Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8902
8902 Er is nog maar op weinig mensen vat te krijgen
29 december 1964: Boek 93
Wat u ook zult willen ondernemen, raadpleeg MIJ, verlaat u op MIJ in het vaste vertrouwen, dat IK MIJ om al uw zorgen bekommer. Want wel ken IK uw geheimste gedachten, maar toch wil IK in een vertrouwelijke samenspraak gevraagd worden om Mijn bijstand.
Steeds weer moet IK u de verzekering geven dat IK Zelf de mensen naar u toestuur aan wie u Mijn Woord moet brengen. Dit zijn waarlijk geen lege woorden die IK zomaar uitspreek, veeleer zult u er zelf over moeten nadenken, hoe en op welke manier IK voor u deuren geopend heb, dat er bij MIJ ook geen afstanden bestaan, dat IK iedereen bereiken kan en hun die zich bij de hand laten nemen Mijn Woord doe toekomen.
En of ook, gezien het aantal, de kring klein schijnt, u weet niet hoe de uitwerking van Mijn Woord is en kracht geeft aan de aangesproken mensen en ook aan de zielen in het hiernamaals, wier aantal onafzienbaar groot is, dus het reddingswerk in het rijk hierna nog veel groter is dan op de aarde. En u moet u daarom tevreden stellen en ook weten dat IK steeds nieuwe zielen bereiken zal aan wie u Mijn gaven van boven moet aanbieden. Maar geloof niet dat u grotere resultaten zult boeken indien uw eigen wil niet liefdevol aan het werk is, dat u met heel uw hart en ziel uzelf inzet voor de verbreiding van Mijn Woord.
Zoals de mensen van de wereld nu zijn, zijn ze niet meer te winnen, ze zullen steeds een afwijzende houding aannemen en allen die zich inspannen het Woord dat ze ontvangen, verder te geven, zullen op weerstand stuiten. Dus alleen nog maar een werk dat in zuivere liefde verricht wordt, belooft succes, want op zo'n werk rust Mijn Zegen. Zodra mensen met 'n niet gewekte geest zich aan dit werk wijden, verliest ook Mijn Woord aan kracht, want liefde moet dit uitdelen en liefde moet het ontvangen. Juist de onzelfzuchtigheid van de medewerkers geeft u de garantie dat IK Zelf met hen ben en dat IK ook geen dwaling toelaat, omdat dat het werk van de tegenstander is. De tegenstander kan echter niet daar zijn, waar geen zelfzuchtige gedachte voorkomt die hem het binnensluipen mogelijk maakt.
(29 dec) En zo is de tegenstander uitgeschakeld, want de mens strijdt met het wapen van de liefde zodra hij zich belangeloos voor zijn naaste inzet; en tegen liefde is de tegenstander machteloos. U kunt dus makkelijk de overhand krijgen, als u daar maar steeds aan denkt; wanneer u altijd met onbaatzuchtige naastenliefde vervuld bent, die voor uzelf een kracht is, en u zult ook geen zwakheden meer hoeven te vrezen, want alles is dan goed wat u onderneemt, dan vervult u Mijn Wil en kunt u alleen tot zegen van uw medemensen werkzaam zijn.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte