Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Oorspronkelijke verhouding – Gelukstoestand in het hiernamaals

In de ziel van degene, die zich met de eeuwige Godheid verbindt, wortelt ook het diepe verlangen om één met Hem te zijn. En dus wordt de scheiding tussen het mensenkind en de Vader in de hemel overwonnen. De kloof, die beiden van elkaar scheidt, wordt kleiner om tenslotte vanwege het zekere gevoel van de vereniging te verdwijnen en dus is de oorspronkelijke verhouding weer tot stand gebracht. En een onbeschrijflijk aangename toestand is voortaan het lot van het geestelijke wezen. Een eindeloos gelukkig makende harmonie, die noch qua tijd, noch ruimtelijk begrensd is. Dus een blijvende toestand, die alles in de oneindigheid omvat. Er is wel een lange tijd voor nodig, maar als deze toestand eenmaal bereikt is, was alles wat voorbijgegaan is slechts een vluchtig moment in de eeuwigheid. En de gelukzaligheden van de eeuwigheid wegen duizendvoudig op tegen al het leed tijdens de onvrije toestand.

Hoe minder de mens erop bedacht is om zichzelf een overvloedig, een hem in elk opzicht tevredenstellend aards leven te bezorgen, des te gemakkelijker zal de pelgrimstocht door het aardse dal voor hem lijken. En zo zal hem bij het verlaten van het aardse leven, als hij dit leven in liefde arbeidend doorgebracht heeft, niets meer aan de tijd op aarde herinneren. En hij zal slechts vol medelijden naar de vele dwalende zielen kijken, bij wie het tijdsbesef volledig ontbreekt en die dus in het hiernamaals eindeloze tijden kunnen smachten, totdat voor hen het moment van verlossing gekomen is.

De tijd in het hiernamaals kan in de meest kwellende zelfverwijten voorbijgaan, maar ze kan voor het wezen ook als een enkel moment lijken. En steeds is het de goddelijke beschikking, als het wezen uit de onbewuste toestand naar een betere, meer heldere, zichzelf en de omgeving herkennende geestelijke toestand over mag gaan. Maar het wezen moet zelf werkzaam zijn, opdat het uur van de bevrijding hem de ware vrijheid schenkt.

En zo bedenkt de Vader in de hemel Zijn kinderen op een voor hen bevorderlijke manier. De geestelijke wezens, die de wereld bekendmakingen mogen doen toekomen, moeten zich aan de periode van het bestaan op aarde aanpassen. Ze moeten zichzelf instellen op de aardse wetten en ze moeten dientengevolge ook rekening houden met de menselijke ziel, die in de huidige geestelijke toestand nog maar een nauw begrensd bevattingsvermogen heeft en dus eerst uitvoerig onderwezen moet worden. Een onvolmaakte ziel in het hiernamaals weet vaak het onderscheid tussen het verleden, het heden en de toekomst niet. Maar het voorrecht van degenen, die volmaakt zijn, is dat ze geen tijdsbesef meer hebben. (Onderbreking)

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Le rapport primordial - l'état de bonheur dans l'au-delà

Dans l’âme de celui qui s'unit avec l'éternelle Divinité un profond désir de revenir avec Elle prend racine, et donc on ne peut plus parler de séparation entre le fils terrestre et le Père dans le Ciel, le gouffre qui les séparait diminue, pour disparaître finalement et être remplacé par un vrai sentiment d'unification et ainsi de nouveau est rétabli le rapport primordial, et maintenant le sort de l'être spirituel est un état indescriptiblement beau, une infinie harmonie de bonheur qui n’est limité ni dans le temps ni dans l'espace, donc un état durable, qui embrasse tout dans l'Infinité. Cela demande certes un temps infiniment long, mais lorsque cet état sera un jour atteint, tout le passé sera seulement un instant fuyant dans l'Éternité, et les délices de l'Éternité compenseront mille fois toutes les souffrances de l'état non racheté. Moins l'homme est intéressé à se procurer une vie terrestre exubérante qui le satisferait à tout point de vue, plus facile lui semblera le bizarre cheminement à travers la vallée terrestre, et lorsqu’il laissera la vie terrestre, s’il l'a vécue en agissant dans l'amour, il ne se rappellera plus rien du temps sur la Terre, et regardera seulement plein de compassion vers les nombreuses âmes errantes, auxquelles il manque totalement le concept de temps et qui, par conséquent, peuvent languir dans l'au-delà pendant un temps infini avant que soit venu pour eux l'instant de la libération. Le temps dans l'au-delà peut se passer dans d’atroces remords, mais il peut sembler à l'être comme un unique instant, et c’est toujours du ressort de la Disposition divine que l'être puisse passer d'un état d'inconscience dans un état spirituel meilleur, plus clair, en se reconnaissant lui-même ainsi que le monde environnant. Mais l'être doit être actif pour que l'heure de la libération lui apporte la juste liberté. Et ainsi le Père dans le Ciel gratifie Ses fils de la manière qui leur est la mieux adaptée. Les êtres spirituels qui sont chargés de porter la nouvelle au monde, doivent s'insérer dans l'empan de temps de l'existence terrestre, eux-mêmes doivent s’adapter aux lois terrestres et par conséquent tenir compte de l'âme humaine, qui dans l'état spirituel actuel a encore une opinion étroitement limitée et donc doit d'abord être instruite de la manière la plus précise. Une âme imparfaite dans l'au-delà ne sait souvent pas discerner le passé, le présent et le futur, mais elle a le privilège que pour elle il n’existe plus aucun concept que temps.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet