Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8824
8824 De instelling van andere religies tegenover Jezus Christus
2 juli 1964: Boek 93
Steeds zult u zich afvragen, waarom Ik niet diegenen het weten overbreng over Jezus en Zijn verlossingswerk, die serieus aan hun vervolmaking werken, maar bij andere geestesrichtingen horen. Dat dezen het geloof aan Zijn missie niet aannemen en toch niet een streven van hen naar volmaaktheid nog in dit leven valt te ontkennen. Ze erkennen een Wezen boven zich als hoogst Wijs, Liefdevol en Machtig en proberen nu zich Diens gunst te verwerven door zelfverloochening, door ascese en diensten van liefde aan hun medemensen. Ze zijn ook bereid, het moeilijkste leven op aarde op zich te nemen terwille van hun volmaaktheid, maar ze zonderen zich meestal af van de mensen. Ook zijn deze mensen op de hoogte van Jezus, ofschoon tevoren alleen van de Mens Jezus, Die Zijn leven aan het kruis moest laten, en het is dus geen onwetendheid. Het zou hun plicht moeten zijn, zich grondig met Hem bezig te houden, in het bijzonder wanneer ze als leraar willen optreden tegenover de medemens, wanneer ze vanwege hun weten een belangrijkere positie innemen. Want hen is ook het gebeuren bekend, waaraan de Mens Jezus, zuiver menselijk gezien, was blootgesteld.
Zodra nu een lichtwezen op aarde is belichaamd, dat zonder oerzonde, alleen met het doel van een missie, naar de aarde is afgedaald, dan zal dit lichtwezen ook van Hem op de hoogte zijn. En de mensen, voor wie de zelfverlossing van groot belang is, zouden zich ook met dit probleem bezig moeten houden, waartoe Ik hen steeds behulpzaam zou zijn, omdat ze Mij erkennen, omdat ze dus al elke weerstand tegen Mij hebben opgegeven. Verlossing van hun oerschuld kan hen pas door Jezus Christus ten deel vallen, maar voor ieder, die enstig naar Mij verlangt, zal het niet moeilijk zijn tot dit inzicht te komen, want het gaat Mij toch alleen daarom, de mensen de zuiverste waarheid te laten toekomen.
Ik spreek dus over diegenen, die als wijs gelden en aan wie de mensen een voorbeeld zullen nemen, die zichzelf in een toestand kunnen verplaatsen helderziend te zijn en de gave hebben zichzelf buiten hun lichaam op te houden, maar die nu ook de missie van de Mens Jezus zouden kunnen inzien, als ze daartoe de wil zouden hebben. Want de waarheid zal Ik hen altijd laten inzien. Maar voor deze waarheid sluiten ze zich af, ondanks hun verlangen zichzelf tot de grootste volmaaktheid te brengen. Daarom zal ook daar het christendom weinig instemming vinden en bijgevolg ook Mijn Menswording in Jezus niet worden erkend. Doch overal zijn ook lichtwezens belichaamd, in het bijzonder in de laatste tijd voor het einde. En Mijn Geest kan hen zeggen welke betekenis het verlossingswerk van Jezus Christus heeft. Want ze brengen het evangelie onder de mensen en maken hen opmerkzaam op de kracht van de liefde, de ware navolging van Jezus, Die door liefde en leed moest gaan, voor Hij het verlossingswerk volbracht. En naar hun liefde worden de mensen ook beoordeeld. En gemakkelijk zullen de mensen, die in liefde leven, tot het inzicht komen van de waarheid en ze zullen Mij in Jezus erkennen in het rijk hierna, wanneer ze het aardse (tranen)dal hebben verlaten en ze Mij nu om verlossing van de oerschuld vragen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte