Zonder begin en zonder einde, van eeuwigheid tot eeuwigheid, laat God de Heer de mensen Zijn liefde gewaarworden. Alle dingen ademen Gods liefde, en het geduld en zachtmoedigheid van de Heer laat ze bestaan. En als de Heer zo duidelijk werkt om Zijn kinderen op aarde licht te brengen, dan is dat ook een bewijs van Zijn overgrote liefde voor de mensen, die Hij in het heelal geplaatst heeft om hen eens alle heerlijkheden daarvan toegankelijk te maken. Zulk een Vaderliefde laat ook nooit toe dat de wezens, groot en klein, reddeloos aan de boze macht overgeleverd zijn. Steeds wordt door de wil en de macht van God deze macht een grens gesteld zodat ze de dwalende zielen niet al te zeer in haar macht krijgt.
De daadkracht van de mensen is al een hindernis waardoor de vijand zich verlamd voelt. De daadkracht is aan de mens gegeven en hij kan ze naar eigen goeddunken benutten daar hem gelijktijdig ook de vrije wil voor de loopbaan op aarde gegeven werd. Wie nu deze daadkracht weinig benut, geeft zichzelf in de handen van de vijand en de schuld mag dan ook nooit meer aan de eeuwige Godheid, Die hem in het heelal geplaatst heeft, toegeschoven worden. Want ieder mens wordt door de Vader zo bedacht dat hem een mate van wilskracht ter beschikking staat.
Maar vaak stelt hij hier zijn eigen traagheid tegenover en de wilskracht wordt hierdoor buitengewoon verzwakt. Dit is een gevaar van zeer grote betekenis, want deze traagheid strekt zich zowel over het aardse als over het geestelijke leven uit. De mens, die altijd in wereldse zin bedrijvig is, zal in het geval van besef de arbeid aan zijn ziel ook gelijk daadkrachtig aanpakken. Hij zal hetzelfde streven hebben de begonnen arbeid, die zijn ziel geldt, voort te zetten zoals hij de aardse werkzaamheden vervult. Het is voor een mens dus het grootste gevaar op aarde traag te zijn, want zijn ziel lijdt dan evenzo gebrek en de tijd op aarde verstrijkt zonder nut voor de eeuwigheid.
De liefde van de hemelse Vader werkt gelijk op de mens in en laat hem alle aansporing toekomen om hem uit zo’n wilszwakte, gebrek aan daadkracht en volstrekte apathie op te wekken, en als de mens van goede wil is, God de Heer te dienen, zullen deze prikkels de drang tot werkzaamheid verhogen. Maar verzet de mens zich, dan zoekt de ziel in haar nood een uitweg doordat ze met medewerking van goede geestelijke wezens het lichaam met allerlei kwellingen belast, met lichamelijk lijden, depressies of onenigheden die hem het leven moeilijker of onaangenaam maken. En dan zoekt de mens zich zelf een uitweg en begint, om deze tegenwerkingen uit de weg te ruimen, de wil te versterken, wat dan ook gunstig op de lichamelijke scheppingskracht inwerkt.
Amen
VertalerSans début et sans fin, d'Éternité en Éternité, Dieu le Seigneur a fait sentir aux hommes Son Amour. Toutes les choses respirent l'Amour de Dieu et la Patience et la Douceur de caractère du Seigneur les font réussir. Et lorsque le Seigneur agit avec autant d’évidence pour porter la Lumière à Ses fils sur la Terre, alors cela est encore une preuve de Son très grand Amour pour les hommes qu'Il a posé dans l’Univers pour leur rendre accessibles un jour toutes Ses Magnificences. Un tel Amour Paternel ne permet jamais que les êtres, grands et petits, soient exposés sans salut au pouvoir du malin. À ce pouvoir il est toujours posé une limite au travers de la Volonté et de la Puissance de Dieu, pour que les âmes qui s’y laisseraient prendre ne soient pas perdues. La force d'action des hommes est déjà entravée là où l'ennemi se sent paralysé. La force d'action est donnée à l'homme et il peut l'utiliser selon son consentement, vu qu’il lui est donné en même temps la libre volonté pour sa carrière terrestre. Celui qui utilise peu cette force d'action se met tout seul dans les mains de l'ennemi mais la faute ne doit jamais et encore jamais être imputée à l'éternelle Divinité qui l'a mise dans l’Univers, parce que chaque homme est pourvu par le Père de sorte que ce qu’il a à sa disposition soit en accord avec sa force de volonté. Mais lui-même oppose souvent sa paresse, et la force de volonté s’en trouve extraordinairement affaiblie. Ceci est un danger de la plus grande importance, parce que cette oisiveté s'étend aussi bien à la vie terrestre qu’à la vie spirituelle. L'homme qui est toujours actif dans le sens mondain, et qui sera confronté à la connaissance se tournera vite activement vers un travail sur son âme, il aura la même ambition de continuer le travail commencé sur son âme que lorsqu’il exécute son activité terrestre. Donc pour un homme le plus grand danger est d’être rendu amorphe sur la Terre, parce qu'en même temps son âme languit et le temps terrestre passé est rendu inutile pour l'Éternité. L'Amour du Père céleste agit toujours également sur l'homme et il lui fait arriver tous les stimuli nécessaires pour s’opposer à une telle faiblesse de volonté, à une telle inactivité et léthargie, et si la volonté de l'homme est prête à servir Dieu le Seigneur, ces stimulations de la poussée à l'activité augmentent. Mais si l'homme se rebelle, alors l'âme dans sa misère se cherche une sortie, tandis qu'avec la collaboration des bons êtres spirituels elle couvre le corps avec différentes plaies, avec des souffrances corporelles, avec des dépressions ou des maladies qui lui rendent la vie difficile voire très désagréable. Alors l'homme lui-même se cherche une sortie pour contrer toutes ces adversités, et commence à fortifier sa volonté qui agit ensuite favorablement sur la force corporelle créatrice.
Amen
Vertaler