Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/9001

9001 De eindeloze Liefde volbracht het verlossingswerk

24 juni 1965: Boek 94

Altijd zult u hieraan moeten denken, dat het aardse bestaan het laatste stadium voor uw voleinding is, dat u echter met succes zult kunnen afsluiten, wanneer u zich alleen aan Hem overgeeft, die voor u aan het kruis gestorven is. Want Zijn verlossingswerk heeft u vrij gemaakt van alle schuld, maar het moet door u vrijwillig aangenomen worden.

En het is daarom voor u van het grootste belang, dat u gedurende het leven op aarde Hem vindt, die voor u weer de poorten openen zal terug in uw Vaderhuis. Daarom kunt u niet genoeg op Jezus Christus en Zijn verlossingswerk gewezen worden. En hebt u ook maar het geringste verantwoordelijkheidsgevoel, dan zult u ook niet achteloos aan Hem voorbijgaan. U zult het beseffen dat Hij alleen u bevrijden kan uit de macht van de tegenstander. En u zult ook alles doen, om Zijn vergeving voor u te vragen. U zult u aan Hem vasthouden en u verzekeren van Zijn Liefde, die voor u de zondeschuld op zich genomen heeft en zich ook thans onophoudelijk inspant, u naar zich toe te trekken, die u niet opgeven wil en alles doet opdat u haar toegedaan bent.

Dat zich een hoogst lichtwezen daartoe aangeboden heeft, voor u als mens te lijden en te sterven om uw grote oerzonde uit te wissen, was het grootste werk van barmhartigheid. Want de mens Jezus die niet anders geschapen was als uzelf, moest dit lijden en de dood verdragen.

Maar de Liefde - het oerwezen van God - vervulde Hem en gaf Hem ook de kracht vol te houden tot het einde. Het was dus de Liefde die het werk volbracht, en deze Liefde was God Zelf. God Zelf heeft dus voor u de zondeschuld teniet gedaan, daar Zijn liefde zo groot was, dat deze u niet aan de tegenstander wilde overlaten, dat ze zichzelf over u ontfermde en de koopprijs aan Zijn tegenstander betaalde voor uw zielen. En u zou allen deze ongelofelijke genade moeten benutten, want het komt enkel op uw vrije wil aan, haar aan te nemen. En daarvoor is u het aardse leven gegeven, opdat u kennis neemt van Jezus Christus, de goddelijke Verlosser, in wie God Zelf Zich belichaamd heeft, en opdat u zich nu vrijwillig aan Hem overgeeft, opdat u de genadeschat in ontvangst neemt, die Hij voor u aan het kruis verworven heeft.

Want God kon enkel genade aan u doen toekomen, omdat u anders nooit vrij geworden zou zijn van uw schuld. Maar Hij verlangt van u, dat u ze vrijwillig aanneemt en benut. Want de oneindige Liefde van de mens Jezus heeft de zonde die u begaan had, weer vereffend. Zij heeft verzoening gebracht en aan de rechtvaardigheid van God voldaan, en zij keert zich nu ook naar u toe en biedt u haar hulp aan, opdat u haar nu beantwoordt en God weer de mogelijkheid geeft dat Hij u kan aanstralen zoals vroeger.

U mensen, die niet gelooft aan Jezus Christus als Verlosser van de wereld, u weet niet welk genadegeschenk u ontgaat. U weet niet in wiens macht u bent en dat u zich uit die macht bevrijden kunt.

Maar u wordt niet gedwongen Jezus Christus te erkennen, net zoals u ook niet door uw tegenstander gedwongen kunt worden, wanneer u zich van hem vrij wilt maken. Het ligt alleen aan uw wil, of u zich naar Hem toewendt, om dan ook uw toestand te kunnen veranderen in onmetelijke gelukzaligheid. Dan echter vervult u ook uw levensdoel op aarde, welke alleen daarin bestaat, dat u de voleinding bereikt, die alleen Hij u geven kan.

En opdat u allen kennis kunt nemen van Jezus Christus en Zijn belangrijke missie, zend Ik ook nog kennis daarover aan hen die geestelijk nog volledig blind zijn, die alleen daarover opheldering moeten krijgen, om ook hen tot het aannemen van Jezus Christus te brengen. En dan zal Ik ook wonderen laten geschieden, omdat deze mensen in hun kinderlijk geloof zulke heilswonderen nodig hebben, die hun getuigenis moeten geven van de kracht van Jezus’ naam. Maar in landen, die al inzicht hebben en Jezus toch afwijzen, zouden wonderen tot een geloof dwingen, die echter niet als echt geloof gewaardeerd kan worden.

En zo zijn de wonderbaarlijke genezingen te verklaren, waar ook boodschappers gewekt worden, die in Zijn naam het evangelie daar moeten brengen, waar de mensen nog zonder elk (geestelijk) inzicht zijn. Die mensen mogen echter ook niet verloren gaan en zullen daarom aangesproken worden door diegenen die zich in diep geloof met Hem verbinden en bijgevolg ook daartoe bekwaam zijn het weten over Jezus Christus aan die mensen over te brengen, en die Hij daarom voorziet van grote kracht om in Zijn naam te werken. Want het weten moet overal verspreid worden, opdat een ieder nog zalig kan worden, die deze grote genade benut en de weg naar Jezus Christus vindt, die alleen hem redden kan uit diepe geestelijke nood.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte