Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8054
8054 Is de bijbel afgesloten?
3 december 1961: Boek 85
Hoe onjuist is het van u om aan te nemen dat met de schrift, (het boek van de vaders) mijn woord afgesloten is - dat Ik zelf een grens heb gesteld in zo verre, dat Ik Mij zelf niet meer zal openbaren en tot de mensen zal spreken. Wie geeft u het recht tot zulk een veronderstelling? Wie kan Mij tegenhouden wanneer Ik als Vader steeds weer tot mijn kinderen spreek? Wie geeft u het recht de bewering aan te voeren dat de bijbel alleen voldoende is, en dat u mensen verder geen woord meer nodig heeft?
U die iedere nieuwe openbaring afwijst, bevindt zich nog in diepe geestelijke duisternis, en in deze donkerheid van geest zult u ook de bijbel niet verstaan en zij is dus voor u ook nog een gesloten boek. Want u verstaat de geestelijke zin van de letters niet, anders zou u in dit boek ook mijn aanwijzingen naar mijn voortdurende openbaringen vinden, en dan zou voor u ook het werken van mijn geest begrijpelijk zijn. Maar zolang uzelf nog een onontwaakte geest heeft, zolang begrijpt u ook de betekenis niet van het woord dat Ik zelf sprak tot mijn discipelen toen Ik op de aarde was.
Hoe arm zoudt u mensen zijn als u zich tevreden zou moeten stellen met een boek, waarvan u zelf niet meer kon bewijzen dat de inhoud onveranderd is. Als u niet steeds weer de reine waarheid van boven gegeven zou worden, welke maatstaf kon u dan aanleggen of u wandelt in de waarheid?
U die alleen het boek van de vaders laat gelden, u bent zelf nog niet doorgedrongen in het woord. U hebt het alleen met uw verstand gelezen, maar niet de geest in u laten spreken die u onderwijst en over de betekenis van het woord opheldering geeft. U hangt nog steeds aan de dode letter en verstaat de geestelijke betekenis niet.
En als Ik zelf u in de waarheid wil leiden dan verloochent u mijn werken en u verdenkt mijn dienaren van omgang met mijn tegenstander. U ontkent dat Ik de wil en de macht heb tot hen te spreken die zich in vol geloof Mij hun dienst aanbieden, en daarom ook bekwaam zijn mijn stem in zich te vernemen. U houdt koppig vast aan uw mening dat mijn woord met de schrift is afgesloten, die u als het enige boek accepteert waardoor Ik Mij geopenbaard heb. En dit is tot uw schade, want u bewijst door de afwijzing van mijn woord van boven, dat u maar dode christenen bent.
Want een levend christendom is een bezig zijn in de liefde, en dat zou ook de verlichting van de geest bij u bewerkstelligen. En u zou dan ook de woorden in de bijbel verstaan evenals de belofte die Ik zelf u gaf, namelijk dat Ik zelf Mij zal openbaren aan hen die mijn geboden onderhouden. Hoe wilt u dan mijn belofte verklaren als u iedere nieuwe openbaring verloochent? Wilt u Mij zelf loochenstraffen wanneer Ik u mijn Trooster beloof, die u leiden zal in alle waarheid. Hoe verstaat u dan deze woorden die ook uit moeten komen, omdat elke belofte die Ik de mensen gegeven heb toen Ik op aarde was vervuld zal worden. En waarom wilt u niet geloven? Omdat u geestelijk arrogant bent en het u ontbreekt aan innerlijke levendigheid en een ontwaakte geest. En daarom denkt u mijn werken te kunnen bepalen en te kunnen begrenzen zoals het u schikt.
Maar u vergist zich. En als u denkt door studie de bevoegdheid tot het afwijzen van mijn woord van boven verkregen te hebben, dan is uw geest aanmatigend en kan in geen geval zelf een openbaring van Mij ontvangen. Want alleen de ootmoedige schenk Ik mijn genade, en deze nederigheid ontbreekt u. En juist daarom leeft u nog in geestelijke duisternis en zult die ook niet openbreken, want u ontwijkt het licht dat u inzicht kon schenken als u een verlangen zou hebben in zijn schijnsel te treden.
Nooit zal mijn liefde tot mijn schepselen ophouden, en daarom zal Ik ook nooit verzuimen u mensen aan te spreken wanneer de voorwaarden daarvoor maar aanwezig zijn. Steeds zal mijn woord weerklinken voor hen die van goede wil zijn en tot wie Ik als een Vader tot zijn kinderen kan spreken, omdat zij levendig in Mij geloven. Aan hen zal Ik Mij ook te kennen geven en zij zullen ook mijn stem herkennen. Want bij hen kan Ik tegenwoordig zijn en Mij zelf aan hen openbaren, zoals Ik het beloofd heb.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte