Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8727
8727 Openlijke getuigenis in de geloofsstrijd
16 januari 1964: Boek 92
U allen die de tijd van de geloofsstrijd meemaakt, zult aan eisen zijn blootgesteld, wanneer het erom gaat te beslissen of u voor of tegen Mij bent. Want u zult een openlijke getuigenis moeten afleggen en dat betekent dat u Mij óf helemaal zult moeten loochenen óf overtuigd voor Mij moet opkomen. En men zal u met harde middelen dwingen te beslissen, die u zult vrezen wanneer u niet zo'n sterk geloof in Mij bezit dat u zich vol vertrouwen steeds alleen aan Mij vasthoudt en Ik ook uw geloof niet zal beschamen. Juist deze geloofsstrijd moet nog worden uitgevochten voor het einde, omdat dan pas de scheiding plaatsvindt van de "bokken en de schapen", omdat dan de schare der mijnen zal blijken, die mijn tegenstander niet aan het wankelen zal brengen omdat ze het levende geloof bezitten en niet slechts vormchristenen zijn die in de laatste strijd zullen falen.
Weliswaar zullen de dwangmaatregelen van de vijand zulke vormen aannemen dat de mensen menen te moeten toegeven wanneer ze verder willen leven. Maar wie een levend geloof heeft, weet dat Mij alles mogelijk is, dat Ik ook buiten de wetten om de mensen kan behouden, omdat voor Mij niets onmogelijk is en omdat Ik ook tegenover de gelovige daardoor geen geloofsdwang gebruik. Maar u zult geen compromis mogen sluiten, dat u gelooft Mij in uw hart te bewaren en naar buiten toe Mij te verloochenen, want Ik heb van u het getuigen voor de wereld geëist om u dan ook te erkennen in het rijk hierna.
Mijn tegenstander zal ongewoon te werk gaan om Mij uit te schakelen zoals hij meent, en dit is dan ook de tijd waarin hem alle macht weer wordt ontworsteld, omdat hij ze alleen gebruikt om Mij tegen te werken en hij dan zijn bevoegdheid overschrijdt zodra hij Mij zelf wil uitschakelen. U zult heel veel kracht moeten opbrengen, maar de mijnen zal deze kracht toestromen, ze zullen de kracht putten uit hun sterke geloof, ze weten dat Ik zelf bij hen aanwezig ben en deze zekerheid stelt hen ook in staat het openlijk voor Mij en mijn naam op te nemen. En al zijn de aanvallen nog zo heftig, al zijn de maatregelen nog zo meedogenloos, alles zult u kunnen verdragen met mijn bijstand, want Ik verlaat u niet, u die enkel de wil hebt vol te houden tot aan het einde. Ik weet hoeveel u kunt verdragen en daarmee in overeenstemming zult u ook door mijn engelen zijn omgeven, die u beschermen in deze laatste strijd. U zult u alleen niet mogen overgeven aan de zelfmisleiding dat het voor Mij voldoende zou zijn wanneer u Mij in uw hart belijdt, want u zult het bewijs moeten leveren van uw levend geloof in Mij, dat steeds alleen de mijnen zullen kunnen opbrengen wier geloof door een leven in liefde levend is geworden.
Maar wie slechts een vormchristen is, wie zonder liefde voortleeft ofschoon hij bij een kerkelijke organisatie hoort, zal door twijfel worden overmand over de waarheid van zijn denken en geloven tot nu toe en hij zal snel bereid zijn ter wille van aardse voordelen zijn geloof op te geven. En dat zal de grootste verzoeking zijn die de mensen ooit moesten doorstaan, dat hun alles wordt onthouden wat nodig is om te leven wanneer ze Mij trouw blijven, dat hun anderzijds alles wordt toegekend en ze aardse voordelen verwerven wanneer ze Mij verloochenen, wat de meesten ook niet zwaar zal vallen daar hun geloof nog niet levend was en hun daarom nu alles twijfelachtig voorkomt. Want mijn tegenstander verstaat de kunst alle geestelijke samenhang door elkaar te halen, en de ontbrekende liefde betekent ook geen inzicht.
En de mensen geven zonder bezwaar datgene prijs wat ze tot nu toe bezaten, een dood christendom, en keren zich meer dan ooit naar de wereld die hen volop vervanging biedt voor wat ze opgaven. En dan is ook de scheiding voltrokken, want dan zullen er slechts twee kampen zijn: de mensen die Mij geheel en al zijn toegedaan, die ook zichtbaar mijn bescherming genieten, en een leger van ongelovigen, mensen die toebehoren aan mijn tegenstander, die ook spoedig het laatste gericht mee zullen maken dat een einde zal maken aan de geloofsstrijd. Want Ik zelf zal komen om de mijnen op te halen en de omvorming van de oppervlakte van de aarde te verwezenlijken, die de kluistering betekent van de mensen die falen in de laatste strijd op deze aarde.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte