Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Zeldzaamheid van het werkzaam zijn van de goddelijke geest in de mens

Hoe zelden de geest van God zich in de mens kan uiten komt hieruit voort, dat maar weinig mensen volledig overeenstemmen in hun opvattingen, voor zover ze God en Zijn schepping, Zijn heerschappij en werkzaam zijn op aarde en in het hiernamaals betreffen. De geest uit God zal de mensen steeds hetzelfde onderwijzen, want God geeft louter de zuiverste waarheid en deelt daar uit, waar er naar verlangd wordt en de voorwaarden vervuld worden, die het werkzaam zijn van de geest uit God in de mens ten gevolge hebben.

Maar omdat zo zelden zo’n werkzaam zijn erkend wordt, wordt er ook geen acht geslagen op de zachte stem in zich en de geest uit God kan zich ook niet uiten, ofschoon de mens door zijn levenswandel waardig is om goddelijke wijsheden te ontvangen. Zijn geest streeft wel naar God, maar hij probeert niet om een directe verbinding met Hem tot stand te brengen. Hij verlangt er niet naar om de goddelijke stem te horen en kan deze daarom ook niet horen. En zelfs waar hij opmerkzaam gemaakt wordt op het duidelijke werkzaam zijn van de goddelijke geest in de mens vat hij dit als een vermetelheid op en schrijft het goddelijke werkzaam zijn toe aan de activiteiten van een aan God vijandelijke macht.

En zodoende is de wil er niet klaar voor en de mens kan niet gedwongen worden. Hij moet in ieder geval zelf de weg banen voor het verkeer met God. Hij moet zich aan God in eigendom geven en zijn wil aan Hem overgeven, dan zal God Zelf hem de gedachten aandragen om zo’n verbinding aan te knopen. Hij zal hem ook via de gedachten onderwijzen, wat hij moet doen om de goddelijke stem in zich te horen klinken. Wanneer de mens zijn wil aan God overgeeft, zal hij alles doen wat God wil. En als God de zuivere waarheid wil verspreiden, zal Hij hem deze zuivere waarheid geven.

Heel weinig mensen nemen de directe weg naar God, maar als ze dit zouden willen doen, zouden ze duidelijk weten wat ze zouden moeten doen tot Zijn welgevallen. En hoezeer het iets is wat volledig vreemd voor hen zou zijn, zouden ze het zonder verbaasd te zijn en zonder aarzelen doen. Maar hoe zelden biedt een mensenkind de hemelse Vader zijn diensten aan en vraagt hij om een taak op aarde en hoe zelden kunnen ze daarom zo’n taak naar zich toe trekken, die de vrije wil van de mens vereist. En omdat God zo zelden om het overdragen van de zuivere waarheid gevraagd wordt, kan Hij het dus ook maar weinig uitdelen. Maar waar dit het geval is, daar is altijd dezelfde waarheid te vinden en daardoor kan het werkzaam zijn van de goddelijke geest overtuigend bewezen worden.

God Zelf tot leermeester te hebben, moet de zuiverste waarheid opleveren en waar deze waarheid niet duidelijk aan de wereld bekendgemaakt wordt, daar wordt ze de mensen, die God liefhebben, Hem dienen en Zijn geboden onderhouden, toegestuurd en door de overeenstemming van de gedachten moet de goddelijke Gever erkend worden. En dit zal tot gevolg hebben dat deze leer succes zal hebben, dat ze verspreid wordt en dat het goddelijke werkzaam zijn voortdurend erkend wordt. Maar het zal ook tot gevolg hebben dat de mensen God niet meer in de verte zoeken, maar Hem in zichzelf zoeken en vinden.

En als de mens het werkzaam zijn van de krachten in het hiernamaals kent en hiermee de verbinding aanknoopt, is het voor de geest uit God mogelijk om zich te uiten en Hij zal het aandachtig luisterende kind alles zo voorleggen, dat deze het gewillig aanneemt en tot in alle eeuwigheid bereid is om God te dienen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Seltenheit des Wirkens des göttlichen Geistes im Menschen....

Wie selten sich der Geist Gottes im Menschen äußern kann, geht daraus hervor, daß nur wenige Menschen völlig übereinstimmen in ihren Ansichten, soweit sie Gott und Seine Schöpfung, Sein Walten und Wirken auf Erden und im Jenseits betreffen. Es wird der Geist aus Gott die Menschen stets das gleiche lehren, denn es gibt Gott nur reinste Wahrheit und teilet sie dort aus, wo sie begehrt wird und die Vorbedingungen erfüllt worden sind, die das Wirken des Gottesgeistes im Menschen zur Folge haben. Doch da so selten ein solches Wirken anerkannt wird, wird auch der feinen Stimme in sich nicht geachtet, und es kann der Geist aus Gott sich auch nicht äußern, wenngleich der Mensch durch seinen Lebenswandel empfangswürdig für göttliche Weisheiten ist. Sein Geist strebt wohl zu Gott, doch er versucht nicht, eine direkte Verbindung mit Ihm herzustellen.... Er begehrt nicht, die göttliche Stimme zu hören, und kann sie daher auch nicht vernehmen. Und selbst wo er aufmerksam gemacht wird auf das offensichtliche Wirken des Geistes im Menschen, faßt er dies als eine Vermessenheit auf und unterlegt dem göttlichen Wirken das Treiben einer Gott-feindlichen Macht. Und also ist der Wille nicht bereit, und gezwungen kann der Mensch nicht werden. Er muß unbedingt selbst den Verkehr mit Gott anbahnen, er muß sich Gott zu eigen geben und Ihm seinen Willen hingeben, dann wird Gott Selbst ihm den Gedanken nahelegen, eine solche Verbindung anzuknüpfen. Er wird ihm auch gedanklich Unterweisungen erteilen, was er tun muß, um in sich die göttliche Stimme ertönen zu hören. Sofern der Mensch Gott seinen Willen hingibt, wird er alles das tun, was Gott will.... Und so Gott die reine Wahrheit verbreiten will, wird Er ihm diese reine Wahrheit vermitteln. Es gehen die wenigsten Menschen den direkten Weg zu Gott, doch so sie dies tun wollten, würden sie klar wissen, was sie tun sollen zu Seinem Wohlgefallen. Und ob es gleich etwas ihnen ganz Fremdes wäre, sie würden es tun ohne Staunen und ohne Zögern. Wie selten aber bietet ein Erdenkind dem himmlischen Vater seine Dienste an und bittet Ihn um eine Aufgabe auf Erden und wie selten können sie daher zu einer solchen Aufgabe herangezogen werden, die den freien Willen des Menschen bedingt. Und weil so selten Gott um das Vermitteln der reinen Wahrheit gebeten wird, kann Er diese auch nur so wenig austeilen. Wo es aber der Fall ist, dort ist immer die gleiche Wahrheit zu finden, und es kann daraus das Wirken des göttlichen Geistes einwandfrei bewiesen werden. Gott Selbst zum Lehrmeister zu haben muß reinste Wahrheit zeitigen, und wo diese Wahrheit nicht offensichtlich der Welt bekanntgegeben wird, dort geht sie gedanklich den Menschen zu, die Gott lieben, Ihm dienen und Seine Gebote halten, und es muß durch die Übereinstimmung der Gedanken der göttliche Geber erkannt werden. Und dies wird zur Folge haben, daß sich bald diese Lehre durchsetzen wird, daß sie verbreitet und göttliches Wirken stets und ständig erkannt wird. Es wird aber auch zur Folge haben, daß die Menschen Gott nicht mehr in weiter Ferne suchen, sondern Ihn in sich suchen und finden. Und so der Mensch das Wirken jenseitiger Kräfte kennt und mit diesen die Verbindung anknüpft, ist es dem Geist aus Gott möglich, sich zu äußern, und er wird dem horchenden Kind alles so unterbreiten, daß dieses es willig annimmt und Gott zu dienen bereit ist bis in alle Ewigkeit....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde