Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8122

8122 De laatste catastrofe

11 maart 1962: Boek 86

Gods Stem zal doordringen en de mensen doen ontwaken, die zorgeloos slapen, terwijl ze toch in het grootste gevaar zijn. Die zich laten wekken en Zijn Stem herkennen, voor deze zal ook een licht schijnen, dat hen uit de donkere nacht wegvoert. Maar wie geen acht slaat op Zijn Stem, diens lot is ook beslist voor eeuwige tijden. Maar Hij, Die u allen heeft geschapen, zal u ook niet zonder waarschuwing laten, wanneer het geweld over de aarde losbreekt, dat is voorzien in het heilsplan van God sinds eeuwigheid. Steeds weer waarschuwt en vermaant Hij de mensen, doordat Hij ze aanspreekt op de meest verschillende manieren. En die acht slaan op Zijn zachte Stem, wanneer ze in hem klinkt, die zal ook het komende geen vrees aanjagen, wanneer Hij met donderstem zal spreken tot allen, die tot nu toe hun oren gesloten hielden voor Zijn Woorden van Liefde en Barmhartigheid.

En Hij zal tot hen spreken door de krachten der natuur. En niemand zal de Stem niet kunnen horen, want de mensen zijn aan gevaar blootgesteld. En zodra ze bang zijn voor hun leven, bestaat ook de mogelijkheid, dat ze hun gedachten toekeren naar Diegene, Die almachtig is, Die ze als God en Schepper erkennen. En roepen ze tot Hem, dan zijn ze ook gered voor tijd en eeuwigheid. Maar wie dan nog verstokt blijft, zal het verschrikkelijke lot van de hernieuwde kluistering niet bespaard blijven. En er zal niet veel tijd meer voorbijgaan, dat u mensen allen wordt opgeschrikt door de tijding van een niet te overziene catastrofe. En u zult stijf staan van schrik, wegens het onheil dat talloze mensen heeft getroffen. Maar het is u voorzegd vanaf het begin van deze periode op aarde, want het is in het heilsplan van God voorzien sinds eeuwigheid.

Maar nooit houden de mensen een natuurgebeuren van een dergelijke omvang voor mogelijk. En er wordt diegenen, die het overleven, een heel duidelijk bewijs gegeven, dat een hogere Macht werkzaam is, dat al het aardse vergankelijk is en dat de mens aan die Macht is overgeleverd, wanneer hij zich niet zelf met Haar in verbinding stelt en zich overgeeft aan zijn God en Schepper, hem om Erbarmen smekend. Want Hij wil Zich alleen maar aan de mensen openbaren, doordat Hij ze zo duidelijk toespreekt, dat ze Zijn stem vernemen móeten. En wanneer Hij daar steeds weer op wijst, dan wil Hij daar alleen mee bereiken, dat ze tevoren de band met Hem zullen aanknopen, om dan stand te houden en ook Zijn bescherming te ondervinden, wanneer de dag van ontzetting is aangebroken.

Maar aan Zijn aankondigingen door zieners en profeten wordt geen geloof geschonken. En al worden ook steeds weer in kleine omvang de mensen door goddelijk ingrijpen overvallen, het raakt steeds alleen de getroffenen, maar de anderen blijven onverschillig, zodra de eerste ontsteltenis voorbij is. En geestelijk voordeel is niet vaak te behalen. Maar al diegenen, die God Zelf tot zich lieten spreken, die Zijn Woord geloof schenken en die daarom tot de zijnen behoren, zal steeds weer de tijding toekomen, dat dit geweldige natuurgebeuren niet lang meer op zich zal laten wachten. Ze zullen kracht putten uit Zijn Woord, want ze zullen Dit nodig hebben om stand te houden en troost en opheldering te geven aan hun medemensen, die in de grootste lichamelijke en geestelijke nood verkeren.

En Hij zal luisteren naar elk gebed, dat tot Hem doordringt. En Hij zal allen kracht en hulp verlenen, die hun God en Schepper aanroepen in hoogste nood. En al moeten ze ook hun aardse leven offeren, ze hebben de band met God gevonden en hoeven nu niet meer het lot te vrezen van diegenen, die geheel zonder enig geloof zijn en hem nog toebehoren, die hen in het verderf wil storten.

Aan alle mensen zal nog de gelegenheid worden gegeven hun God en Schepper te onderkennen. En ieder afzonderlijk mens beslist zelf over zijn lot. En ook het meest verschrikkelijke gebeuren kan voor de mens de weg zijn naar Hem, uit Wiens Macht hij eens is voortgekomen. En dan was het voor hem tot zegen, ook al worden er talloze mensen weggerukt. Ze kunnen binnengaan in het rijk hierna met een zweem van inzicht in het hart, wanneer ze uiteindelijk nog hun God en Schepper hebben herkend en erkend, wanneer ze Hem aanroepen in hoogste nood, Die Zich dan ook aan hen openbaart.

Geloof het, mensen, dat u dit gebeuren tegemoet gaat, dat onverwacht over u losbreekt en dat een zo duidelijke stem van boven is, dat alle, die maar van goede wil zijn, ze zouden moeten herkennen. En ieder zal ze horen, want ze is geweldig en nog een laatste waarschuwende stem. Want kort daarop komt het einde, zoals het is verkondigd.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte