Aan de uiterste volmaaktheid van de zinstructuur van deze schriftuur en tegelijkertijd aan de diep geestelijke inhoud, moet degene, die dit werk onderzoekt, het als een goddelijk werk herkennen en hieraan de goddelijke liefde kunnen herkennen, die zich op deze manier naar de mensen op aarde buigt. Daaraan kan in zekere zin de conclusie getrokken worden, dat er geen hindernis is, die de mensen op aarde van de hemelse Vader scheidt, als het niet door hen zelf opgericht is. En dat deze hindernis op elk moment door de werkzame wil van de mens verwijderd kan worden en de Vader in de hemel Zich aan hem openbaart.
Er zullen de vreemdste bezwaren en tegenwerpingen naar voren gebracht worden, en men zal proberen om een natuurlijke verklaring te vinden, omdat men zo’n door de mensen zelf tot stand gebrachte verbinding met de geestelijke wereld voor absoluut onmogelijk houdt. Maar degene, die helder van geest is, die zelf in de verbondenheid met God door het leven gaat, die zal ook de stem van de Degene, Die hem bestuurt en leidt, herkennen.
Als hij beseft, dat niets in het leven toevallig is, zal hij in het werkzaam zijn van geestelijke kracht ook de goddelijke leiding herkennen. Hij zal zonder bedenking in ontvangst nemen, als hij zichzelf en zijn ziel aan de Vader in de hemel aanbeveelt en zich niet aanmatigt uit eigen kracht te oordelen. Met God alles, zonder Hem niets. Wie Hem tot Leider in het leven op aarde verkiest, die zal waarlijk goed geleid worden en niet in gevaar komen om verkeerd te gaan. En dus is elke stap uitgestippeld en leidt zeker tot het doel.
De buitengewone bewijzen van goddelijke liefde worden vaak niet door de mensen herkend, omdat het hen aan beoordelingsvermogen ontbreekt, die echter weer alleen door een diep geloof bereikt kan worden. Degene, die nog geestelijk blind is, omdat het geloof en de liefde in hem dood zijn, zal ook nooit een rechtvaardig oordeel kunnen vellen, want hij hangt nog te veel aan de wereld en begrijpt slechts, wat deel uitmaakt van de wereld, maar niet de goddelijke zending, die puur geestelijk goed is en dus slechts herkenbaar is voor het geestelijk strevende, volgelovige mensenkind, dat in liefde voor de Vader over de wereld gaat en door Hem versterkt en verkwikt zal worden voor deze levensweg. Want de Vader luistert, wanneer Zijn kind Hem roept en laat zijn gebed niet onverhoord.
Amen
VertalerDans la plus extrême perfection de la forme de la construction des phrases de cet Écrit et en même temps dans le profond contenu spirituel, quiconque examine cette Œuvre, doit reconnaître l’Action divine et pouvoir mesurer en cela l'Amour divin qui s’abaisse de cette façon vers les hommes sur la Terre. De cela il peut être tiré d’une certaine manière la conclusion qu'il n'existe aucun obstacle qui sépare les fils sur la Terre du Père céleste s’il n'a pas été érigé par eux-mêmes, et que cet obstacle peut être éliminé à tout instant par l'active volonté de l'homme et du Père dans le Ciel qui se révèle à lui. On fera des discours contraires et des objections les plus étranges et on cherchera à trouver des explications naturelles, parce qu'on considère comme absolument impossible une telle liaison avec le monde spirituel établie par des hommes eux-mêmes, mais ceux qui sont d'esprit éveillé passeront à travers la vie dans l'union avec Dieu en reconnaissant la Voix de Celui qui les guide et les mène. Lorsque l’homme reconnaît que dans la vie rien n’est fortuit, il reconnaîtra aussi dans la Conduite divine l’Action de la Force spirituelle, il l'acceptera sans objection s'il recommande son âme au Père dans le Ciel et s’il ne s'arroge pas le droit de juger selon sa force. Avec Dieu il peut tout, sans Lui il ne peut rien. Celui qui l'élit comme Guide à travers la vie terrestre sera aussi bien guidé et ne sera pas en danger de se tromper, et par conséquent chaque pas est pré-marqué et mène sûrement au but. Les preuves extraordinaires de l'Amour divin ne sont pas souvent reconnues par les hommes, parce qu'à eux il manque la force de jugement, qui cependant peut de nouveau être atteinte seulement à travers une profonde foi. Celui qui est encore aveugle en esprit, parce qu’en lui la foi et l'amour sont morts, ne pourra jamais émettre un juste jugement, parce que celui-ci est encore trop attaché au monde et saisit seulement ce qui est une partie du monde, mais il ne saisit pas le Mandat divin qui est un très pur patrimoine spirituel et qui est seulement reconnaissable par le fils terrestre qui tend au spirituel, qui est pleinement croyant, qui marche sur la Terre dans l'amour pour le Père et doit être fortifié et rafraichi par Lui pour cette vie. Parce que le Père entend lorsque Son fils L'appelle et Il ne laisse pas sa prière inécoutée.
Amen
Vertaler