Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8680

8680 Het navolgen van Jezus: het kruis dragen

21 november 1963: Boek 91

U zult de brug naar het geestelijke rijk altijd betreden wanneer u Jezus navolgt, de goddelijke Verlosser die deze brug voor u mensen heeft gebouwd en u de weg is voorgegaan. Hij zelf heeft deze brede kloof tussen de aarde en het geestelijke rijk overbrugd door Zijn werk van verlossing. Hij is de zwaarste en meest pijnlijke weg naar het kruis gegaan en heeft daardoor de brug geslagen naar het lichtrijk, die ieder mens betreden kan en die altijd naar het juiste doel zal leiden.

De weg van de navolging van Jezus moet worden gegaan, dat wil zeggen: zoals Hij al het leed op zich nam uit liefde voor de ongelukkige mensheid, zo moet ook de mens de weg van de liefde en het lijden gaan, moet - ofschoon de mens Jezus alle schuld van de gevallen broeders op zich had genomen en dus door de kruisdood, door het werk van verlossing, de grote oer-schuld teniet heeft gedaan - om zijn ziel te louteren Hem trachten na te volgen. Zijn ziel kan alleen van aanklevende onzuiverheden ontdaan en gekristalliseerd worden door liefde en leed en ze moet deze loutering nog op aarde realiseren, wil ze een graad van licht bereiken die haar gelukzaligheid garandeert. Want de mens verblijft op de aarde met het doel dat zijn ziel zich kan bevrijden van elke onreinheid, van alle zonden en begeerten, zwakheden en ondeugden, die nog als gevolg van haar vroegere afval aan haar kleven, waarvan ze vrij moet worden en dat ook kan wanneer ze de weg over de aarde vol van leed geduldig aflegt en zij haar best doet een leven in liefde te leiden. Want de liefde is het zekerste middel om van onrijpheid vrij te worden. De liefde lost alle aanklevingen en omhulsels op die een ziel nog bezwaren. En het leed in berusting gedragen, is eveneens geschikt om de ziel te laten kristalliseren, die dan ontvankelijk voor licht en licht doorlatend is geworden wanneer ze het rijk hierna binnengaat.

Daarom sprak Jezus de woorden: "Wie Mij wil navolgen, neme zijn kruis op zich". Geen mens zal geheel van leed verschoond blijven, al is dit de mensen ook verschillend opgelegd. Maar het leven op aarde is niet de laatste verwezenlijking. Het is steeds alleen maar een plaats om zich voor te bereiden op het eigenlijke leven in het geestelijke rijk. En wat de ziel op aarde nog wordt opgelegd, kan haar gelukzaligheid in het hiernamaals alleen maar verhogen, vooropgesteld dat het overgegeven aan de goddelijke wil wordt verdragen. De mens moet dus vrijwillig de weg van de navolging van Jezus gaan. Het moet hem zelf erom te doen zijn dat zijn ziel op aarde een grotere rijpheid verkrijgt. Hij moet bewust besluiten Jezus na te volgen, hij moet ook Zijn werk van verlossing erkennen en er voor zichzelf een beroep op doen. Want nooit zal een bestaan op aarde dat nog zo vol van leed is, de ziel voltooiing bezorgen wanneer de mens zich niet bij Jezus aansluit. Wanneer hij geen beroep doet op Zijn werk van verlossing en de genade ervan, wanneer hij niet in Hem gelooft en niet gelooft dat het God zelf is geweest, die in de mens Jezus het werk van verlossing heeft volbracht. Dan kan zijn weg over de aarde nog zo vol van leed zijn, maar hij zal er voor zijn ziel geen voordeel uit halen, want hij is dan Jezus niet vrijwillig nagevolgd.

Maar hoe meer u mensen van liefde vervuld bent, des te minder zal het leed u terneerdrukken. Want de liefde is het beste oplosmiddel. De gloed van de liefde zal alle omhullingen van de ziel oplossen, ze zal al het onreine en verharde doen smelten. De liefde zal in korte tijd de zuivering van de ziel tot stand brengen en de mate van lijden zal verminderd kunnen worden, waar de liefde de reiniging van de ziel al begonnen is.

En daarom zal de mens uitermate actief dienstbaar moeten zijn, om daardoor de liefde tot uitdrukking te brengen. Want liefde spoort aan tot werkzaamheid en zodra ze dus in onbaatzuchtigheid de naaste geldt, zal de mens voortdurend werken van liefde verrichten en dan zal hij dus de weg van de navolging van Jezus gaan, die eveneens door de liefde steeds weer werd aangespoord tot werken van hulpvaardigheid, die leed en nood van de medemensen trachtte te lenigen en ongewone kracht gebruikte om de medemensen te helpen.

En zo zal ook een voortdurende hulpvaardigheid een weg zijn om Jezus na te volgen, omdat ze liefde bewijst die altijd alleen maar een zegenrijke uitwerking kan hebben, zowel bij de gever als ook bij hem die een beroep doet op de hulp. Want de liefde is het machtigste, het goddelijke, dat onherroepelijk naar de voleinding van de ziel moet leiden, dat een ziel moet reinigen en ontvankelijk maken voor licht. De liefde is het laatste doel op de aarde, omdat ze tot aaneensluiting met de eeuwige Liefde voert, omdat ze de staat van heel in het begin herstelt waarin het wezen werd geschapen en daarom ook hoogste gelukzaligheid moet garanderen, die het wezen dan vindt in de innigste aaneensluiting met zijn God en Vader van eeuwigheid, uit wiens liefde het eens is voortgekomen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte