Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Wil - Genade (Tegenwerping Filippenzen 2 : 13)

De geestelijke stilstand zal zich dan voordoen, wanneer de wil van de mens te zwak is om hindernissen te overwinnen. Er kunnen helemaal geen successen worden geboekt. Alles is weliswaar afhankelijk van de genade Gods, maar de mens moet het zijne ervoor doen om nu eenmaal met genade rijk te worden bedacht. Hij moet willen en om kracht vragen, dan zoekt hij de weg omhoog. Er bestaat geen manier die de wil van de mens uitschakelt en dus moet de wil eerst actief worden. Daarvan kan de mens niet worden ontheven.

Zodra nu de genade Gods als eerste wordt bestempeld, zou de mens ervan worden ontheven zijn wil actief te laten worden. En dit is een dwaling die weer verdere dwalingen tot gevolg heeft. Wel heeft de genade en barmhartigheid Gods de mensen vastgepakt, dat ze hun alle mogelijkheden geeft voor een uiteindelijke verlossing. Want het is een onvoorstelbare genade van God dat de mens zijn weg over de aarde mag afleggen om weer bij God te komen.

Maar in het stadium van de vrije wil is alleen de vrije wil beslissend of hem verdere genade wordt toegestuurd of niet, daar anders het aardse leven immers geen proeftijd zou zijn die de mens heeft te doorstaan. God wil de zuivere waarheid naar de aarde sturen. Dus moet Hij daar opheldering geven, waar de mensen dwalen of gedwaald hebben. Hij moet rechtzetten wat tot nu toe verkeerd werd begrepen, want Hij wil de waarheid van de leugen scheiden. Stelt de mens weerstand tegenover het goddelijke streven hem de waarheid te doen toekomen, dan laat hij weliswaar ook zijn wil actief worden, maar op een aan God vijandige manier en nooit kan het in hem duidelijk worden.

God gaf de mens het vermogen te kunnen nadenken en een vrije beslissing te nemen. Dit is weer de genade Gods. De vrije beslissing is nu echter weer van de wil van de mens afhankelijk, dus moet de mens willen dat de genade Gods bij hem werkzaam zal worden. Zijn wil opent het hart, dat het ontvankelijk is voor de genade Gods en zijn wil moet de genade Gods ook benutten. Dit duidelijke inzicht laat de mens pas bewust worden van zijn verantwoording, terwijl de verkeerde opvatting tot nu toe, dat de mens tot niets in staat is zonder de goddelijke genade - dat deze pas de wil van de mens ertoe brengt actief te worden - de drang om werkzaam te zijn in hem doet verlammen. Er zou dan ook niet van een vrije wil van de mens kunnen worden gesproken, wanneer God Zelf deze wil zou beïnvloeden door het overbrengen van Zijn genade.

De hulpmiddelen staan de mens weliswaar onbeperkt ter beschikking, dus wordt het ze gemakkelijk gemaakt de wil werkzaam te laten worden, maar dit laatste moet de mens uit eigen beweging doen. Het eigenlijke doel van het leven is de beslissing in vrije wil voor of tegen God. Bijgevolg zal God nooit op deze beslissing vooruitlopen doordat Hij de wil van de mens bepaalt, want dan zou waarlijk het doel van het aardse leven zijn gemist.

En daarom wordt de mensen steeds weer bericht toegestuurd, opdat ze opletten en zich losmaken van datgene wat dwaling is, wat menselijke voorstelling en menselijke uitleg tot een dwaling liet worden, zonder dat het de bedoeling was bewust dwaling te verspreiden. Maar begrijpelijkerwijs weegt juist deze uitleg zwaar, dat het God Zelf is die de mensen tot willen beweegt, want ze leidt hen in een verkeerd denken. Noch de Godheid wordt juist gezien, noch het verantwoordelijkheidsbesef van de mens gesterkt. Hij vertrouwt tenslotte alleen op de goddelijke genade die de mens vastpakt naar gelang van de goddelijke wil die hem toestroomt in zoverre God de mens genade heeft toebedacht. Maar dan zou hij ook niet ter verantwoording kunnen worden geroepen wanneer hij het doel niet bereikt dat hem werd gesteld bij het begin van zijn belichaming.

Alleen in de vrije wil is de essentie te vinden. Wie echter de vrije wil van de mens bestrijdt, beschouwt zichzelf als een marionettenfiguur die voortdurend door een hogere macht wordt geleid zonder daarbij zelf op een of andere wijze actief te zijn. Gods wijsheid en liefde schakelen een onvrijheid van de wil uit, omdat anders de positieve ontwikkeling van de menselijke ziel onmogelijk zou zijn en er niet de lange gang over de aarde voor nodig zou zijn, wanneer Gods wil de kandidaten voor het rijk Gods zou uitzoeken doordat Hij dezen Zijn genade doet toekomen, die dan zeker de door haar vastgepakte mensen naar het hemelrijk leidt.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Wille - Gnade.... (Einwand Philipper 2 - 13.)

Der geistige Stillstand wird dann eintreten, wenn des Menschen Wille zu schwach ist, Hindernisse zu überwinden. Es können keinerlei Erfolge verzeichnet werden. Es ist zwar alles abhängig von der Gnade Gottes, doch muß der Mensch das seinige dazu tun, um eben mit Gnade reich bedacht zu werden, er muß wollen und um Kraft bitten, dann strebt er zur Höhe. Es gibt keinen Weg, der den Willen des Menschen ausschaltet, und also muß der Wille zuerst tätig werden. Davon kann der Mensch nicht entbunden werden. Sowie nun die Gnade Gottes als Erstes bezeichnet wird, würde der Mensch davon entbunden werden, seinen Willen tätig werden zu lassen. Und es ist dies ein Irrtum, der wieder weitere Irrtümer nach sich zieht. Wohl hat die Gnade und Barmherzigkeit Gottes den Menschen erfaßt, daß sie ihm alle Möglichkeiten zur letzten Erlösung gibt. Denn eine unfaßbare Gnade Gottes ist es, daß der Mensch den Erdenlebenswandel zurücklegen darf, um wieder zu Gott zu gelangen.... Im Stadium des freien Willens aber ist der freie Wille allein entscheidend, ob ihm weitere Gnade zugeht oder nicht, ansonsten ja das Erdenleben keine Probezeit wäre, die der Mensch zu bestehen hat. Gott will die reine Wahrheit zur Erde leiten. Also muß Er Aufklärung geben dort, wo die Menschen irren oder geirrt haben. Er muß richtigstellen, was bisher falsch erfaßt wurde, denn Er will trennen die Wahrheit von der Lüge. Setzet der Mensch dem göttlichen Bemühen, ihn in die Wahrheit zu leiten, Widerstand entgegen, so läßt er zwar auch seinen Willen tätig werden, doch in Gott-gegnerischer Weise, und es kann nie in ihm klarwerden. Gott gab dem Menschen die Fähigkeit, nachdenken und eine freie Entscheidung treffen zu können. Dies wieder ist Gnade Gottes, die freie Entscheidung nun ist jedoch wieder vom Willen des Menschen abhängig, also muß der Mensch wollen, daß die Gnade Gottes an ihm wirksam werde.... Sein Wille öffnet das Herz, daß es empfänglich ist für die Gnade Gottes, und sein Wille muß die Gnade Gottes auch nützen.... Diese klare Erkenntnis läßt den Menschen erst verantwortungsbewußt werden, während die bisherige falsche Auffassung, daß der Mensch nichts vermag ohne die göttliche Gnade.... daß diese erst den Willen des Menschen veranlaßt.... den Drang zur Tätigkeit in ihm erlahmen läßt. Es könnte dann auch nicht von einem freien Willen des Menschen gesprochen werden, wenn Gott Selbst diesen Willen beeinflussen würde durch Vermittlung Seiner Gnade. Die Hilfsmittel stehen zwar dem Menschen unbegrenzt zur Verfügung, also es wird ihm leichtgemacht, den Willen tätig werden zu lassen, doch letzteres muß der Mensch tun aus eigenem Antrieb. Der eigentliche Zweck des Lebens ist die Entscheidung des Menschen im freien Willen für oder gegen Gott.... Folglich wird Gott niemals dieser Entscheidung vorgreifen, indem Er den Willen des Menschen bestimmt, denn es wäre dann wahrlich der Zweck des Erdenlebens verfehlt. Und darum geht den Menschen immer wieder Kunde zu, auf daß sie aufmerken und sich lösen von dem, was Irrtum ist, was menschliche Vorstellung und menschliche Auslegung zu einem Irrtum werden ließ, ohne daß es Absicht war, bewußt Irrtum zu verbreiten. Doch es fällt verständlicherweise gerade diese Auslegung, daß Gott Selbst es ist, Der den Menschen zum Willen bestimmt, schwer ins Gewicht, denn sie führt ihn in falsches Denken. Es wird weder die Gottheit recht erkannt noch das Verantwortungsbewußtsein des Menschen gestärkt.... Er verläßt sich zuletzt nur auf die göttliche Gnade, die den Menschen erfaßt, je nach göttlichem Willen.... die ihm zufließt, sofern Gott dem Menschen Gnade zugedacht hat. Dann aber würde er auch nicht zur Verantwortung gezogen werden können, wenn er nicht das Ziel erreicht, das ihm gestellt wurde zu Beginn seiner Verkörperung. Nur im freien Willen ist der Kern zu finden; wer jedoch den freien Willen des Menschen streitet, der sieht sich an als eine Marionettenfigur, die stets und ständig von einer höheren Macht gelenkt wird, ohne selbst irgendwie dabei tätig zu sein. Gottes Weisheit und Liebe schaltet eine Unfreiheit des Willens aus, weil sonst eine Höherentwicklung der menschlichen Seele unmöglich wäre und es nicht des langen Ganges auf Erden bedürfte, wenn Gottes Wille die Anwärter des Gottesreiches aussuchen möchte, indem Er diesen Seine Gnade zuführt, die dann den von ihr ergriffenen Menschen sicher in das Himmelreich leitet....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde