Vergeet niet, dat u een schepsel van God bent en dat u als zodanig het recht hebt om het vaderlijke erfdeel, dat het eeuwige rijk is, dat de Vader voor u klaar gemaakt heeft, te aanvaarden. Maar als u aanspraak wil maken op het recht van een kind, moet u ook bewijzen Zijn kind te zijn en er ook van getuigen, dat u volmaakt bent, zoals de Vader in de hemel volmaakt is.
Maar een ontaard kind zal niet op dezelfde manier aan de Vader denken, want het kind geeft niet toe, dat het aan God toebehoort, maar het heeft zichzelf aan een andere macht uitgeleverd. Hij is bewust een volgeling geworden van degene, die leugen en bedrog, valsheid en gemene streken in de wereld gebracht heeft. En dus zal zijn erfdeel eens eeuwige duisternis en verderf zijn.
Maar het lot van degene, die bewijst het kindschap van God waardig te zijn, zal eens heerlijk zijn, want de Vader in de hemel belooft eeuwige gelukzaligheid. Hij haalt hem naar huis in het Vaderhuis en verleent hem onbeperkt onvermoede gelukzaligheden. Hij laat hem deelnemen aan Zijn scheppen en werkzaam zijn. En deze heerlijkheden zijn voor alle schepselen klaar gemaakt. En Hij heeft medelijden met Zijn kinderen, als ze deze gelukzaligheid verspelen, als deze voor eeuwig voor hen verloren gaan. En daarom probeert Hij de tegenstander elke ziel te ontworstelen, maar deze ziel herkent de eindeloze liefde van de Vader niet. En zo verspeelt ze het kindschap van God.
Maar alles, wat door Zijn liefde voortgebracht is, gaat dezelfde weg. Het wezen staat hetzelfde doel voor ogen, hem staat dezelfde kracht ter beschikking en de goddelijke wil leidt elk schepsel en wijst het de juiste weg. Maar waar de wil van de mens sterker is, respectievelijk zich tegen het goddelijke verzet, daar worden de wezens op aarde niet meer de liefde van de Vader gewaar en de scheiding wordt steeds duidelijker.
De God van de liefde ziet de liefde van het mensenkind steeds meer bekoelen en dus verwijdert het wezen zich van God, in plaats van Hem te naderen. Het sluit de ogen en oren af voor de influisteringen van de wezens, die hem willen helpen en zo ziet het er betreffende het kindschap van God bij zo’n wezen zelfs heel gebrekkig uit. Alle heerlijkheden van de wereld in het hiernamaals kunnen hem getoond worden, maar hij slaat hier geen acht op en hij wijst op een besliste manier een voortleven van de ziel na de dood af. Want het herkent zijn oorsprong niet. Het herkent zichzelf niet als een schepsel van God en zal dus nooit en te nimmer bewust het kindschap van God nastreven, als niet een buitengewoon bewijs van het goddelijk werkzaam zijn hem zijn dwaling laat beseffen.
En ter wille van hem, laat de Heer de wereld schudden. Ter wille van hem klinkt Zijn machtige roep door de hele wereld. En Hij wil hierdoor de macht van de tegenstander opnieuw breken, doordat Hij de mensen een wapen in handen speelt, waarmee de tegenstander op de vlucht gejaagd moet worden. Alleen moet de wil in de volste vrijheid beslissen of de mens zich als schepsel van God erkent en dus de weg naar Hem nemen wil, of dat hij volhardt in zijn zwakheid van de geest en het streven naar het kindschap van God volledig buiten beschouwing wil laten. Maar hem werd het verstand gegeven om het juiste inzicht te hebben en God geeft de mensen altijd de middelen, die het inzicht krijgen op aarde gemakkelijk moet maken.
Amen
VertalerN’oubliez pas que vous êtes des créatures de Dieu et que comme tels vous avez le droit d'entrer dans l'Héritage Paternel, qui est le Royaume éternel, que le Père vous a préparé. Mais si vous voulez assumer le droit d'un fils, vous devez vous affirmer comme Son fils et donc montrer que vous êtes parfaits, vraiment comme est parfait votre Père dans le Ciel. Car le Père ne récompensera pas de la même manière un fils mal parvenu, parce qu'il ne se déclare pas comme appartenant à Dieu, mais lui-même s’est remis à un autre pouvoir, il est devenu consciemment disciple de celui qui a apporté dans le monde le mensonge et la tromperie, la fausseté et l’astuce. Et ainsi son héritage sera un jour l'éternelle obscurité et la ruine. Mais celui qui se montre digne de la progéniture de Dieu, son sort sera magnifique, parce que le Père dans le Ciel promet une éternelle Béatitude. Il le porte dans la Maison du Père et lui concède des délices insoupçonnées qui dépassent toutes limites, Il le fait participer à Sa Création et à Son Action. Et ces Magnificences sont prêtes pour toutes Ses créatures et Il a de la Compassion si un de Ses fils se joue de cette Béatitude, s'il doit la perdre à jamais. Et donc Il cherche à dégager de l'adversaire chaque âme, mais celle-ci ne reconnaît pas l'infini Amour du Père, et ainsi se joue de faire partie de la progéniture de Dieu. Mais tout ce qui a été engendré à travers Son Amour, parcourt la même voie, et l'être a devant les yeux le même but, il a à disposition la même Force, et la Volonté divine mène chaque créature et il lui montre la voie. Mais là où la volonté de l'homme est plus forte, et s'oppose à celle divine, là l'être terrestre ne perçoit plus l'Amour du Père, et la séparation devient toujours plus évidente. Le Dieu de l'Amour voit toujours plus se refroidir l'amour du fils terrestre, et avec cela l'être s'éloigne de Dieu au lieu de s'approcher de Lui. L'être ferme les yeux et les oreilles aux chuchotements des êtres qui veulent l'assister, et ainsi les choses vont très mal à propos de la progéniture de Dieu pour un tel être ; il ne peut lui être présenté toutes les Magnificences du monde de l'au-delà, il ne s’en occupe pas et refuse de la manière la plus décidée une continuation de la vie de l'âme après la mort, parce qu'il ne reconnaît pas son origine, il ne se reconnaît même pas comme une créature de Dieu et ainsi il ne tendra jamais et encore jamais consciemment à la progéniture de Dieu, si une extraordinaire preuve de Action divine ne lui fait pas reconnaître son erreur. Et pour ceux-ci le Seigneur ébranle la Terre, pour ceux-ci résonne Son miraculeux Appel à travers tout le monde. Avec cela Il veut casser à nouveau le pouvoir de l'adversaire, tandis qu'il donne dans les mains des hommes une arme avec laquelle adversaire doit être mis en fuite. La volonté doit seulement se décider dans une totale liberté, si un homme se reconnaît comme créature de Dieu et ainsi veut prendre la voie vers Lui ou bien rester dans la faiblesse de l'esprit et laisser complétement de coté sa tendance à la progéniture de Dieu. Mais il lui a été donné l'esprit pour reconnaître le bien, et Dieu donne toujours les moyens qui doivent rendre facile à l'homme la connaissance sur la Terre.
Amen
Vertaler