Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Toestand van moeten – Licht – Invloed op het niet-verloste

Het licht van de geest dringt elke materie binnen. Dat wil zeggen dat het zich in de materie bevindend geestelijke voortdurend beïnvloed wordt door het geestelijke buiten de materie om dat te doen, wat tot de bevrijding moet leiden. Het geestelijke buiten de materie wordt dus door Gods wil geregeerd of, beter gezegd, het is aan Gods wil ondergeschikt gemaakt. Het zal daarom invloed uitoefenen, zoals God het bepaalt.

Dit geestelijke ressorteert dus onder het nog aan het begin van zijn ontwikkeling staand geestelijke in de materie en het voert ten laatste nu uit, wat het rijpe geestelijke wil. Dit is de toestand van moeten, die elk wezen door moet maken, voordat het zijn vrije wil als mens krijgt. Maar tegelijkertijd maakt het rijpe geestelijke het nog onontwikkelde geestelijke bewust van zijn gedwongen toestand in de geketende vorm en spoort het tot werkzaamheid aan, want voor het wezen is dan het duistere verblijf in de vaste vorm een kwelling. En als een lichtwezen deze duisternis doorbreekt en het geestelijke in de vorm een zweempje licht toe laat komen, wordt het verlangen in het wezen gewekt en dan voert het ook bereidwillig uit wat van hem verlangd wordt en het omhulsel wordt iets losser gemaakt. De geest kan nu al aanzienlijk gemakkelijker met het geestelijke buiten in verbinding treden.

Licht is dus tegelijkertijd middel en doel. Het toestromen van licht betekent hongerig worden naar licht. Naar licht verlangen betekent vervulling. Want het verlangende wezen wordt licht gegeven. Daaruit blijkt welke liefde de eeuwige Godheid met haar schepselen verbindt. Dat ze de wil in zich werkzaam kunnen laten worden. Dat wil zeggen dat ze weliswaar in de vorm enkel de goddelijke wil uitvoeren, maar dat het van het grootste voordeel voor het wezen is, wanneer de eigen wil al net zo is als de goddelijke wil, zolang het nog in de toestand van moeten verkeert. Zo’n wezen zal de gang over de aarde veel succesvoller afleggen. Het zal elke vorm na een kort verblijf weer kunnen verlaten, omdat het gewillig uitvoert, wat voor het wezen bevrijding betekent.

Maar op welke manier het rijpe geestelijke het geboeide geestelijke helpt, is moeilijk te verklaren. Dit zijn geestelijke stromingen, die elk scheppingswerk gewaar moet worden en die het sluimerende geestelijke nu moet doen ontwaken.

Alleen het heel weerspannig geestelijke volhardt in zijn tegen God verzettende wil en daarom is diens uiterlijke vorm nog heel hard, omdat zelfs de liefde van de rijpe geestelijke wezens niet in staat is om de koppige geest te breken, omdat het licht in het in verzet tegen God volhardende wezen slechts hoogst zelden schijnt en de koppige geest daarom tot zijn eigen leedwezen niet gemakkelijk gebroken kan worden, want het herkent door zijn eigen gebrek aan licht niet, dat er hulp voor het onrijpe wezenlijke is en het verlangt daarom uit eigen beweging ook niet naar hulp.

Daarom wordt het ook vaak met geweld uit zijn stijfkoppigheid opgeschrikt, opdat het in een staat van voorbijgaande vrijheid nu het voordeel van een vrije toestand heeft leren kennen en dan met des te meer verlangen naar licht streeft, dus de geestelijk rijpe krachten nu toegang hebben en overeenkomstig succesvol het geboeide geestelijke kunnen beïnvloeden, opdat het nu ijverig dat vervult, wat er van hem verlangd wordt en de hardheid van de vorm rondom zich nu aanzienlijk begint te verminderen, nu het vrijkomen uit deze vormen verhoudingsgewijs snel plaatsvindt en de geest uit God ongehinderd toegang heeft tot het in de materie aanwezig geestelijke, dat naar bevrijding smacht.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Lo stato dell’obbligo – La Luce, influenza sullo spirituale non redento

La Luce dello Spirito penetra in ogni materia, cioè lo spirituale che si cela nella materia viene costantemente influenzato dallo spirituale al di fuori della materia di fare ciò che deve condurre alla Redenzione. Lo spirituale al di fuori della materia è quindi dominato dalla Volontà di Dio, oppure, detto meglio, si sottomette alla Volontà divina. Eserciterà perciò l’influenza in modo come Dio lo determina. A questo spirituale spetta così lo sviluppo dello spirituale ancora nella materia che si trova all’inizio del suo sviluppo, e quest’ultimo esegue ora ciò che vuole lo spirituale maturo. Questo è lo stato dell’obbligo, che ogni essere deve passare prima che riceva la sua libera volontà come uomo. Ma contemporaneamente lo spirituale maturo porta alla consapevolezza dello spirituale ancora non sviluppato il suo stato legato nella forma bandita e lo stimola all’attività, perché all’essere è poi un tormento la dimora senza Luce nella forma solida, e quando un essere di Luce irrompe in questa oscurità e fa giungere un bagliore di Luce allo spirituale nella forma, si risveglia nell’essere il desiderio per la Luce, e perciò esegue anche volenteroso ciò che viene preteso da lui e così allenta un poco l’involucro. Ora lo spirito può entrare più facilmente in contatto al di fuori con lo spirituale. La Luce è quindi contemporaneamente mezzo e scopo, far affluire la Luce significa rendere affamato di Luce; desidera la Luce significa adempimento, perché l’essere all’essere che desidera la Luce glie viene anche dato. E’ oltremodo visibile quale Amore unisce l’eterna Divinità con le Sue creature, che possono far diventare attiva la volontà in sé, cioè nella forma eseguono solo la Volontà divina, ma è di grande vantaggio per l’essere, quando la propria volontà è già uguale alla Volontà divina, finché si trova ancora nello stato dell’obbligo. Un tale essere percorrerà con più facilità il corso terreno, potrà di nuovo abbandonare dopo breve tempo ogni forma, dato che esegue volontariamente ciò che significa per l’essere la redenzione. In quale modo però lo spirituale maturo assiste lo spirituale legato, è difficile da spiegare. Queste sono delle correnti spirituali che ogni Opera di Creazione deve sentire e che ora portano al risveglio lo spirituale che sonnecchia. Solo lo spirituale del tutto ribelle sosta nella sua volontà contraria a Dio, e perciò la sua forma esteriore è ancora molto dura, che persino l’amore delle entità spirituali mature non è in grado di spezzare la mentalità rigida, dato che all’essere in resistenza contro Dio la Luce splende solo rarissamente e perciò la mentalità rigida non può essere spezzata facilmente per la propria sofferenza, perché nella sua mancanza di Luce non riconosce che esiste l’Aiuto per l’essenziale immaturo, e perciò non desidera nemmeno questo Aiuto per propria spinta. Perciò sovente viene anche spaventato con forza dal suo senso rigido, affinché in uno stato di libertà temporanea impari ora a conoscere il vantaggio dello stato libero e poi tenda più desideroso alla Luce, quindi le forze spirituali mature abbiano ora l’accesso e possono influenzare rispettivamente con successo lo spirituale legato, affinché ora esegua con fervore ciò che viene preteso da lui, e la durezza della forma comincia ad allentarsi notevolmente, la liberazione da questa forma si svolge relativamente veloce e lo spirito da Dio ha l’accesso senza ostacolo allo spirituale che si cela nella materia e che langue per la liberazione.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich