Het is zonder enige waarde om voor de verspreiding van een leer, die niet meer overeenkomt met haar oorspronkelijke staat, zorg te dragen. En daarom zal juist aan die mensen, die op aarde onderrichtend optreden, opheldering gegeven moeten worden, want zij zetten zich voor een lering in, die niet meer dat is, wat ze in het oerbegin was.
Er is wel een zekere voorzichtigheid geboden, opdat niet iedereen die onderwijst, zich voelt als iemand die zich vergist, want het kan zijn dat degene, die zelf overeenkomstig de wil van God leeft, eveneens de waarheid van de onwaarheid kan onderscheiden en hij kan overeenkomstig hiermee goed onderwijzen, ofschoon hij deel uitmaakt van een gemeenschap, wiens leer al van de zuivere leer van Christus afwijkt.
Zijn wil om God te dienen, beschermt hem voor verkeerde leringen, want hij staat in de genade en de wijsheid van God wordt hem medegedeeld, voor zover hij namens God spreekt. Zijn woorden zullen steeds door de Heer gezegend worden. Ze zullen ook een diepe indruk achterlaten bij degenen die horen, terwijl de niet door God gewilde leringen alleen daar instemming vinden, waar de wil van de mens naar de waarheid niet aanzienlijk is. Daar kunnen wel ook kostelijke gaven geboden worden, zonder door de mensen herkend te worden, als dat, wat ze zijn.
Maar de onderrichtende krachten moet de zuivere waarheid toegestuurd worden, want het is hun taak om veel mensen te onderwijzen en daarvoor is het nodig, dat ze goed in staat zijn om de waarheid van de onwaarheid te kunnen onderscheiden. En toch kan hun alleen op deze manier hier opheldering over gegeven worden. En ze zullen ook dan nog afwijzen, als ze geen zoekende en sterk waarheidlievende dienaren van God zijn. Deze hebben zichzelf aangeboden om Gods woord onder de mensen te prediken. Daarom moet God Zijn woord tegen elke misvorming beschermen.
En Hij zal dit doen, als de toehoorder Hem oprecht vraagt om in de waarheid te staan en dus gelovig het woord van God in ontvangst neemt. God zal hem de waarheid en kostbare kennis geven. Want het is Zijn wil om de mensen de waarheid binnen te leiden en daarom moet Hij zowel de onderwijzers als ook de toehoorders zorgzaam behoeden voor dwaling. En daarom wordt Zijn woord onophoudelijke degenen, die de wil hebben om verkondigers van de waarheid uit God te zijn, toegestuurd. Aan hen openbaart de Heer Zichzelf zo, dat ze de waarheid herkennen en zich daar nu voor inzetten. Zodat ze degenen die dwalen, onderwijzen en derhalve de goddelijke leer zuiver en onvervalst verspreiden.
Amen
VertalerIl est sans quelque valeur de se préoccuper pour la diffusion d'une Doctrine qui ne correspond plus à son état originel. Et vraiment pour cela il doit être donné l'Éclaircissement aux hommes qui œuvrent sur la Terre en tant qu’enseignants, parce que ceux-ci s'emploient pour un Enseignement qui n'est plus ce qu’il était à l’origine. Il leur est certes recommandé une certaine prudence pour que chaque enseignant ne se sente pas entrainé dans l'erreur, parce que celui qui vit selon la Volonté de Dieu, celui-ci peut discerner aussi la Vérité de la non-vérité, et par rapport à cela il peut bien enseigner, bien qu’il appartienne à une communauté dont la doctrine dévie déjà de la pure Doctrine du Christ. Sa volonté de servir Dieu en toute humilité, le protège des enseignements erronés parce qu'il est dans la Grâce, et la Sagesse de Dieu lui est communiquée pour autant que celui-ci parle pour Dieu. Ses mots seront toujours bénis par le Seigneur, ils laisseront même une profonde impression auprès des auditeurs, alors que les enseignements voulus par Dieu ne trouvent pas la moindre résonance là où la volonté pour la Vérité n'est pas forte. Là le Cadeau délicieux peut être offert sans être reconnu des hommes pour ce qu’il est. Mais aux forces enseignantes il doit arriver la pure Vérité, parce qu'il leur revient d'instruire beaucoup d'hommes, et pour cela il est nécessaire qu'ils soient en mesure de distinguer la Vérité de la non-vérité. Et à eux il peut de toute façon être donné l'Éclaircissement seulement de cette façon, mais ils la refuseront s'ils ne sont pas des domestiques de Dieu qui cherchent et qui sont sérieusement amants de la Vérité. Ceux-ci se sont offert tout seul de prêcher le Parole de Dieu aux hommes, donc Dieu doit protéger Sa Parole de n'importe quelle déformation. Et Il le fera lorsque l'auditeur le prie sincèrement pour recevoir la Vérité, et donc celui-ci accepte croyant la Parole de Dieu. Alors Dieu lui donnera la Vérité et un riche savoir, parce que c’est Sa Volonté de guider les hommes dans la Vérité, et donc Il doit garder providentiellement de l'erreur l'enseignant comme aussi l'auditeur, et donc Sa Parole arrive continuellement à ceux qui ont la volonté d'être des annonceurs de la Vérité de Dieu. À eux se révèle le Seigneur Lui-Même de manière qu’ils reconnaissent la Vérité et dès lors s’emploient pour instruire les âmes errantes, et répandre la Doctrine divine pure et non falsifiée.
Amen
Vertaler