Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8256

8256 Waarheidsgetrouw weten van het verlossingswerk

29 augustus 1962: Boek 87

Zodra u het verlossingswerk van Jezus Christus juist - dat is naar waarheid - duidelijk wordt gemaakt, zult u niet meer volharden in uw wil om af te wijzen, die al die mensen tegenover het weten stellen dat hun van mensenzijde daarover wordt bezorgd. Eerst moeten de mensen weten waarom het verlossingswerk van Jezus nodig was, wat de mens Jezus ertoe heeft bewogen op aarde een lijdensweg te gaan die bovennatuurlijke kracht vergde. U zult moeten weten waarvan Jezus de mensen wilde verlossen.

Want de mens is zich niet van zo’n grote schuld bewust, ofschoon zijn levenswandel op aarde niet altijd goed genoemd kan worden. Maar hij zal de gebeurtenissen rond Jezus, zoals ze hem worden beschreven, slechts als een legende beschouwen. Het ontbreekt hem aan begrip, juist omdat hij de geestelijke beweegredenen niet kent. Hij weet niets van zijn grote oer-schuld. En ook die hem onderrichten weten daar meestal niets van en kunnen daarom ook hun leringen niet geloofwaardig maken voor de mensen. Dat de “zonde” aanleiding voor het verlossingswerk van Jezus is geweest, zal weliswaar alle mensen bekend zijn. Maar ze zullen het niet kunnen begrijpen dat een mens zo ontzettend moest lijden voor zijn medemensen, die dus zelf hun schuld zouden moeten aflossen wanneer ze schuldig zijn geworden op aarde.

Maar dat het om een oer-schuld ging, om een overtreding die zo ernstig was dat de mensen zelf nooit deze schuld zouden hebben kunnen aflossen, dat het gaat om de afval van weleer van de geschapen wezens van God, en dat deze schuld daarom zo groot is, omdat de zonde in de staat van het helderste inzicht werd begaan en een rechtstreekse opstand tegen God is geweest, weten de mensen niet. En daarom willen ze ook het verlossingswerk van Jezus niet erkennen. Het kan hun echter gemakkelijk vallen wanneer ze in de volledige waarheid onderricht worden over de beweegreden van het verlossingswerk en de missie die de mens Jezus daarmee heeft vervuld, wanneer ze onderwezen worden over de toedracht van de afval van de oer-geesten van God, en dat de mensen zelf die gevallen oer- geesten zijn die op de terugweg naar God zijn, maar toch niet het doel kunnen bereiken zonder Jezus Christus, en dat daarom Jezus moet worden erkend als Gods Zoon en Verlosser van de wereld.

Ze moeten weten dat God zelf in de mens Jezus het verlossingswerk volbracht heeft en hoe deze menswording van God dus opgevat moet worden.

Ze bevinden zich nog in geestelijke duisternis en daarom kunnen ze niet levend geloven. En de verlossing door Jezus Christus is voor hen daarom niet geloofwaardig, omdat ze er de zin en het doel niet van inzien. Want alleen de zuivere waarheid schenkt hun daar opheldering over en in deze zuivere waarheid zijn zij nog niet onderricht.

Want ook al erkennen de mensen Jezus Christus met de mond en bieden ze geen openlijke tegenspraak wanneer van de verlossing door Jezus wordt gesproken, dan is dit toch geen levend geloof, veeleer slechts een aangeleerd weten dat ze niet wagen te weerspreken. Doch met innerlijke vreugde zullen ze Hem belijden en ook God zelf in Hem erkennen, wanneer de zuivere waarheid hun wordt voorgehouden. Dit stelt een vertrouwd maken met het heilsplan van God voorop, het toevoeren van een weten dat alleen door God zelf aan de mensen geschonken kan worden door Zijn Geest. Want alleen Hij weet alles. Alleen Hem zijn de geestelijke gebeurtenissen bekend die zich afspeelden in Zijn rijk. Alleen Hij weet wat zowel aan de afval van Hem als ook aan het verlossingswerk van Jezus ten grondslag lag. En alleen Hij kan de mensen vertrouwd maken met de waarheid. En Hij doet het ook, zoals Hij het zelf heeft beloofd toen Hij in Jezus over de aarde wandelde. En een weten dat in overeenstemming met de waarheid is, zal de mensen ook een helder licht schenken. En ze zullen nu vrijwillig hun weg naar het kruis nemen, terwijl ze dit tevoren weigerden, omdat het volledige begrip hun ontbrak. De mens heeft alleen maar te willen in de waarheid vast te staan, dan zal ze hem ook toekomen. Want God wil niet dat de duisternis over de mens heerst. En daarom zal Hij steeds een helder licht ontsteken, wanneer zoiets verlangd wordt. Van God zal steeds alleen zuivere waarheid uitgaan en daarom moet er naar Zijn Woord worden geluisterd. En de mens die slechts van goede wil is, zal het gemakkelijk vallen te geloven.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte