Hoe halsstarriger de mens in zijn mening volhardt dat de schepping wel een natuurkracht verraadt, maar niet het werkzaam zijn van een buitengewoon volmaakt wezen, des te harder probeert het geestelijke in hem zich van de alles onderhoudende kracht los te maken en de wil om zich te verwijderen, vermindert ook de krachttoevoer, zodat dit geestelijke zich niet bevrijdt.
Het niet willen erkennen van een werkelijke Godheid is een afwijzen van de kracht, die God de mensen zou willen geven. De mens heeft elk saamhorigheidsgevoel met God verloren. Hij heeft ondanks zijn eerdere lange gang over de aarde nog de sterkste weerstand tegen Hem. Hij ontkent Hem, omdat zijn geest Hem niet wil erkennen, wat nu door een totaal verkeerde mening over het scheppingswerk en diens ontstaan tot uitdrukking komt.
Wie zich totaal onafhankelijk waant van de scheppende macht, dat wil zeggen wie zich niet nauw verbonden voelt met deze macht, die is het ook niet, voor zover hij voor zichzelf deze krachttoevoer, die een geestelijke herkenning tot gevolg heeft, kwijtraakt. God te ontkennen, moet een geestelijke achteruitgang tot gevolg hebben, want de mens is verwaand als hij gelooft volledig onafhankelijk zijn aardse leven vorm te kunnen geven.
De tegenstander van God zal zulke mensen steeds steunen, doordat hij deze verkeerde mening nog probeert te versterken en zodoende de mens ertoe zou willen brengen om zich te verzetten tegen de acceptatie, dat een werkelijke Godheid het heelal bestuurt en het lot van de individuele mens bepaalt. Deze mens ervaart zulke gedachten dan als last en bezwaardheid en daarom wijst hij deze af en gelooft zich van de Godheid vrij te kunnen maken, wanneer hij Haar afwijst. En hij bezondigt zich opnieuw tegen God, omdat hij de genade van de belichaming als mens niet benut, dus ook moeilijk de verbinding met God tot stand kan brengen en hij zo zijn aardse leven vergeefs leeft.
Amen
VertalerQuanto mais teimosamente o homem persiste em considerar que a criação certamente revela um poder natural, mas não o funcionamento de uma entidade excessivamente perfeita, tanto mais o espiritual nele procura desprender-se do poder todo-sustentável, e a vontade de se distanciar também reduz o fornecimento de poder para que esse espiritual permaneça sem redimir-se. A relutância em reconhecer uma divindade essencial é uma rejeição da força que Deus quer dar às pessoas. O ser humano perdeu todo o sentido de pertença a Deus, apesar de sua longa caminhada na Terra, ainda se mantém em mais gritante oposição a Ele; nega-o porque seu espírito não quer reconhecê-lo, o que agora se expressa através de uma visão completamente equivocada da obra da criação e de sua origem. Quem acredita ser completamente independente do poder criador, ou seja, quem não se sente intimamente ligado a esse poder, também não o é na medida em que nega a si mesmo o suprimento de força que resulta no reconhecimento espiritual. A negação de Deus deve resultar em declínio espiritual, pois o ser humano exalta a si mesmo se acredita que pode moldar a sua vida terrena de forma completamente independente.... O adversário de Deus sempre apoiará tais pessoas, tentando reforçar essa opinião errônea e, assim, quer determinar o ser humano a rebelar-se contra a suposição de que uma Deidade essencial governa o universo e determina o destino da pessoa individual. Então essa pessoa sente tal pensamento como um fardo e uma opressão, e por isso rejeita-o e acredita que pode libertar-se da Divindade se o rejeitar. E ele peca de novo contra Deus porque não faz uso da graça da encarnação como ser humano, assim ele dificilmente pode estabelecer contato com Deus e assim vive sua vida terrena em vão....
Amém
Vertaler