gates are closed to untruth; it will not find a heart willing to receive it, and in this realization everything that is conveyed from above to a person who is visibly in God's grace may be accepted as purest truth. God loves all His children and wants to protect them from untruth, yet they mostly withdraw themselves from His protection through their willingness to be God's adversary. However, if a child consciously submits to the father, trustingly surrenders to Him, desires His love, His grace and the truth, the father will truly not leave this child unprotected.... For this is the right relationship of the child to the father, which God wants to be established between His earthly children and Himself. This contact between the child and Him is free of outward appearances, it is the living connection which the human being enters into with God and an extremely beneficial act of will which is far more valuable than customs and traditions introduced by people which are intended to feign true worship of God and yet prevent people from entering into heartfelt and sincere contact with Him. For an intimate connection with God requires seclusion from the world, it requires a complete detachment from everything earthly.... Man must go into his innermost being, free and unhindered by external influences, and now pray very fervently: "Father, here I am.... take hold of me with Your love and grace and let me be blessed in You...." Every external influence, to which the human mind is still receptive, makes such an intimate connection impossible, because the human mind remains turned towards the world. He sees and hears things that belong to the world but which do not touch the innermost essence of God, even though they are supposed to visualize Him. And this focussing of the senses on outward appearances turns the union with God into an empty form. The human being believes himself to be connected to God when he attends actions that have nothing to do with the deep inner worship of God, and he loses the desire for a truly inner union with God, and this is a great danger for him....
Amen
Vertaler