De rechtvaardige zal zich nooit hoeven te schamen voor zijn handelswijze, ofschoon hij daarvoor niet altijd de erkenning van zijn medemensen krijgt. Want het rechtvaardige grondbeginsel is om voor alles wat hij doet de verantwoordelijkheid tegenover de medemensen en ook tegenover God te kunnen nemen.
God zal zijn handelswijze steeds goedkeuren, maar de medemensen niet, want deze willen alleen maar dat goedkeuren, wat nuttig voor hen is. Uit een rechtvaardige handelswijze is echter niet altijd eigen voordeel te behalen, precies zoals er niet altijd aardse zegen voor de medemensen uit voortvloeit. Maar het rechtvaardige denken is in hoge mate nuttig voor de ziel, want het bewijst de geneigdheid naar de waarheid, alsook de wil tot het goede. Want alleen degene, die het goede wil, zal ook een rechtvaardige instelling de zijne noemen. Zodoende zal elke rechtvaardige handeling Gods zegen tot gevolg hebben. Degene die rechtvaardig denkt, zal Gods welgevallen verkrijgen en wat de onrechtvaardige mens hem soms ontzegt, zal de naasten worden toegekend. Rechtvaardig ten opzichte van de naaste te handelen, betekent steeds voor hem hetzelfde te doen of te geven, wat de mens voor zichzelf verlangt.
De rechtvaardigheid van de mens kan goed door opvoeding eigen gemaakt worden, doordat hij van kinds af aan gedwongen wordt zijn eigen wensen op de achtergrond te zetten en eerst dat te vervullen, wat voor het welzijn van de medemensen bevorderlijk is. Hij moet daar door zijn liefde toe gedrongen worden en het moet hem tegenstaan om naar zulke middelen te grijpen, die duidelijk onrechtvaardig genoemd kunnen worden.
Hij moet altijd naar eer en geweten handelen. Hij mag niet de één of de ander voortrekken, maar hij moet om goddelijke hulp vragen, dan zal het onmogelijk voor hem zijn om iets te doen, wat tegen de rechtvaardigheid ingaat en hij mag daarom de aardse macht niet vrezen. Want Degene Die de mensen zulke geboden geeft, Die zal ook de geest in de mens tot het juiste denken leiden, zodat hij steeds zal weten wat recht en onrecht is en wat overeenstemt met de goddelijke wil. En hij zal de innerlijke stem volgen, die hem werkelijk goed raad geeft.
Amen
VertalerDer Gerechte wird sich seiner Handlungsweise niemals zu schämen brauchen, obgleich er sich nicht immer die Anerkennung seiner Mitmenschen dadurch zuzieht. Denn des Gerechten Grundsatz ist, für alles, was er tut, die Verantwortung übernehmen zu können den Mitmenschen gegenüber und auch Gott gegenüber. Gott wird seine Handlungsweise stets billigen, nicht aber die Mitmenschen, denn diese wollen nur das anerkennen, was ihnen Nutzen einträgt. Nicht immer aber ist eigener Nutzen aus einer gerechten Handlung zu ziehen, genau wie nicht immer dem Mitmenschen irdischer Segen daraus erwächst. Das gerechte Denken aber nützet der Seele in hohem Maße, denn es beweiset den Hang zu Wahrheit, sowie den Willen zum Guten. Denn nur, wer das Gute will, der wird auch einen gerechten Sinn sein eigen nennen. Es wird also jede gerechte Handlung Gottes Segen nach sich ziehen, es wird der Gerecht-Denkende Gottes Wohlgefallen sich erwerben, und es wird dem Nächsten zugebilligt, was ihm mitunter der ungerecht-denkende Mensch verweigert. Gerecht zu handeln am Nächsten heißt immer, ihm das gleiche zu tun oder zu geben, was der Mensch selbst für sich verlangt.... Es kann die Gerechtigkeit dem Menschen gut anerzogen werden, indem er von Kindheit an gezwungen wird, seine eigenen Wünsche hintenanzusetzen und zuerst das zu erfüllen, was zum Wohl des Mitmenschen erforderlich ist. Er muß durch seine Liebe dazu gedrängt werden, und es muß ihm widerstehen, zu solchen Mitteln zu greifen, die offensichtlich unrecht genannt werden können. Er muß immer nach bestem Recht und Gewissen handeln. Er darf nicht den einen oder den anderen vorziehen, sondern muß den göttlichen Beistand erbitten, dann wird es ihm unmöglich sein, etwas zu tun, was wider die Gerechtigkeit geht und er darf daher auch nicht die irdische Gewalt fürchten. Denn Der den Menschen solche Gebote gibt, Der wird auch den Geist im Menschen ins rechte Denken leiten, so daß er stets wissen wird, was recht und unrecht ist und was dem göttlichen Willen entspricht. Und er wird der inneren Stimme folgen, die ihn wahrlich recht beratet....
Amen
Vertaler