Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7859
7859 GOD beantwoordt elke vraag door het hart II
27 maart 1961: Boek 82
Dat de mensen zo gemakkelijk ten prooi vallen aan de dwaling ligt daaraan, dat hun houding tegenover MIJ nog niet helemaal in orde is, ook, al hebben zij daartoe de wil, d.w.z. als zij in de wil leven MIJ te dienen. Een voortdurende verbinding met MIJ zou hen waarlijk voor dwaling bewaren, d.w.z. zij zouden die als zodanig herkennen.
Deze band is echter nog niet diep genoeg, en zodoende dringen zich altijd nog aardse gedachten op de voorgrond die met het verstand aangenomen en overdacht worden. Het verstand vraagt echter dikwijls de medemens om raad, en deze kan, als ook hij niet innig genoeg met MIJ verbonden is ook verkeerde raad geven. Daarom kan IK ook maar zelden de zuivere waarheid naar de aarde sturen, omdat daartoe de innigste verbinding met MIJ nodig is, die elk tussenbeide komen van andere krachten verhindert. En daarom behoedt alleen die mens zich voor verkeerde invloeden of dwaling die deze innige verbinding met MIJ tot stand brengt en elke invloed van buitenaf afwijst, die alleen luistert naar wat IKZelf hem zeg door het hart.
Wel is het Mijn Wil dat u, mensen u verbindt in liefde, dat de een de ander sterkt en ondersteunt in het geloof, dat u als broeders tegenover elkaar staat en gezamenlijk op MIJ als uw VADER aanstuurt. Maar IK wil ook ieders persoonlijk contact met Mij. IK wil dat u zelf bij MIJ om raad komt, dat u met elke geestelijke en ook aardse bede zelf tot MIJ komt - dat IK ze voor u vervul.
IK wil deze directe verbinding met MIJ, als het om persoonlijke vragen en wensen gaat. Terwijl IK anderzijds u Mijn tussenpersonen en boden toezend die u moet aanhoren, als u geestelijk onderricht ontvangen moet, als Mijn evangelie tot u moet worden gebracht. Begrijp dat IK door Mijn werktuigen tot u spreken wil en altijd zal doen, als het er om gaat dat u een geestelijk weten moet worden overgebracht, omdat u zelf nog niet in staat bent zulke leren of diepere wijsheden direct aan te nemen. Dan zal IK steeds zeggen; luister naar Mijn boden en vervul Mijn Wil.
Maar nooit zal IK u leringen doen toekomen door uw medemensen anders dan van geestelijke inhoud, omdat u met ieder persoonlijk verzoek zelf naar MIJ moet komen. U moet leren onderscheid te maken tussen het "toezenden van Mijn Woord" en het "persoonlijk aanspreken" dat ieder ontvangen kan die zich innig met MIJ verbindt, terwijl Mijn Woord een speciale tussenpersoon of opnamevat nodig heeft om, als stroom van de GEEST, daar in te kunnen vloeien. En u moet daarom ook oplettend zijn en weten dat u gemakkelijk in de valkuil (van de dwaling) stort, want waar Mijn tegenstander nog een menselijke zwakheid bemerkt kan hij makkelijk binnensluipen en zich deze ten nutte maken. Maar u kunt hiervan zeker zijn, dat IK Mijn Woord bescherm tegen elke dwaling, tegen de invloed van Mijn tegenstander daar IK u, mensen naar de waarheid wil leiden.
Maar u moet niet lichtvaardig elk woord geloven dat u tegemoet klinkt als zou het geestelijk zijn overgebracht. U moet ernstig onderzoeken of de inhoud alleen van geestelijke aard is, of het het rijper worden van uw ziel ten doel heeft, of het als van MIJ, voor het heil van uw ziel gegeven, te bestempelen is. Maar uw eigen wensen moet u zelf aan MIJ toevertrouwen en IK zal ook uzelf dan aanspreken door het hart - en u zult dan ook weten wat u doen of laten moet.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte