• Terug

Goddelijke kracht - Daadkracht - Het juiste willen

Volg onze uiteenzettingen: De aarde met de haar omgevende atmosfeer schenkt het leven aan ontelbare wezens, slechts met de bedoeling dat ze voor hun ontwikkeling zorg kunnen dragen en er zich steeds meer op kunnen concentreren kracht in zich op te nemen. Deze kracht kan men dan als hoogtepunt beschouwen en men kan van hieruit voortdurend een vermogen tot verandering nastreven en bereiken.

Bedenk eenvoudigweg dit: het is de mens gegeven zich een buitengewone daadkracht toe te eigenen. Hij hoeft het alleen maar te willen en dan kan hij met behulp hiervan de wil omzetten in de daad. Als hij het er nu over eens wordt, als hij innerlijk bewust kan beslissen naar welk doel deze wil nu zal uitgaan, dan verkrijgt hij tegelijkertijd de bekwaamheid zich voor te bereiden voor de eeuwigheid. Want dan brengt hij zijn willen in overeenstemming met de hem toegewezen opgave en dan kan hij niet anders meer dan zijn opgave nakomen.

Voor dit leven op aarde is aan alle mensen dezelfde opgave gegeven: door de veredeling van hun ziel haar te bevrijden uit de huidige macht en haar dan voor te bereiden voor de opname van de goddelijke Geest. Hoe eerder deze verandering zich nu voltrekt, des te werkzamer zal de kracht van de goddelijkheid die alles verwekt, deze mensen beïnvloeden. Zo is het aan iedereen zelf in handen gegeven door een gerichte wil aan deze kracht deelachtig te worden. In dezelfde mate zal de boze invloed van de aarde afgezwakt worden.

De ziel verwijdert zich als het ware uit de sfeer van de wereld die haar in boeien houdt. Ze verenigt zich in hogere sferen met geestelijke wezens die nuttig voor haar zijn en haar ondersteunen en ontworstelt zich zo aan de macht van de duisternis. Op die manier heeft het juiste willen een hervorming teweeggebracht die zich volledig in de ordening van God invoegt. Elke werkzaamheid die zich in dit stadium voltrekt, is nu bedoeld voor de vooruitgang van de ziel. En zodoende blijft de mogelijkheid bestaan dat de verdere ontwikkeling van de ziel zich zo voltrekt dat ze haar doel volledig nakomt en ze de opgave op aarde vervult: dat ze een omhulsel heeft aangenomen dat van afvalstoffen gereinigd is en dat het hoogste en heiligste mag bergen: de Geest van God.

Amen

Göttliche Kraft.... Tatkraft.... Rechtes Wollen....

Folge unseren Ausführungen: Die Erde mit der sie umgebenden Atmosphäre belebt unzählige Wesen nur zu dem Zweck, daß diese ihrer Fortgestaltung Sorge tragen können und sich immer mehr darauf konzentrieren, in sich eine Kraft aufzunehmen, die man dann als Kulminationspunkt betrachten und von diesem fortgesetzt eine Wandlungsfähigkeit anstreben und erzielen kann. Leget euch dies einfach so zurecht:.... Dem Menschen ist es gegeben, sich eine außergewöhnliche Tatkraft anzueignen, er braucht nur zu wollen und kann dann mittels dieser den Willen in die Tat umsetzen. Wird er sich nun einig.... kann er sich innerlich bewußt entscheiden, welchem Ziel dieses Wollen nun gelten soll, dann erhält er gleichzeitig die Fähigkeit, sich vorzubereiten für die Ewigkeit, weil er dann seinen Willen in Einklang bringt mit der ihm zugewiesenen Aufgabe und er dann nicht mehr anders kann, als dieser seiner Aufgabe nachzukommen. Für dieses Erdenleben nun ist allen Menschen die gleiche Aufgabe gestellt, in der Veredlung ihrer Seele dieser die Freiheit zu geben aus ihrer bisherigen Gewalt und sie dann vorzubereiten für die Aufnahme des göttlichen Geistes. Je eher sich nun diese Wandlung vollzieht, desto wirksamer wird die Kraft der alles erzeugenden Göttlichkeit diesen Menschen beeinflussen.... So ist es jedem selbst in die Hand gegeben, durch einen gerichteten Willen dieser Kraft teilhaftig zu werden. Der Erde böser Einfluß wird im gleichen Maß abgeschwächt werden.... Die Seele entfernt sich gleichsam aus der Sphäre der sie in Ketten haltenden Welt.... sie vereinigt sich in höheren Sphären mit ihr zuträglichen und sie fördernden Geistwesen und entwindet sich so der Macht der Finsternis.... So hat das rechte Wollen eine Umgestaltung herbeigeführt, die völlig in die Ordnung Gottes sich einfügt.... Jede in diesem Stadium vollzogene Tätigkeit gilt nun der Förderung der Seele, und (es = d. Hg.) bleibt somit die Möglichkeit bestehen, daß sich der Seele weiterer Entwicklungsgang so vollzieht, daß sie ihrer Bestimmung vollauf nachkommt und sie die Aufgabe auf Erden erfüllt.... sich, von Schlacken gereinigt.... eine Umhüllung angenommen hat, die das Höchste und Heiligste bergen darf.... den Geist Gottes....

Amen