Voor wie de poorten naar de eeuwigheid opengaan, diens aardse bestaan hoeft niet per se beëindigd te zijn, want hij kan ook in dit leven al inzage mogen nemen in het rijk dat buiten het leven op aarde bestaat. Hij kan overal van op de hoogte zijn, zonder te zijn onttrokken aan het aardse bestaan. Want de mens kan nog op aarde een toestand van rijpheid verwerven, die hem een blik in het eeuwige rijk toestaat. Zich met dat rijk buiten de aarde en de bewoners ervan te kunnen verbinden, is er een bewijs van dat de poorten naar de eeuwigheid niet steeds pas met de lichamelijke dood worden doorgegaan, maar dat er voor vele mensenkinderen helemaal geen barrières bestaan die hun het binnengaan in het rijk van de eeuwigheid beletten. Ze leven op de aarde en zijn toch eveneens in die sferen thuis, omdat de goddelijke Geest in hen elke hindernis overwint en overal te allen tijde aanwezig kan zijn. Hij verblijft dus in het rijk van het eeuwige, ook dan, wanneer het lichaam nog op de aarde wordt vastgehouden. Zo’n mensenkind zal ook geen angst hebben voor de dood, de lichamelijke dood die de mensen schrik aanjaagt. Het zal uitgerust zijn met kennis van het eeuwige leven, zodat het alleen maar sterk verlangt naar het ogenblik waarop het elke band met de aarde kan opgeven. De geest zal in zijn ware vaderland zijn intrek nemen. Hij zal nu voortdurend daar zijn, waar hij gedurende zijn bestaan op aarde slechts voor enige tijd kon vertoeven en dus als het ware alleen dan binnen kon komen in die gebieden, wanneer de wil van de mens dit toeliet. Nu echter kan hij voortdurend daar zijn waar zijn vurig verlangen op aarde hem heen liet dwalen. En dus heeft de mens dan de verschrikking van de dood overwonnen, wanneer hij bewust gedurende zijn bestaan op aarde in dit gebied probeerde binnen te dringen, dat de verblijfplaats is van al het geestelijke na het beëindigen van het leven op aarde. Hij is niet bang meer voor het onzekere van het voortleven hierna en hij beschouwt het voortleven ook niet als iets twijfelachtigs. Hij weet zeker en dat betekent dat hij ook het werkzaam zijn van de lichtwezens herkent en zich aan deze lichtwezens overgeeft, juist omdat hij de gevolgen van zijn onwetendheid beseft en zichzelf wil bevrijden uit een onwaardige toestand die zijn lot op aarde is, voordat hij aan zichzelf werkt om de verbinding met het geestelijke in het hiernamaals te kunnen aangaan. De mens wiens geloof hem de goddelijke liefde en barmhartigheid liet inzien en die naar deze liefde en barmhartigheid verlangde, staat er veel beter voor, want ze viel hem al op aarde ten deel.
Het mensenkind mocht schouwen in een gebied dat getuigenis aflegt van de oneindige wijsheid van de Heer. Het mocht zelf geestelijk weten uitdelen op aarde en dus de barrières neerhalen die de mensen op aarde scheiden van deze lichtwezens. Het mocht al op aarde de poorten naar de eeuwigheid doorgaan.
Want het nam iets in ontvangst, wat rechtstreeks werd aangeboden door die wezens, die dit lichtrijk bewonen. En dus verliest de dood alle verschrikkingen voor die mensenkinderen, die alleen God willen dienen en in dienst van God ware overwinnaars van de dood werden.
Amen
VertalerA quien se le abren las puertas de la eternidad, su vida terrenal no necesariamente tiene que terminar, porque en esta vida ya puede conocer el reino que existe fuera de la vida terrenal; puede saber acerca de todo sin ser apartado de la vida terrenal.... Porque el ser humano todavía puede alcanzar un estado de madurez en la Tierra que le permita comprender el reino eterno.
Poder conectarse con ese reino fuera de la Tierra y sus habitantes es una prueba de que las puertas a la eternidad no siempre se traspasan con la muerte física, sino que para algunos hijos de la Tierra no hay barrera alguna que les impidan la entrada al reino de la eternidad. Viven en la Tierra y, sin embargo, también se siente como en casa en esas esferas porque el espíritu divino en ellos supera todos los obstáculos y puede estar presente en todas partes y en cualquier momento.... por eso también reside en el reino del Eterno incluso cuando el cuerpo está todavía retenido en la Tierra.
Un niño terrenal así no se asustará ante la muerte.... la muerte física, que asusta a los humanos. Será dotado del conocimiento de la vida eterna, que sólo anhelará el momento en que pueda abandonar todos los vínculos con la Tierra. El espíritu se trasladará a su verdadera patria, ahora quedará constantemente allí, donde sólo pudo permanecer temporalmente durante su existencia terrenal y, por así decirlo, sólo encontró entrada en aquellas regiones en las que la voluntad humana se lo permitió. Pero ahora podrá estar permanentemente donde su anhelo en la Tierra lo llevó a vagar.
Y así el hombre el hombre superó el horror de la muerte cuando, durante su estancia terrenal, intentó conscientemente penetrar en esta zona que es la morada de todas las cosas espirituales después del fin de la vida terrenal. Ya no le asusta la incertidumbre del más allá, ni ve el más allá como algo dudoso, está en el conocimiento, y eso significa que también reconoce el obrar de los seres de luz y se entrega a estos seres de luz, precisamente porque reconoce las consecuencias de la ignorancia y que el mismo quiere liberarse de un estado indigno, que es su estado en la Tierra, antes de trabajar sobre sí mismo para poder entrar en conexión con lo espiritual en el más allá.
Mucho mejor está el ser humano cuya fe le permitió reconocer el amor y la misericordia divinos y que anhelaba este amor y esa misericordia, porque ya le fueron dados en la Tierra.... Al niño terrenal se le permitió mirar un área, que da testimonio de la infinita sabiduría del Señor, se le permitió distribuir conocimientos espirituales en la Tierra y así romper las barreras que separan el hombre terrenal de aquellos seres de luz.... ya se le permitió en tiempos terrenales entrar por las puertas a la eternidad.... Porque acepto algo que le fue ofrecido directamente por aquellos seres que habitan este reino de luz, y así la muerte pierde todo horror para aquellos hijos de la Tierra que sólo quieren servir a Dios y que se convirtieron en verdaderos vencedores de la muerte al servir a Dios....
amén
Vertaler