Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8936
8936 In de toestand van de gebonden wil is positieve ontwikkeling verzekerd. Maar als mens?
16 februari 1965: Boek 94
Overal in mijn schepping, wat het ook moge zijn, is er een voortgang in de ontwikkeling, ook wanneer u mensen dit niet kunt nagaan. Maar mijn woord moet voor u voldoende zijn dat er niets achteruitgaat gaat in een toestand die al overwonnen is. Dit kan alleen in het stadium als mens gebeuren, daar het de mens vrij staat de weg omhoog te gaan of weer in de diepte terug te zinken. En als u dit bedenkt dat u er eeuwigheden voor nodig hebt gehad om toegelaten te worden als mens belichaamd te zijn, wanneer u denkt aan de eindeloos lange gang die u met zekerheid deze belichaming eenmaal moest opleveren, dan zou u zich ook met een besef van verantwoordelijkheid vervuld voelen in deze tijd op aarde, die waarlijk slechts kort is te noemen in verhouding tot de tijd van de voorafgaande belichamingen in scheppingen van de meest uiteenlopende aard.
En toch is juist deze tijd als mens doorslaggevend voor uw verdere lot. Want tevoren ging u in de staat van de gebonden wil over de aarde. U zou niets anders hebben gekund dan mijn wil te vervullen en moest daardoor onherroepelijk opwaarts gaan. Maar nu is uw levenswandel een aangelegenheid van uw vrije wil. Wat u in het voorstadium móest doen - dienstbaar zijn - daarin wordt u nu de vrije keuze gelaten. U bent er niet meer toe gedwongen, integendeel, de liefde in u moet u ertoe aanzetten. Maar de liefde zult u zelf in u moeten ontsteken, dan zal ook het dienstbaar zijn u licht vallen en uw weg over de aarde zal u ook verder opwaarts voeren. Daarom is het 't belangrijkste in het leven op aarde wanneer u de betekenis van een leven in liefde wordt voorgehouden, wanneer u op de hoogte bent van de uitwerking ervan en van het gevaar van een gebrek aan liefde, die u een terugslag kan bezorgen en verschrikelijk voor u is.
Tevoren trok Ik zelf u omhoog daar mijn liefde u volgde en voor u steeds weer gelegenheden heeft geschapen, opdat u zich eenmaal als mens zou kunnen belichamen. Maar nu moet Ik mijn wil van u terugtrekken, Ik moet het aan uzelf overlaten om te streven opwaarts te gaan. Ik heb u weliswaar voor uw leven op aarde als mens een groot genadegeschenk gegeven doordat Ik u een vonkje van mijn goddelijke geest, een stukje van Mij zelf toevoegde, dat u echter zelf zult moeten ontsteken en wat uw levenstaak is. En dit liefdevonkje moest Ik u geven, daar u anders weer ten prooi zou vallen aan mijn tegenstander, die nu ook weer het recht bezit om om uw ziel te strijden, wat hem tevoren niet mogelijk is geweest. En zo hebt u enerzijds wel rekening te houden met zijn aanvallen, maar u bezit toch een tegenwicht: mijn goddelijk liefdevonkje waarmee u hem verre van u zult kunnen houden, waartegen hij machteloos is, steeds vooropgesteld dat u zelf dit vonkje in u zult voeden, dat u mijn genadegeschenk volledig benut, want dan bereikt u ook zeker uw doel dat u voor het leven op aarde is gesteld.
Schenkt u echter geen aandacht aan dit liefdevonkje, dan heeft hij u in zijn macht. Hij zal u steeds meer naar beneden trekken en weer over u kunnen heersen, omdat u zelf hem daartoe de macht verleent. Maar dan is voor u de hele voorafgaande gang over de aarde tevergeefs geweest en Ik kan u niet redden van een herhaalde val in de diepte.
Daarom is het bovenal noodzakelijk dat u mensen allen op de hoogte bent van het evangelie der liefde, dat u allen ervaart welke uitwerking een leven in liefde tot gevolg heeft en dan ook zult weten dat u zelf verantwoordelijk bent voor uw leven op aarde. Want Ik kan alles doen. Ik kan u alle mogelijkheden verschaffen. Ik kan uw lot sturen zodat u Mij zult kunnen vinden, maar Ik kan uw vrije wil geen dwang opleggen. U zult zelf de laatste beslissing moeten nemen en alle genaden staan u ter beschikking die u zult kunnen gebruiken. Maar het ligt aan uzelf of en wanneer u die hoogte bereikt, van waaruit voor u dan geen val in de diepte zal bestaan.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte