Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7950
7950 Alleen verlossing door Jezus Christus - zelfverlossing is niet mogelijk
26 juli 1961: Boek 83
Door de dood van Jezus Christus bent u verlost en er is geen enkel wezen in het gehele universum uitgesloten van deze verlossing, want Zijn werk heeft Hij volbracht voor al het eens gevallen geestelijke. Hij heeft het volbracht voor alle mensen uit het verleden, van de tegenwoordige tijd en de toekomst. Maar het wezen zelf moet er zich voor uitspreken, het moet bewust op de genaden van het verlossingwerk een beroep doen. De tegenstander van God heeft recht op het geestelijke dat hem vrijwillig in de diepte is gevolgd. Vrijwillig keerde het zich naar hem toe en af van God, vrijwillig moet het zich weer van hem afkeren en naar God terugverlangen. Maar het zou nooit de kracht opbrengen voor deze scheiding van hem, omdat zijn wil volledig verzwakt werd door de tegenstander. Het zou eeuwig van God gescheiden blijven wanneer niet de mens Jezus, in Wie God zelf zich belichaamde, het werk van de verlossing zou hebben volbracht met Zijn kruisdood, waardoor Hij de genaden van een versterkte wil verwierf, die nu bij het gevallene de wil kan sterken, en het nu ook tegen de tegenstander kan opstaan en op God aansturen.
Door het verlossingswerk wordt er geen wezen gedwongen terug te keren, maar de terugkeer wordt het mogelijk gemaakt, die anders eeuwig niet zou hebben kunnen plaatsvinden. Maar steeds behoort daar de vrije wil toe, daar anders al het gevallen geestelijke ineens verlost zou zijn en bijgevolg ook elk scheppingswerk al vergeestelijkt zou zijn. Maar de verlossing wordt afhankelijk gemaakt van de vrije wil van de mens, die als een gevallen wezen de gang over de aarde gaat ten behoeve van het vrij worden, wanneer hij op het verlossingswerk van Jezus en Diens verworven genaden een beroep doet. Dan is zijn verlossing zeker, dan keert het als kind van God weer terug naar zijn oorsprong, dan is Jezus Christus niet tevergeefs voor hem aan het kruis gestorven. Hij kan zich in het leven op aarde nog vervolmaken, of ook in het geestelijke rijk omhoog klimmen en weer in licht en kracht en vrijheid werkzaam zijn tot eigen geluk. Er is alleen de wil voor nodig dat hij verlost is, want Jezus maakte voor hem de schuld goed. Jezus maakte voor hem de weg vrij naar de Vader. Jezus opende de deur naar het lichtrijk. Maar de mens zelf moet willen dat het werk van de verlossing voor hem volbracht is, hij moet zich bewust onder het kruis van Christus plaatsen, hij moet Hem erkennen als Gods Zoon en Verlosser van de wereld, in Wie God zelf zich manifesteerde om voor al Zijn geschapen wezens een zichtbare God te kunnen zijn. Maar nooit kan dan van zelfverlossing worden gesproken, wanneer ook de eigen vrije wil eerste vereiste is de zegen van het verlossingswerk te verwerven. Nooit kan de mens zonder de hulp van Jezus Christus van zijn grote zondenschuld vrij worden, nooit kan hij zelf in zijn wilszwakte zich verheffen en van de tegenstander van God scheiden.
Alleen via Jezus Christus is een verlossing van al het geestelijke mogelijk en daarom heeft de mens Jezus voor al het gevallen geestelijke de kruisdood ondergaan en de genade van een versterkte wil verworven, waarop nu ieder wezen een beroep kan doen zodra het zelf weer het stadium van de vrije wil heeft bereikt. En dit is een buitengewoon gelukkig makend weten dat u mensen wordt gebracht. Want u komt nu te weten dat u niet reddeloos verloren bent, dat er voor u een weg omhoog is, terug in uw vaderhuis: de weg naar het kruis van Christus, die onvoorwaardelijk moet worden begaan, maar u ook volledige verlossing verzekert. Maar gaat u deze weg niet, dan zult u ook niet verlost worden. U zult niet vrij worden van uw tegenstander en dit betekent dat u ook nooit het lichtrijk zult kunnen binnengaan, omdat uw zondenschuld u de toegang belet. U zelf zult niet vrij kunnen worden van die schuld, maar u kunt ze onder het kruis dragen naar Jezus Christus, Die voor deze schuld van u Zijn bloed heeft vergoten en daarmee u ook vrijkocht van de tegenstander Gods. Alleen moet uw wil bewust een beroep doen op deze genade en dan is ook uw schuld tenietgedaan. U bent weer vrije wezens, zoals u het was in het allereerste begin en u hoeft u alleen nog te vervolmaken in het leven op aarde, dat wil zeggen door werkzaam te zijn in liefde uw wezen weer terug om te vormen tot liefde. U hoeft alleen innigste aaneensluiting te zoeken met God, uw Vader van eeuwigheid, en uw ziel zal geheel rijp worden en als Zijn kinderen nu het rijk van licht en gelukzaligheid kunnen binnengaan.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte