Elke gedachte, die het goddelijke Wezen betreft, zal naar de hoogte leiden. De menselijke geest houdt zich niet willekeurig met God bezig, maar dan is de wil om opwaarts te streven, werkzaam geworden. De wil moet eerst ingezet worden, de gedachten moeten gericht worden op de alles beheersende macht van een Wezen, dat voor de mens nog onbegrijpelijk is. Dus de wil moet actief worden om dit onbegrijpelijke te begrijpen en daartoe moet hij zijn geest naar gebieden sturen, waar hij opheldering krijgt over vragen, die hem bezighouden.
Maar het verlangen ernaar zal verschillend van sterkte zijn en dit is er de verklaring voor, waarom ook het binnen willen dringen in de diepste waarheid de meest verschillende resultaten oplevert. Waarom dus de resultaten van degenen, die God willen herkennen, niet steeds dezelfde zijn. Voor menig mens is het voldoende om te weten, dat er een eeuwige Godheid bestaat, terwijl anderen deze Godheid proberen te doorgronden en geen vuriger verlangen hebben, dan de meest volledige opheldering over dit vraagstuk te ontvangen. Hun zal ook opheldering gegeven worden, want elke verlangende gedachte wordt door de lichtwezens, die kennis hebben en de mensen dus mogen onderwijzen door hun kennis via de gedachten over te brengen, vervuld.
Dus hoe meer de mens de waarheid zoekt, des te uitvoeriger wordt ze hem geboden, maar de hemelse Vader laat Zijn naar licht verlangende mensenkind nooit zonder opheldering. Om de eeuwige Godheid in haar hoogste volmaaktheid te herkennen, hoort wel de staat van de grootste rijpheid, die het wezen op aarde niet bereikt. Echter wordt de naar licht verlangende mens iets dergelijks gegeven, opdat zijn geestelijke toestand rijper wordt en het dus voor hem mogelijk is om begrip te vinden voor al het goddelijke werkzaam zijn.
En zo wordt hij dus langzaam binnengeleid in de kennis over God. Het werkzaam zijn en heersen van de eeuwige Godheid wordt hem onder ogen gebracht en deze kennis daarvan wekt de liefde voor dit goddelijk Wezen in hem op. Maar liefde is kracht en dus wordt hem nu de kracht toegestuurd om steeds diepere vraagstukken over de eeuwige Godheid op te kunnen lossen. Er wordt hem tot op zekere hoogte de bekwaamheid gegeven om dat te herkennen, wat de oorsprong van al het leven is.
“Zoekt, en gij zult vinden”. God Zelf doet ons de belofte, dat elk zoeken naar de waarheid succes zal hebben. “Klopt, en er zal voor u worden opengedaan”. Wij moeten naar de waarheid verlangen om deze in ontvangst te kunnen nemen, want God opent Zijn oor voor elke stem, die uit de diepte tot hem omhoog dringt en Hij geeft de mens, waar hij in geestelijk opzicht om vraagt. God wil, dat de gedachten van de mensen Hem gelden. Hij wil, dat het licht wordt in de duisternis van hun geest. Dus Hij wil de mensen zo leiden, dat zij nader tot het licht komen. Hij heeft de mensen de bekwaamheid gegeven om na te denken over de meest verschillende vraagstukken. Hij zal dus geen vragen, die Zijn goddelijk wezen betreffen, onbeantwoord laten.
Want licht en waarheid is het, waar het het aardse wezen aan ontbreekt. Maar God, als de eeuwige Waarheid, zou overal licht willen verspreiden en Hij wil enkel het verlangen naar juist dit licht opgewekt zien in de mens. Dan stroomt het hem in alle overvloed toe. Hijzelf spreekt tot het mensenkind, dat naar de waarheid verlangt en brengt opheldering. Hij geeft Zichzelf te kennen. Hij helpt het zwakke aardse wezen, door te proberen om alles begrijpelijk voor hem te verklaren, zodat zijn geest dus geopend wordt voor het in ontvangst nemen van de diepste goddelijke waarheid.
Hij geeft de mensen de kracht om de goddelijke wijsheid te begrijpen. Hij vergroot daardoor het verlangen en de mens wordt binnen gevoerd in de kennis van het goddelijk Wezen, voor zover het voor de tijd op aarde bevorderlijk is, want God wil, dat de mensen Hem erkennen. Hij wil, dat ze proberen Hem te bestuderen. Hij wil, dat de mensen naar de zuivere waarheid verlangen en vervolgens geeft Hij hun alle wijsheid.
Amen
VertalerTodo pensamento que se aplica ao ser de Deus conduzirá para cima. Nada é arbitrário quando o espírito humano se preocupa com Deus, mas então a vontade se tornou ativa para lutar para cima. A vontade tem de ser usada primeiro, os pensamentos têm de ser dirigidos para o poder dominador de um Ser que ainda é incompreensível para o ser humano. Por isso a vontade deve ser estimulada a captar esse Ser incompreensível, e para isso deve enviar seu espírito para regiões onde receberá esclarecimento sobre as questões que o ocupam. Mas o desejo por isso vai variar em força, e esta é a explicação porque até o desejo de penetrar na verdade mais profunda produz os mais variados resultados.... e porque os resultados daqueles que querem conhecer a Deus não são, portanto, sempre os mesmos. Muitas pessoas se contentam em saber que existe uma Deidade eterna, enquanto outras procuram sondá-la e nada mais desejam do que receber a mais completa visão deste problema. Estes também receberão esclarecimento, pois cada pensamento de desejo será cumprido pelos seres de luz que estão no conhecimento e assim poderão instruir o ser humano através de transmissões mentais do seu conhecimento. Portanto, quanto mais o ser humano busca a verdade, mais detalhada ela lhe será oferecida, mas o Pai celestial jamais deixará o Seu filho terreno, que anseia por luz, sem esclarecimento. A fim de reconhecer a Deidade eterna na sua mais alta perfeição, o estado de maior maturidade, que o ser na Terra não alcança, é de fato necessário, mas tal é dado ao ser humano que deseja a luz, para que o seu estado espiritual se torne mais maduro e, portanto, é possível para ele encontrar compreensão para toda a atividade divina. E assim ele é lentamente introduzido ao conhecimento de Deus.... o trabalho e a atividade da Deidade eterna é trazido à sua atenção, e esse conhecimento desperta seu amor por esse Deus-ser.... O amor, porém, é força.... e, assim, ele agora recebe a força para ser capaz de resolver problemas cada vez mais profundos sobre a Deidade eterna. Em certo sentido, é-lhe dada a capacidade de reconhecer aquilo que é a origem de toda a vida.... "Procurai e encontrareis...." O próprio Deus nos dá a promessa de que todos os que buscam a verdade serão bem sucedidos.... "Devemos desejar a verdade para poder recebê-la, pois Deus abre o seu ouvido a toda voz que se estende das profundezas para Ele e dá ao ser humano o que ele deseja numa relação espiritual. Deus quer que os pensamentos das pessoas se apliquem a Ele, Ele quer que elas sejam iluminadas nas trevas do espírito; assim Ele também guiará as pessoas de tal maneira que elas se aproximem dessa luz. Ele tem dado às pessoas a capacidade de pensar sobre os mais diversos problemas, assim Ele não deixará nenhuma pergunta sem resposta que se aplica à sua natureza divina. Pois é luz e verdade que falta aos seres terrenos, mas Deus, como verdade eterna, quer espalhar luz por toda a parte, e Ele só quer ver o desejo despertado nas pessoas precisamente por essa luz. Então fluirá para ele em abundância.... Ele mesmo fala à criança terrena que deseja a verdade e a ilumina, Ele se revela, Ele ajuda o ser terreno fraco tentando explicar-lhe tudo de maneira compreensível e assim abre o seu espírito para receber a verdade divina mais profunda. Ele dá ao ser humano a força para agarrar a sabedoria divina, assim Ele aumenta o desejo, e o ser humano é introduzido ao conhecimento do Ser divino até onde ele é benéfico para o tempo na Terra, pois Deus quer que as pessoas O reconheçam, Ele quer que elas procurem investigá-lo, Ele quer que as pessoas desejem a verdade pura, então Ele lhes transmite toda a sabedoria....
Amém
Vertaler