Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Overgang naar de geestelijke wereld - Willen - Geestelijke krachten

Wanneer het verlangen zich in de ziel nestelt om alleen maar de Heer van hemel en aarde te dienen, dan zetten alle goede geestelijke wezens zich ervoor in om deze ziel te ondersteunen en te stimuleren om haar spoedig in de toestand te plaatsen waar de ziel zich met de Geest verenigt. Onder bepaalde omstandigheden zal de ziel zich meer en meer naar het geestelijke toewenden. En dit gebeurt dan in grote mate wanneer er geen hindernissen in de weg staan die ontstaan door het meer wereldse verlangen van het lichaam.

Hoe verder de wereld aan de zintuigen onttrokken is, des te minder hinder heeft de ziel om haar werkzaamheid te vervullen. En alleen in zulk zuiver geestelijk werk zal ze haar voldoening vinden. Maar mensen die zich niet van de wereld, van de materie kunnen losmaken, zullen deze toestand niet kunnen bereiken. Want het ontbreekt zulke mensen aan de innerlijke drang en die is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van de geestelijke werkzaamheid.

Overal waar zich de gelegenheid voordoet de wereldse zorgen te ontvluchten en de zorg voor de ziel ervoor in de plaats komt, daar zal een resultaat bereikt worden dat oneindig veel waardevoller is dan het voordeel dat de aardse werkzaamheid een mens ooit kan opleveren. Het zijn er niet veel die zich zo geheel en al kunnen afwenden van wereldse plichten, zorgen en wereldlijke vreugden. Maar deze weinigen zijn onuitsprekelijk rijk te noemen, want ze zijn in het volle bezit van hun geestelijke bekwaamheden en ze kunnen ze voor de eeuwigheid nuttig gebruiken.

Maar als de mens eenmaal de overgang naar de geestelijke wereld gevonden heeft, dan lijkt hem de aardse wereld niet meer het verlangen waard. Hij gaat weliswaar tot zijn levenseinde door het aardse dal, maar zonder er nog enige bekoring aan te ontlokken die schadelijk zou kunnen zijn voor het leven van zijn ziel. Slechts met zijn blik op de eeuwigheid gericht, met een besef van de goddelijke Schepper en Zijn werk, bekijkt hij de aarde en alle scheppingen met geestelijke ogen. En dit brengt hem alleen maar nut voor zijn ziel. Want dan groeit de liefde voor de Vader van alle zijn. Het wekt onbegrensd respect op en onvoorwaardelijke onderwerping aan de goddelijke wil.

En zo schenkt de ziel zichzelf aan de hemelse Vader, doordat ze zich volledig aan Hem onderwerpt en doordat ze, met de intentie tot God te komen, de vereniging met de goddelijke Geest nastreeft. Dit zal haar in korte tijd ook lukken, aangezien steeds de wil de doorslag geeft. En zo zal steeds alleen de wil van een mensenkind beoordeeld worden en er zal ook zoveel mogelijk aan voldaan worden. En hoe dieper en vuriger dat verlangen is, des te zekerder zal dat verlangen ook vervuld worden.

Want alles wat jullie willen, zullen jullie ontvangen, als jullie daar van harte om bidden. De mens veroorzaakt dus zelf de toestand waarin hij zich bevindt. Want hem valt steeds dat ten deel, wat hij in diep in zijn hart nastreeft en hij zal daarom ook niemand anders dan zichzelf de schuld kunnen geven, wanneer zijn positie hem niet bevalt. Hij heeft het toch volledig in de hand zichzelf te vormen. En steeds zal die geestelijke kracht hem behulpzaam naderen, die hij door zijn wil aantrekt, goede of boze.

Als de mens zich echter door de liefde laat leiden, zal hij geenszins hoeven te vrezen dwaalwegen op te gaan. Want elke handeling zal een losmaken van de ziel van het lichaam, dat wil zeggen van lichamelijke verlangens tot gevolg hebben. En de vereniging van de ziel met haar Geest staat niets in de weg. De Liefde van God is oneindig en probeert ook overal in te grijpen waar de ziel nog in blindheid verkeert. En wanneer de mens zich dan gewillig aan de stille leiding overgeeft, zal hem alles duidelijk worden op aarde.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Il passaggio nel mondo spirituale - Il volere – Le Forze spirituali

Quando nell’anima si presenta il desiderio di servire unicamente il Signore del Cielo e della Terra, allora vi si adoperano tutti gli esseri spirituali buoni, sostengono e promuovono una tale anima, per metterla presto nella condizione in cui l’anima si unisce con lo spirito. Sotto certe condizioni l’anima si rivolgerà sempre di più allo spirituale, e questo avviene poi in una alta misura, quando non le si mettono degli ostacoli sulla via, che sorgono attraverso il desiderio più mondano del corpo. Più lontano il mondo si sposta dai sensi, più l’anima può svolgere la sua attività, e soltanto in un tale lavoro puramente spirituale troverà la sua soddisfazione. Ma degli uomini non potranno raggiungere questa condizione, che non sono in grado di separarsi dal mondo, dalla materia, perché a tali uomini manca la spinta interiore, e questa è inevitabile per la promozione dell’attività spirituale. Ovunque si offre l’opportunità di sfuggire alle preoccupazioni del mondo ed al loro posto viene la preoccupazione per l’anima, sarà da registrare un successo che è infinitamente più prezioso che l’utilità che può mai procurare ad un uomo l’attività terrena. Non sono molti che si possono distogliere del tutto dagli obblighi mondani, dalle sue preoccupazioni e gioie, ma questi pochi sono da chiamare indicibilmente ricchi, dato che sono nel pieno possesso delle loro facoltà spirituali, e le possono utilizzare utilmente per l’Eternità. Ma quando l’uomo ha una volta trovato il passaggio nel mondo spirituale, allora il mondo terreno non gli sembra più desiderabile, egli cammina bensì ancora attraverso la valle terrena fino alla fine della sua vita, ma senza strappargli ancora un qualsiasi fascino, che potrebbe essere dannoso per la vita della sua anima. Solo in vista dell’Eternità, nella conoscenza del divino Creatore e delle Sue Opere, considera la Terra e tutte le Creazioni con occhi spirituali, e questo gli procura solo l’utilità per la sua anima, perché aumenta l’amore per il Padre di ogni esistenza. Risveglia illimitata riverenza ed incondizionata sottomissione sotto la Volontà divina. E così l’anima stessa si offre al Padre celeste, mentre Gli si subordina totalmente e nella volontà di arrivare a Dio tende all’unificazione con lo Spirito divino. Le sarà anche possibile in breve tempo, perché è sempre determinante la volontà e così verrà sempre valutata unicamente la volontà di un figlio terreno ed a questa verrà anche corrisposto nel migliore dei modi, e più profondo ed interiore è il desiderio, più sicuramente questo viene anche esaudito, perché tutto ciò che volete, lo riceverete, se soltanto lo chiedete con il cuore. Così l’uomo stesso si prepara la condizione nella quale si trova, perché gli viene sempre dato ciò a cui tende dal cuore più interiore e perciò non potrà attribuire a nessun altro la colpa se non a sé stesso, quando la sua situazione non è soddisfacente, dato che ha totalmente nella sua mano di formare sé stesso e la Forza spirituale gli si avvicinerà sempre aiutando, la quale attira attraverso la sua volontà, la buona o la cattiva. Ma dove l’uomo si lascia guidare dall’amore, là non sarà da temere in nessun caso un cammino su vie errate, ma ogni azione sarà una separazione dell’anima dal corpo, cioè la conseguenza dalle bramosie corporee, e non c’è più nessun ostacolo per l’unificazione dell’anima con il suo spirito. L’Amore di Dio E’ infinito e cerca anche di intervenire ovunque l’anima cammina ancora nella cecità, e se soltanto l’uomo si affida volenteroso alla dolce guida, avrà piena Luce sulla Terra.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich