Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8943
8943 De mens is geen "toevalsproduct" van een scheppende macht
25 februari 1965: Boek 94
De mens met al zijn ondeugden, fouten en gebreken is makkelijk geneigd te geloven dat hij zo door GOD geschapen is - tenminste, als hij nog gelooft uit HEM te zijn voortgekomen. Maar deze schepper zou elke liefde en wijsheid moeten worden ontzegd bij zijn beweegreden die hem er toe bracht wezens te scheppen, en dan zou ieder mens slechts het product zijn van een wezen dat dus zelf onvolmaakt was, dat vanuit een gril wezens schiep, maar aan wie nooit de hoogste volmaaktheid zou kunnen worden toegekend.
Wie dus ooit zo'n gedachte kan koesteren, die is nog helemaal zonder licht. Hij vormt van de Schepper van hemzelf een totaal vals begrip, want het bestaan als mens is maar een stadium van een oneindig lang ontwikkelingsproces. Het is echter tegelijkertijd ook het voornaamste stadium, want gedurende deze tijd neemt het wezen nu als mens de laatste wilsbeslissing - om dan ook weer zijn oertoestand, waarin het eens geschapen is, te kunnen bereiken.
U allen moet weten, dat uw afkomstig zijn uit het hoogst volmaakte WEZEN evenzo een staat is geweest van hoogste volmaaktheid, en dat u nu in een toestand bent die u uzelf geschapen hebt, die dus niet het werk van uw Schepper van eeuwigheid is geweest. U allen moet weten dat het maar een tussentijdse situatie is die u zelf veroorzaakte door het verkeerd richten van uw wil. Deze toestand zou u echter weer kunnen veranderen in uw oertoestand, als uw wil eveneens daartoe bereid zou zijn.
Daarom moet u strijden tegen al uw ondeugden en fouten. U moet proberen uzelf te veranderen en u een toestand scheppen waarin u alle fouten in deugden omzet, waarin u, vanuit een houding die helemaal tegen GOD gericht is, een verandering realiseert die u in ZIJN Nabijheid plaatst en u weer de oertoestand nadert waarin u eens uit HEM bent voortgekomen.
U kunt nooit het "er zijn" als mens als een afgesloten leven beschouwen. U zou altijd moeten weten dat er een "eerder" geweest is en dat er ook een "hierna" is. Dat u echter in uw bestaan als mens een beslissing moet nemen of u vrij wilt zijn van elke vorm, (het lichaam = opm.v.d.uitg.) of dat u weer terugvalt in een stadium dat u al sinds lang overwonnen had. Maar geloof niet dat u "toevalsproducten" bent van een scheppende macht, die uit willekeur wezens buiten zich plaatste die min of meer met gebreken en ondeugden van allerlei aard behept zijn. Geloof dat aan deze Scheppingsmacht Liefde en Wijsheid moet worden toegekend en dat ZIJ u schiep met de bedoeling om ZICHZELF, d.w.z. Haar Liefde in de geschapen wezens te kunnen laten binnenstralen. Wat evenwel die wezens zelf verhinderd hebben, dat zij dus die Liefde afwezen en daardoor in het tegendeel verkeerden, in die wezens die u nu als mens bent - maar altijd met het doel weer uw vroegere hoedanigheid te verwerven.
Beschouw dus uw tijd op aarde maar als een doortocht. Beschouw ze als een in het goddelijk plan voorziene terugvoering tot uw eigenlijke staat, daar u eens hoogst volmaakt uit de Scheppingsmacht bent voortgekomen. En weet dat u in het aardse leven alle moeite moet doen om tegen alle ondeugden te vechten die u beletten weer de vereniging met uw Schepper van eeuwigheid, DIE uw VADER wil zijn, aan te gaan, dat u echter oneindig zalig zult zijn als deze omkeer u gelukt. Als u de verandering tot liefde mogelijk maakt en u daardoor de liefdestraal van uw VADER weer mag opvangen Die u deze zaligheid bereidt. Want dat is alleen uw doel, weer te worden wat u in het oerbegin was, een in hoogste volmaaktheid staand wezen, zoals u eens uit GOD bent voortgekomen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte