De mensen moeten opgevoed worden tot het juiste denken en alleen dat al is een taak, die bereidwillige wezens vereist, zowel op aarde, als ook in het hiernamaals. Wanneer de mensheid volledig verkeerde idealen najaagt, wanneer ze juist het tegendeel nastreeft, van wat het eigenlijke doel van het leven op aarde is, dan denkt ze dus verkeerd en het is nu dus de taak van degenen, die juist denken, hen te onderwijzen en hun opheldering te geven. Meestal wordt echter elke hulp afgewezen en daarom is juist een omvorming van het denken uiterst moeilijk te bereiken. Voor de mensen moet elke bewering bewezen worden en ze zullen zich niet eerder laten overtuigen, dan tot dit bewijs hun geleverd is.
Maar nu is het geestelijke nooit te bewijzen. Aan de andere kant moet de mens, om juist te denken, een beroep doen op geestelijke hulp, dus geloven in het geestelijke werkzaam zijn. Pas dan kan het werkzaam zijn zich zo openbaren, dat het denken van de mens geordend is, dus dat het juist is. Om mensen te leren juist te denken, moet hen er opheldering over gegeven worden, dat geestelijke wezens de mensen onder hun hoede hebben, dat ze invloed hebben op alle aardse gebeurtenissen in het leven van het individu en dat ze voortdurend bereid zijn om de mensen in liefde te helpen, hun raad te geven, hun kracht te geven en op hun gang over de aarde te begeleiden.
Pas wanneer de mens zich met zulke gedachten vertrouwd gemaakt heeft, probeert hij, als hij hulpbehoevend is, een beroep te doen op de hem omgevende wezens en geeft hij zich aan hun leiding over. En dan kunnen deze wezens ongehinderd op het denken van de mens inwerken. En zijn denken moet nu juist zijn. Ook nu kan hem het geestelijk werkzaam zijn niet bewezen worden, maar hij voelt het zelf en heeft een bewijs niet meer nodig, want als hij juist denkt, is het voor hem gemakkelijk om te geloven.
Maar juist de mensen deze overtuiging aan het verstand te brengen, is buitengewoon moeilijk in een tijd, die al het geestelijke ontkent en bestrijdt. De mensheid leeft in een geheel andere wereld. In een wereld, die in schril contrast staat met de geestelijke wereld. Om nu uit deze wereld de sprong in het geestelijke rijk te wagen, moet de mens eerst grote schokken van de ziel doormaken, ofwel, hij moet zo door de liefde doordrongen zijn, dat het geestelijke rijk vanzelf zijn vaderland wordt, waar hij naar streeft. Maar zonder aardse nood en zonder liefde erkent de mens niets bovennatuurlijks. Zijn gedachten zullen steeds afgehouden worden van dat, wat juist is voor God en het is moeilijk om deze gedachten naar het inzicht te leiden.
Om juist te denken, is het geloof noodzakelijk. Het geloof in God en in het geestelijke werkzaam zijn. Maar als dit geloof niet aanwezig is, dan kan de mens nooit een gedachtenrichting inslaan, die naar het juiste inzicht leidt. Hij zal steeds verkeerde wegen nemen. Hij zal tasten en zoeken en voortdurend verdwalen. Pas wanneer de mens bidt, als hij zelf zijn onvermogen beseft, zal het licht rondom hem worden, want dan vraagt hij om de kracht, die hij voorheen niet wilde erkennen. En nu zal zijn denken helder zijn. Hij zal plotseling weten, dat zonder geestelijke kracht een juist denken onmogelijk is. Hij zal beseffen, dat geordende gedachten een geschenk van de goddelijke liefde zijn, die alleen degene, die bewust naar deze goddelijke liefde verlangt, kan ontvangen. Die dus de kracht uit God erkent en er een beroep op doet.
Amen
VertalerAs pessoas devem ser educadas para pensar corretamente e só isso é uma tarefa que requer seres dispostos a ajudar tanto na Terra quanto no além. Se a humanidade persegue ideais completamente errados, se se esforça exatamente pelo oposto do que é o verdadeiro propósito da vida terrena, ela pensa, portanto, erradamente, e agora é tarefa daqueles que pensam corretamente instruí-los e dar-lhes (sua = ed.) esclarecimento. No entanto, toda ajuda é geralmente rejeitada e, portanto, uma transformação do pensamento é extremamente difícil de alcançar. Toda afirmação tem que ser provada às pessoas com provas, e elas não se deixarão convencer até que essas provas sejam dadas a elas. Mas o espiritual nunca pode ser provado, e para pensar corretamente o ser humano deve fazer uso da ajuda espiritual, ou seja, ele deve acreditar na atividade espiritual. Só então este trabalho pode aparecer de tal forma que o pensamento do homem seja ordenado, para que esteja certo. Portanto, para educar as pessoas a pensar corretamente, elas devem ser informadas de que os seres espirituais cuidam das pessoas, que têm influência sobre todos os acontecimentos terrenos na vida do indivíduo e que estão sempre e constantemente dispostas a ajudar amorosamente o ser humano, a aconselhá-lo, a dar-lhe força e a guiá-lo no seu caminho terreno. Só quando o ser humano se tiver familiarizado com tais pensamentos é que, se precisar de ajuda, tentará fazer uso desses seres que o rodeiam e se deixará guiar por eles. E então estes seres podem ter um efeito sem impedimentos no pensamento das pessoas. E o pensamento deles deve agora estar certo.... Mesmo agora o trabalho espiritual não pode ser provado para ele, mas ele próprio o sente e não precisa mais de provas, pois se ele pensa corretamente é fácil para ele acreditar.... Mas é precisamente esta convicção que é extremamente difícil ensinar as pessoas numa época que nega e luta contra tudo o que é espiritual. A humanidade vive num mundo completamente diferente, num mundo que é o oposto do mundo espiritual..... Para ousar dar o salto deste mundo para o reino espiritual, o ser humano primeiro tem de passar por grandes convulsões espirituais, ou então tem de estar tão permeado de amor que o reino espiritual se torne a sua própria casa, para a qual ele se esforça. Mas sem dificuldades terrenas e sem amor o ser humano não reconhece nada de supersensível, os seus pensamentos desviar-se-ão sempre para longe do que é justo diante de Deus, e é difícil dirigi-los para o reconhecimento. A fé é necessária para pensar correctamente.... A fé em Deus e na actividade espiritual.... Mas se essa fé não está presente, então o ser humano nunca será capaz de seguir uma linha de pensamento que leva ao conhecimento correto. Ele seguirá sempre o caminho errado, apalpará e procurará e, no entanto, errará constantemente. Só quando o ser humano reza, quando ele próprio reconhece a sua incapacidade, é que se tornará iluminado, pois então pedirá a força que anteriormente se recusou a reconhecer..... E agora o seu pensamento será claro, ele saberá de repente que sem força espiritual o pensamento correto é impossível. Ele vai perceber que pensamentos ordenados são um dom do amor divino que só pode ser recebido por alguém que conscientemente deseja o amor divino...., que por isso reconhece e faz uso da força de Deus....
Amém
Vertaler