Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8463

8463 Jezus heeft onmetelijk geleden

10 april 1963: Boek 89

U moet er steeds aan denken wat de mens Jezus voor u geleden heeft omdat Zijn liefde u wilde helpen vrij te komen uit de ketenen van de satan. Al uw schuld heeft Hij op zich genomen en voor de verzoening van deze schuld bovenmenselijk geleden en tenslotte deze schuld betaald met de smartelijkste dood aan het kruis. En al wordt de grootte van Zijn offer en de maat van Zijn lijden u altijd weer voorgehouden, toch is het u gevoelsmatig niet mogelijk dit leed aan te voelen en toch moet u hier heel vaak aan denken om ook Zijn overgrote liefde die Hem tot het verlossingswerk bewoog tot u door te kunnen laten dringen. Zijn ziel was rein en vlekkeloos. Zij kwam uit de hoogste lichtsferen in de duistere zondige wereld. Zij kwam tot een mensheid die zondig was door de eerdere afval van God en die ook weer in het aardse leven zondigde omdat zij onder de invloed stond van de tegenstander die de mensen voortdurend aanzette tot liefdeloosheid. En zij kon hem niet weerstaan, omdat zij geheel verzwakt was door de last van de oerzonde. De mensen bevonden zich in diepe duisternis en konden daarom ook de vijand van hun ziel niet doorzien en zodoende bevonden zij zich in diepe geestelijke nood en hadden daar op eigen kracht ook nooit vrij van kunnen worden.

En Jezus ontfermde zich over deze mensheid, want het waren Zijn gevallen broeders die voor eeuwig van de Vader gescheiden zouden zijn gebleven en die Hij daarom wilde helpen, die Hij de weg weer wilde tonen die naar het vaderhuis terug voert. Jezus bood zich vrijwillig aan voor een werk van verzoening dat u mensen niet kunt beseffen. Hij leed lichamelijk en geestelijk, want wat men Hem kon aandoen om Hem te pijnigen, wat men Hem aan leed en pijn kon berokkenen, dat hebben de mensen gedaan die aanhangers waren van de tegenstander die het verlossingswerk uit alle macht wilde verhinderen. Wat echter Zijn ziel doorstaan heeft in het rijk van de vorst der duisternis, uitgeleverd aan diens knechten en handlangers, is voor u mensen onbegrijpelijk. Want die ziel kwam uit een goddelijke lichtsfeer en daalde af in de hel, in het gebied van Gods tegenstander, waar het duister was en waar die ziel onbeschrijflijke pijnen moest verduren, omdat al het zondige, duistere haar smartelijk beroerde, omdat al het niet geestelijke zich aan die ziel vastklemde en probeerde haar met zich mee in eindeloze diepten te sleuren. Zij echter bood weerstand, zij bediende zich van de kracht uit God. Want de ziel van Jezus was vol van liefde en deze liefde was haar kracht die haar het verlossingswerk mogelijk maakte.

Jezus zag de rampzalige toestand van de mensen op de aarde. Hij zag hun onmacht en hun blindheid en Hij nam in Zijn liefde de strijd op met hem, die de mensen in zijn macht had. Die hen in het ongeluk had gestort en wilde verhinderen dat zij hieruit een uitweg vonden. Jezus heeft Zijn liefde gesteld tegenover zijn haat en zijn boze werken, en deze liefde was sterker dan de haat, zij overwon de tegenstander. De liefde offerde zich op voor de medemensen en de liefde kocht door Zijn dood aan het kruis de mensen vrij van hem die hen gevangen hield.

De prijs was zeer hoog. Jezus gaf alles op voor de zondeschuld der mensen. Hij offerde zichzelf. Hij bewees de tegenstander dat de liefde sterker is dan de haat, dat de liefde alles volbrengt, dat zij zelfs voor de dood niet terugschrikt als zij daardoor het onvrije de vrijheid wilde schenken, als zij daardoor het dode weer tot leven wilde brengen en het gevangene aan zijn cipier kon ontrukken. Geen smart en lijden was voor de mens Jezus zo groot dat Hij het verlossingswerk op zou geven, want Zijn erbarmen met de zondige mensheid was zo groot dat niets hem meer deed terugdeinzen. Hij ging gelaten en gewillig de dood in, terwijl Hij tevoren al bovenmenselijk lijden verdragen had ter wille van de zonden der mensheid.

En als u mensen hieraan denkt, dan moet u toch wel zonder te dralen in vurige liefde tot Hem gaan. U moet zich onder het kruis haasten om tot hen te behoren voor wie de mens Jezus Zijn bloed vergoten heeft. U moet van de kracht van Zijn liefde zo doordrongen zijn, dat u deze liefde uit het diepst van uw hart beantwoordt en uzelf geheel aan Hem overgeeft, om Hem toe te behoren en de Zijne te blijven tot in alle eeuwigheid. U zult zich niet vaak genoeg Zijn lijden en sterven voor ogen kunnen houden en u zult steeds nader tot Hem komen als u bedenkt dat u zelf al dat lijden dat Hij verdragen heeft had moeten dragen om de grote schuld te verzoenen - en dat Hij u daarvan verlost heeft.

Dit was alleen mogelijk door de Liefde die in Hem woonde. En deze Liefde was God zelf, die de mens Jezus geheel doorstraalde en Hem de kracht gaf het werk van erbarmen te volbrengen en de tegenstander te overwinnen. Want de liefde is de kracht waarvoor zelfs de tegenstander van God bezwijken moest, zodat hij die zielen moet laten gaan die de weg tot het kruis nemen en Jezus Christus erkennen als de goddelijke Verlosser en Hem bidden dat Hij hun schuld mag vergeven.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte