Het goddelijke in jullie zal de waarheid wel van de leugen weten te onderscheiden. En als jullie de Heer vertrouwen schenken, beschikken jullie over een krachtig beoordelingsvermogen. Verwerp daarom wat jullie niet geloofwaardig lijkt en behoudt wat het hart aanspreekt. Het is absoluut niet de wil van de Heer, dat een onrijpe geest zich uit. Alleen de wil van de mensen is daar de oorzaak van. De zuivere geest echter beijvert zich voor de volledige waarheid en geeft daarom het ontvangende mensenkind een verscherpt beoordelingsvermogen om het voor het aannemen van het onware te behoeden.
En zo is voorzichtigheid en de grootste oplettendheid steeds geboden, verbonden met een gelovige overgave aan de goddelijke Heiland en de mens herkent dan het duidelijkst waar de waarheid en de leugen versmolten zijn. De diepste opwellingen van een mensenhart zijn te veelsoortig en te uiteenlopend. Wat de mens beweegt, galmt heel vaak na en is soms waarneembaar op momenten van een volledig los zijn van de aarde. Het geestelijke beleven dringt door en neemt juist door de wil van de mens, die zulke gedachten opneemt en nu hoorbaar uit, de overhand.
Op zulke momenten hebben de geesten van de leugen dan macht over de mensen, die totaal geen tegenstand bieden en dan uiten ze zich. De goede geestelijke krachten moeten dan terugtreden, omdat de wil van de mensen de eerstgenoemden geen halt toeroept, maar zichzelf in bezit laat nemen. De goede krachten kunnen nu van hun kant alleen maar verhinderen, dat die bekendmakingen ingang vinden in het aandachtig luisterende mensenkind. En ze kunnen dit kind voor het aannemen van een valse leer behoeden als het kind door twijfel overvallen wordt. Dan is het geboden om de inhoud van de bekendmakingen ernstig te onderzoeken, wat alleen maar door innig gebed succesrijk kan zijn.
Maar waar het mensenkind zich in vol vertrouwen tot de hemelse Vader Zelf wendt, zal hem op de duidelijkste manier opheldering gegeven worden. En zo wordt jou verteld, dat steeds alleen de liefde van God het heersen en werkzaam zijn bepaalt, maar dat nooit wraak genomen wordt of vergolden wordt door de goddelijke liefde. En elke gebeurtenis is in dit besef pas goed op waarde te schatten.
Het mag er dan nog zo veel de schijn van hebben, dat de bestraffende hand van God ingrijpt, maar altijd is de liefde voor Zijn schepselen de aanleiding voor het ingrijpen op een voor de mens onbarmhartig lijkende manier. Steeds moet elke gebeurtenis bewerkstellingen dat de schepselen, die zich van God als de eeuwige liefde verwijderd hebben, de weg naar Hem weer terugvinden. Maar nooit is haat, vergelding of liefdeloos straffen het motief van het goddelijke ingrijpen, want voor al Zijn schepselen is Hij dezelfde liefdevolle Vader en Hij probeert al Zijn kinderen voor de eeuwigheid te winnen. En als dit voor jou te begrijpen valt, zal ook jij weten te onderscheiden.
Amen
VertalerDas Göttliche in euch wird wohl zu unterscheiden wissen die Wahrheit von der Lüge, und so ihr euch dem Herrn anvertraut, seid ihr in voller Urteilskraft. Verwerfet daher, was euch nicht glaubwürdig erscheint, und behaltet, was zu Herzen spricht.... Es liegt durchaus nicht im Willen des Herrn, daß sich kundgibt jeglicher unreife Geist, doch ist ebenda der Wille des Menschen allein die Ursache, der reine Geist jedoch in vollster Wahrheit beflissen und gibt daher dem empfangenden Erdenkind ein verschärftes Urteilsvermögen, um es vor der Annahme des Unwahren zu behüten. Und so ist Vorsicht immer geboten und hellste Aufmerksamkeit, verbunden mit gläubiger Hingabe dem göttlichen Heiland, und es erkennt der Mensch klarstens, wo Wahrheit und Lüge verschmolzen ist. Die innersten Regungen eines Menschenherzen sind zu vielfältig und verschiedenartig.... Was den Menschen bewegt, klingt sehr oft nach und macht sich mitunter bemerkbar zu Zeiten völliger Loslösung vom Irdischen. Es dringt durch geistiges Erleben hindurch und gewinnt Oberhand eben durch den Willen des Menschen, der solche Gedanken aufnimmt und nun hörbar äußert. In solchen Momenten haben dann die Geister der Lüge Macht über den völlig widerstandslosen Menschen und äußern sich dann, und es müssen die guten Geisteskräfte dann zurücktreten, da der Wille des Menschen den ersteren nicht Einhalt gebietet, sondern sich selbst in Besitz nehmen läßt. Es können nun die guten Kräfte nur ihrerseits verhüten, daß die Kundgaben Eingang finden in dem horchenden Menschenkind, und sie können dieses vor Annahme einer falschen Lehre bewahren, und so es von Zweifeln befallen wird, ist geboten, den Inhalt der Kundgaben ernstlich zu prüfen, was nur durch inniges Gebet erfolgreich sein kann. Doch wo sich das Erdenkind vertrauensvoll an den himmlischen Vater Selbst wendet, wird ihm in klarster Weise Aufschluß gegeben werden. Und so sei dir gesagt, daß nur immer die Liebe Gottes Walten und Wirken bestimmt, niemals aber Rache oder Vergeltung geübt wird von der göttlichen Liebe.... Und in dieser Erkenntnis ist jegliches Geschehen erst richtig zu bewerten.... Es mag noch so sehr den Anschein haben, daß Gottes strafende Hand eingreift.... immer ist die Liebe zu Seinen Geschöpfen der Anlaß zum Eingreifen in den Menschen unbarmherzig erscheinender Art.... Immer soll jegliches Geschehen bewerkstelligen, daß sich die Geschöpfe, die sich von Gott als der ewigen Liebe entfernten, wieder zu Ihm zurückfinden. Doch nimmermehr ist Haß, Vergeltung oder Strafe in Lieblosigkeit das Motiv des göttlichen Eingreifens, denn allen Seinen Geschöpfen ist Er ein gleich-liebevoller Vater, und alle Seine Kinder sucht Er zu gewinnen für die Ewigkeit.... und so dir dieses verständlich ist, wirst du auch zu unterscheiden wissen....
Amen
Vertaler