Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7849
7849 Wat is de schepping? - Omgevormde kracht
12 maart 1961: Boek 82
Toen de wereld werd geschapen had de zondeval al plaatsgevonden in het rijk der geesten. Want deze was de aanleiding tot de schepping. Hij was de aanleiding voor het ontstaan van een wereld die gevormd werd uit de kracht die uit Mij is gestroomd toen Ik de geestelijke wezens schiep. Het was een wereld waarvan de substantie juist die van het eens geschapen geestelijke was dat van Mij is afgevallen. De van Mij uitgestroomde kracht om die wezens te scheppen was niet werkzaam naar mijn wil, die wezens kwamen hun bestemming niet na en zo gaf Ik de kracht een andere bestemming.
Ik loste de wezens, het gevallen geestelijke, op en liet uit de kracht nu scheppingen van een andere aard ontstaan.
Want de kracht moest werkzaam worden volgens wet van eeuwigheid.
Het was geen levenloze wereld die nu ontstond, want elke kracht uit zich. Ze is onophoudelijk actief. En zo werd ook door mijn wil elk scheppingswerk zijn bestemming toegewezen, die nu door de in hem wonende kracht onder de wet van gedwongen wil werd vervuld.
De wezens waren dus omgevormd tot scheppingswerken van meest verschillende aard. Er was dus wel een “geestelijke” wereld, maar de kracht was gecomprimeerd tot vorm. Er waren door mijn wil zichtbare scheppingen ontstaan, echter pas zichtbaar voor de mens, voor het wezen dat als eens gevallen door deze schepping was heengegaan ten behoeve van het terugkeren naar Mij, van Wie het eens was afgevallen. De mens kan dus mijn scheppingen zien en hij kan ook onderwezen worden in de eigenlijke reden van de schepping.
En wanneer zijn ziel een zekere graad van rijpheid heeft bereikt, dan weet de mens dat hij zich te midden van het eens gevallen geestelijke ophoudt, dat alles om hem heen omgevormde geestelijke kracht is, die eens tot wezens was gevorm die de wil van mijn liefde liet ontstaan.
Dit inzicht te bezitten is al een teken dat de eens gevallen oer-geest, de mens, dicht voor zijn oertoestand staat en dat hij nog slechts weinig stappen hoeft te zetten om weer bij Mij te zijn aangekomen, bij zijn Vader van eeuwigheid.
Wat is de schepping?
Dat zou ieder mens zich moeten afvragen. En is zijn vraag serieus gemeend, dan zal hij daar zeker opheldering over verkrijgen en wordt hem een bewijs gegeven, dat hij al een hoge graad van ontwikkeling heeft. De kracht die van Mij uitstroomt, moet werkzaam worden. Ze kan niet werkeloos blijven. De door Mij in het leven geroepen wezens weigerden echter de hun toegewezen werkzaamheid te verrichten. Ze keerden zich van Mij af, sloten zich af voor de hun toestromende liefdeskracht en werden bijgevolg ook ongeschikt om werkzaam te zijn.
Ze verhardden in hun substantie, om welke reden Ik deze dus oploste en ze tot scheppingen van andere aard liet worden, opdat nu de kracht weer werkzaam kon worden en dit naar mijn wil. Maar mijn liefde en mijn wijsheid beoogde met de schepping ook een plan: wat vrijwillig eens geweigerd heeft naar mijn wil werkzaam te zijn, oefent nu het werkzaam zijn uit onder de wet van de gebonden wil. En dus werd de eens uitgestraalde kracht genoodzaakt om dienend werkzaam te zijn. Dat is zin en doel van de gehele schepping, dat de kracht werkzaam wordt naar mijn wil.
En zo heeft ook elk scheppingswerk zijn bestemming, die weer dient tot het ontstaan en bestaan van een ander scheppingswerk. Alles wat voor u zichtbaar is, moet u aan mijn overgrote liefde en wijsheid herinneren. Want u moet alles onderkennen als hulpmiddel voor de gevallen oer-geesten om hun vroegere gesteldheid terug te krijgen, waarbij ze bovenmate vol van licht en machtig waren.
U moet in alles wat voor u zichtbaar is, de weg zien die Ik voor mijn schepselen heb voorbereid, opdat ze er weer op terugkeren naar hun oorsprong. U moet de schepping leren te beschouwen als een groot werk van erbarmen van Mij, dat u de mogelijkheid geeft weer de gelukzaligheid te bereiken die u zelf in vrije wil hebt opgegeven. Maar u moet ook nooit vergeten dat u zelf in het stadium als mens zult moeten streven naar de uiterste voltooiing, omdat deze alleen bereikt kan worden in vrije wil. Daarom zult u ook moeten vernemen van uw gang over de aarde door deze schepping en met alle krachten nu trachten te bereiken, dat u op aarde de aaneensluiting met Mij weer vindt, die u eens vrijwillig verbrak. Want u zult uiteindelijk moeten terugkeren naar Mij, uit Wie u eens in alle volmaaktheid bent voortgekomen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte