Je moet aandachtig luisteren naar de innerlijke stem en zodoende aannemen wat je geboden wordt. Het heeft een lange tijd nodig gehad vooraleer de woorden hoorbaar voor je werden. Dit gebeurt altijd wanneer de materie te veel weerstand biedt aan het geestelijke streven. En dit kwam door de spijs die het lichaam nog niet de volle rust gunde en zodoende de geestelijke ervaring hinderde.
Er moet eerst een totale rust intreden om het ontvangen van de geestelijke gaven zonder storing te vrijwaren. Elke materiële substantie is tegengesteld aan de geestelijke sfeer en daarom kan het opnemen van geestelijk goed ook alleen maar plaatsvinden wanneer elke lichamelijke last wegvalt en wanneer de geest zich alleen maar met geestelijke zaken kan en wil bezighouden.
Zodra er nu een zekere rust is ingetreden en het lichaam totaal uitgeschakeld kan worden, is ook het ontvangen beduidend eenvoudiger. En daarom zul je, zolang je het lichaam met zijn behoeften nog teveel aandacht schenkt, met weerstand en moeizame opnamen rekening moeten houden.
Als je al dergelijke dingen naar de achtergrond kunt schuiven en je meteen in de opnametoestand plaatsen, dan zal spoedig ook elke belasting van het lichaam verdwijnen. Je zult ongevoelig worden voor lichamelijke remmingen en ongemakken. En je zult voor de tijdsduur van de opname volledig losgemaakt zijn van de materie.
Probeer deze toestand te bereiken door je met je totale wil alleen maar aan de geestelijke kracht over te geven, zonder te letten op de omgeving of het lichaam dat je hindert. Dan zal dit streven met groot succes bekroond worden en je werk zal steeds alleen maar volmaakter worden.
Jezus gaf Zijn leerlingen op de Olijfberg een zeer waardevolle les en Hij probeerde hen ook een duidelijk begrip te geven van het ongehinderd binnendringen van de goddelijke kracht in gelovige mensen op aarde die zich van de hele wereld terugtrekken. En terwijl Hij sprak, geschiedde het dat iedereen de kracht in zichzelf voelde en zo konden ze Hem geestelijk volgen zonder hun eigen toedoen. Deze kracht zal ook in jou overgaan als je deze kracht maar met heel je geloof verwacht en haar verlangt te ontvangen.
En richt je nu op de waarheden die je in opdracht van de Heer zullen toekomen: Elke ziel bevat de drang naar de eeuwige Godheid, maar het lichaam verhindert haar om deze drang te volgen. Een eeuwige wet bestemt de ziel voor tot dezelfde werkzaamheid als het lichaam dat haar is toegewezen. En aan deze wet moet zolang worden beantwoord, totdat het lichaam, als louter materie, zich weer van de ziel losmaakt, dat wil zeggen totdat de ziel vrij wordt van het aardse omhulsel.
Maar elke ziel zoekt voor de tijd op aarde zelf haar lichaam uit, waarin ze de rijpheid die ze nodig heeft, het beste kan bereiken. Want in elke ziel sluimeren de driften van zeer veel ongelouterde natuurgeesten, die zich na duizenden jaren eindelijk tot een geestelijk wezen verenigd hebben om in het menselijke omhulsel hun laatste voltooiing na te streven. Maar zoals deze natuurgeesten voorheen werkzaam waren in de schepping, zo zullen ze ook in het menselijke lichaam een gelijkaardig doel moeten vervullen. Er zullen steeds met regelmatige tussenpozen bepaalde eigenschappen optreden die hun verklaring vinden in het verleden van de ziel. En het lichaam zal zich dus vaak aan de voorafgaande toestanden moeten aanpassen. Om die reden is er dan vaak sprake van overerving.
Hoe veelzijdiger de mens als zodanig is, des te meer verschillende zielenpartikeltjes zijn ziel vertoont en des te moeilijker ook de strijd zal zijn die deze ziel in het leven op aarde heeft te doorstaan. Want het lichaam gaat in op elk verlangen van de ziel. En nu moeten zowel de ziel als het lichaam gedurende de tijd op aarde in samenwerking trachten, al deze eigenaardigheden die zo een mens aankleven, meester te worden.
En zo moet de mens zich steeds voorstellen in welke verhouding het lichaam tot de ziel staat, hoe de activiteit van het lichaam steeds alleen maar de ziel moet dienen ter wille van haar verlossing, zodat de verloste ziel de weg terugvindt naar de Godheid. Maar anderzijds lijdt de ziel onder mateloze kwellingen wanneer ze door de weerstand van het lichaam en zijn wereldlijke begeertes van haar ware bestemming wordt weggehouden en de donkere huls rondom haar steeds dichter en dichter wordt.
Alle inspanningen van deze ziel om het omhulsel dat haar belast te doorbreken, zijn vergeefs als het lichaam haar niet behulpzaam is. Want alleen het lichaam schept of verwijdert de hindernissen waarmee de ziel omgeven is. En met dit inzicht moet de mens zich verder blijven inzetten om zijn ziel vastberaden te dienen, dat wil zeggen haar met alle kracht te ondersteunen om vrij te worden van haar boeien. En het lichaam moet zichzelf steeds overwinnen waar de eigen aard van de ziel bijzonder sterk voelbaar is. Want het lichaam heeft juist de grootste macht om dit te bestrijden, want de hoedanigheid van het lichaam is precies zo aan de ziel gegeven als het voor haar nodig is.
Amen
VertalerDevi ascoltare la voce interiore ed accettare ciò che ti viene offerto. Ci è voluto molto tempo prima che ti venisse udibile la Parola, cosa che succede sempre quando la materia si oppone molto al tendere spirituale. E questo era appunto il caso attraverso il cibo che non concede ancora la piena tranquillità al corpo e quindi agisce anche da impedimento sull’esperienza spirituale. Deve dapprima subentrare una piena calma per garantire la ricezione dei Doni spirituali senza disturbo. Ogni sostanza materiale è il contrario alla sfera spirituale, e così può aver luogo un accoglimento senza impedimento del patrimonio spirituale soltanto, quando ogni pesantezza decade dal corpo e lo spirito può e vuole occuparsi solamente con lo spirituale. Appena è subentrata ora una certa calma ed il corpo può essere totalmente escluso, anche la ricezione è molto più facile e perciò finché dài ancora troppa attenzione al corpo con le sue necessità avrai da aspettarti delle resistenza ed una ricezione difficile. Se puoi mettere tutto questo in fondo e metterti subito nella condizione dell’accettazione, allora presto scomparirà anche ogni aggravio del corpo, diventerà insensibile verso gli impedimenti e difficoltà, e per la durata di tempo dell’accettazione sarai totalmente staccata dalla materia. Cerca di raggiungere questa condizione, mentre ti dài con la piena volontà unicamente alla Forza spirituale, senza badare all’ambiente o al corpo che ti ostacola, allora questo tendere sarà coronato da grande successo ed il tuo lavoro diventerà sempre soltanto più perfetto. Gesù ha dato ai Suoi discepoli sul monte degli ulivi un Insegnamento oltremodo prezioso ed ha cercato di rendere loro chiaro il concetto della penetrazione senza impedimenti della Forza di Dio nell’uomo terreno credente, che si ritira da tutto il mondo. Ed è successo, mentre Egli parlava, che tutti percepivano in sé questa Forza e così Lo potevano seguire spiritualmente senza alcun loro vero intervento. Questa Forza passerà anche su di te, se soltanto l’aspetti nella piena fede e desideri accettarla. E così rivolgiti oggi alle Verità che ti devono giungere su Incarico del Signore:
Ogni anima ha in sé la spinta verso l’eterna Divinità, ma attraverso il corpo è ostacolata a seguire questa spinta. Un’eterna Legge determina l’anima alla stessa attività del corpo a lei assegnato, ed a questa Legge dev’essere corrisposto finché il corpo come sola materia, si separa di nuovo dall’anima, cioè finché l’anima diventa libera dall’involucro terreno. Ma ogni anima stessa cerca da sé il corpo per il tempo terreno, nel quale può raggiungere al meglio la sua necessaria maturità, perché in ogni anima sonnecchia la spinta di così tanti spiriti naturali non purificati, che dopo millenni si sono finalmente riuniti in un essere spirituale, per aspirare nell’involucro umano al suo ultimo perfezionamento. Ma come quegli spiriti naturali erano attivi dapprima nella Creazione, così anche nel corpo umano dovranno eseguire una simile destinazione, nella stessa distanza si manifesteranno certi segni, che trovano la loro spiegazione nella vita antecedente dell’anima. E così il corpo dovrà sovente adeguarsi a queste condizioni antecedenti per cui si parla spesso di una ereditarietà. Più l’uomo è molteplice come tale, più particelle animiche di genere diverso ha da mostrare l’anima e più difficile sarà anche la lotta, che una tale anima ha da superare nella vita terrena, perché il corpo cede ad ogni desiderio dell’anima ed ora sia l’anima come anche il corpo durante il tempo terreno nell’agire insieme devono cercare di diventare padrone su tutte queste caratteristiche che dimorano quindi nell’uomo. E così l’uomo ha sempre da tener presente in quale rapporto il corpo sta verso l’anima, come l’attività del corpo deve sempre soltanto servire alla Redenzione dell’anima, affinché una tale anima redenta ritrovi la via del ritorno alla Divinità. Come d’altra parte però l’anima soffre smisurati tormenti, se attraverso la resistenza del corpo ed i suoi desideri mondani viene trattenuta dalla sua vera destinazione e l’involucro oscuro intorno a lei diventa sempre più fitto. Tutti gli sforzi di una tale anima di irrompere attraverso questo involucro che l’aggrava, sono inutili, se non l’aiuta il corpo, perché solo il corpo elimina o mette da parte gli ostacoli con i quali l’anima è circondata. Ed in questa conoscenza l’uomo deve aspirare sempre di servire la sua anima continuamente, cioè sostenerla con tutta la forza per liberarla dalle sue catene, e così il corpo deve sempre vincere sé stesso là, dove la caratteristica dell’anima è percettibile particolarmente forte, perché il corpo ha il più grande potere, dato che la costituzione del corpo è stata assegnata appunto all’anima com’è utile per lei.
Amen
Vertaler