Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8381
8381 Verbreiden van de waarheid - Leven in liefde
15 januari 1963: Boek 88
Draag de waarheid verder. Deze opdracht geef Ik u steeds weer en u zult daarom steeds alleen mijn wil vervullen wanneer uw bezigheid daarin bestaat, geestelijk goed van Mij in ontvangst te nemen en het voor de medemensen toegankelijk te maken. En u zult het kunnen geloven dat u niets meer eigenmachtig zult ondernemen, omdat u zich steeds weer innig met Mij zult verbinden om mijn woord in ontvangst te nemen en deze band u ook juist denken garandeert. En Ik kan niet alle mensen rechtstreeks toespreken, want zolang ze nog met de aardse wereld in verbinding staan, zijn hun harten nog niet in staat Mij zelf te vernemen. Want daartoe behoort het afgesloten zijn van de wereld, want alleen dan kan Ik zelf Me uiten en Mij voor hen begrijpelijk maken.
Maar hoe zelden zal dit loslaten van de wereld maar plaatsvinden, ook wanneer het de mensen ernst is de juiste weg te gaan. Maar om Mij werkelijk als drager van licht en waarheid te dienen, moet een zo volledige overgave aan Mij hebben plaatsgevonden dat er niet meer acht wordt geslagen op de wereld, wat echter maar heel weinig mensen lukt, want steeds zal de wereld zich op de voorgrond dringen en in het denken van de mensen mengen. En dat moeten ook de mensen ter harte nemen, die wel ook geloven geestelijk te werken op aarde, maar ook te zeer een beroep doen op hun verstand, juist door wereldse invloeden en eisen die van de mens verstandelijk denken verlangen en daardoor een zuiver geestelijke bezigheid in twijfel is getrokken.
Wie Mij dienen wil, die moet zich er helemaal voor inzetten en hij mag de wereld generlei concessies meer doen. Dan echter kan Ik ook in hem aanwezig zijn en hem beschermen tegen elke niet geestelijke invloed en dan is ook de zuivere waarheid gegarandeerd die hij nu rechtstreeks van Mij in ontvangst neemt. En deze waarheid moet dan ook in de wereld worden uitgedragen, want ze is niet het bezit van de ontvanger alleen, maar door deze voor alle mensen gegeven. En ze kan er weer toe bijdragen dat ook de medemens zich afzijdig van de wereld houdt, dat voor hem mijn aanwezigheid zo nastrevenswaardig is, dat hem de wereld zo zonder smaak voorkomt en hij ze graag weggeeft om voor geestelijke goederen van Mij in te wisselen, die hem buitengewoon gelukkig zullen maken.
Het onderzoek van geestelijk goed stelt weliswaar als eerste een leven in liefde voorop, dat de mens bekwaam maakt om juist te denken, dat ook zijn verstand zal verlichten en zowel zijn hart als ook zijn verstand het geestelijk goed aanneemt. Want zonder liefde is de mens zelf nog toebehorend aan mijn tegenstander en deze zal geen licht toelaten, maar trachten het te vertroebelen of te doven. Waar echter Ik zelf al de geest kon verlichten, omdat de mens in zich het liefdeslicht heeft ontstoken door werkzaam te zijn in liefde, daar zal ook het onderzoek naar geestelijk goed dat van Mij is uitgegaan, gemakkelijk zijn en tot een juist resultaat leiden. De onderzoekende zal zich zelf door Mij voelen aangesproken en tegen mijn woord geen enkele twijfel inbrengen.
En u zult mijn woord het volste geloof kunnen schenken, want het verkondigt u als eerste en belangrijkste de liefde. Het stelt u ook de uitwerking van een waar liefdeleven voor ogen alsook de dode toestand waarin een liefdeloos mens zich zal bevinden. Dus kan ook alleen de eeuwige Liefde zelf u zo’n leer overbrengen. En Ze doet dit om u voor zich te winnen, om u de weg te wijzen die weer naar Mij terugvoert, van Wie u eens wegging in licht en kracht.
De Liefde is mijn oerelement. Ik zelf ben de eeuwige Liefde en deze Liefde uit zich duidelijk tegenover u mensen om u te redden van een opnieuw neerstorten in de diepte. En deze Liefde zal u waarlijk ook de zuivere waarheid toezenden, want alleen de waarheid kan u naar de gelukzaligheid leiden, alleen de waarheid kan de duisternis verdrijven en alleen in de waarheid zult u de weg naar Mij vinden. En wanneer Ik u de opdracht geef, deze waarheid door te geven, dan zult u geen bedenkingen hoeven te hebben dat u eigenmachtig handelt in de keuze van hen aan wie u het geestelijk goed doet toekomen, want Ik zelf leg u de juiste gedachten in het hart. Ik zelf dring er bij u innerlijk op aan om datgene door te geven wat de mensen nodig hebben om hun weg over de aarde succesvol af te leggen. En elke arbeid zult u nu voor Mij verrichten en zal u ook door Mij gezegend zijn. Want wat nog gebeuren kan om de zielen redding te brengen in hun nood, dat zal ook gebeuren, omdat Ik u liefheb vanaf het allereerste begin en liefhebben zal tot in alle eeuwigheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte