Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8471
8471 Het bereiken van het kindschap Gods vereist het loskomen van de wereld
18 april 1963: Boek 89
Alles zult u kunnen bereiken wanneer u maar de ernstige wil zult opbrengen. Want dan zult u ook onmetelijke kracht kunnen ontvangen om uit te voeren wat u zult willen. Maar juist uw wil is zwak en de wereld houdt u nog veel meer gevangen dan dat u bereid zou zijn alles op te geven. Maar wilt u het kindschap Gods nog op aarde bereiken, dan is daar een volledig overwinnen van de wereld voor nodig. U zult u helemaal van de materie moeten hebben losgemaakt, wat echter niet betekent dat u zich als kluizenaar zult moeten terugtrekken in de woestijn. U zult ook midden in de wereld kunnen staan en toch de materie helemaal hebben overwonnen, want met haar om te gaan betekent niet haar te begeren. Want de aardse plichtsvervulling hoeft geen hindernis te zijn voor de positieve ontwikkeling van de ziel, wanneer ze een dienst is aan de medemensen en wanneer deze dienst niet alleen verricht wordt vanwege aards gewin, dat dus het verkrijgen van materiƫle goederen de aanleiding is voor de werkzaamheid die de mens verricht.
Ook het bezit van een mens is geen hindernis voor de totale vergeestelijking, wanneer het weer wordt gebruikt voor dienende, onbaatzuchtige naastenliefde. Maar wordt op de eerste plaats de eigenliefde bevredigd, dan is ook de weg naar de vergeestelijking nog heel lang. Dan is het streven naar het hoogste doel nog niet serieus en dus de wil te zwak, wat ook het ontbreken van kracht tot gevolg heeft.
Het hangt dus van u mensen zelf af of u in korte tijd nog het doel zult bereiken. Er kan u een heel leven ter beschikking staan en u komt geen stap verder, maar u zult u ook in zeer korte tijd kunnen voltooien, wanneer dit uw ernstig streven is, omdat het u dan ook waarlijk niet aan kracht zal ontbreken. En zodra u een weten wordt gegeven dat u ook een overmaat van genaden verzekert, zult u ook heel bewust naar uw voltooiing kunnen streven, wat echter steeds vereist dat u zich losmaakt van de wereld. In hoeverre u daartoe gewillig bent, bepaalt ook uw capaciteit. Want de ernstige wil waarborgt u ook de toevoer van kracht.
Maar u mensen verwacht altijd nog teveel van uw leven. U koestert nog zo veel wensen en bent niet bereid deze op te geven. U vertrouwt Mij ook nog niet onbeperkt, daar u anders niet zou betwijfelen dat Ik u ook door het leven op aarde heen leid, dat u geen nood hoeft te lijden wanneer Ik zie dat uw zielenheil voor u prioriteit heeft en u afstand neemt van aardse wensen. Want Ik alleen ben het Die u geven maar ook ontnemen kan, Die u ook rijkelijk voorziet wanneer u bereid bent Mij een offer te brengen, want u zult er waarlijk niet onder lijden. Want wat het lichaam vrijwillig ontbeert, dat wint de ziel duizendvoudig. En wanneer u overweegt dat u alle aardse goederen zult moeten opgeven wanneer uw ziel het lichaam zal verlaten, dat u niets mee naar boven zult kunnen nemen behalve alleen uw geestelijk gewin, dan zult u ook de waardeloosheid van aardse goederen inzien en proberen u daarvan los te maken ter wille van geestelijk voordeel.
Maar Ik kan u niet dwingen afstand te doen. Ik kan u alleen bijstaan doordat Ik u afneem wat nog hinderlijk voor u is, of doordat Ik u zoveel hindernissen in de weg stel dat u vrijwillig opgeeft wat niet nuttig is voor uw zielenheil. En dit onderscheid tussen "plichtsvervulling" en "eigen verlangen naar de goederen van de wereld" zult u ernstig moeten proberen vast te stellen. En voelt u zich helemaal vrij van het laatste, dan zult u ook waarlijk het laatste doel kunnen bereiken op aarde, kind van God te worden. Want in overeenstemming met de ernst van uw willen en streven, zal zich dan ook het verloop van uw leven ontwikkelen, u altijd de grootste mogelijkheden biedend om de hoogste doelen te bereiken. Maar aan kracht zal het u niet ontbreken, omdat u dan in mijn wil opgaat en uw terugkeer naar Mij verzekerd is.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte