Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7831

7831 Over de belichaming der lichtwezens

20 februari 1961: Boek 82

U moet altijd Mij zelf vragen om de zuivere waarheid, dan zult u niet op dwaalwegen voortgaan. En wederom wijs Ik op het werken van mijn geest in u, opdat u geen gevaar loopt opvattingen als waarheid aan te nemen die niet Mij zelf als oorsprong hebben. En Ik maak u ook altijd weer opmerkzaam op de activiteiten van satan in de laatste tijd voor het einde, die strijd voert tegen de waarheid met alle middelen, die met list en bedrog de mensen probeert te vangen die zich niet nauw genoeg met Mij verbinden, zich reeds in dwaalleren lieten verstrikken en niet bereid zijn daarvan af te wijken. Maar Ik zal iedereen de waarheid laten toekomen die deze waarheid ook ernstig begeert.

Als in de laatste tijd voor het einde van "belichaming van lichtwezens" wordt gesproken, dan is daaraan een geestelijke missie verbonden. Want de geestelijke nood op aarde is groot en deze lichtwezens hebben zich bereid verklaard de mensen hulp te bieden. En van dit geestelijke, vol van licht, is waarlijk veel op aarde belichaamd, dat zonder herkend te worden door de medemensen zijn weg gaat en de taak vervult: de mensen geestelijke waarden over te brengen of hen een leven in liefde voor te leven om tot zegen der medemensen werkzaam te zijn, dus hen te helpen op de juiste weg te geraken die tot Mij leidt. Maar voor het merendeel bestaat hun taak daarin, voor Mij in mijn wijngaard te werken en zodoende voor hun medemensen ware vertegenwoordigers van God te zijn. Leermeesters die Ik voor mijn dienst zelf opleid, die dus in mijn plaats spreken en mijn ware dienaren zijn. Zij hebben zich in het geestelijke rijk zelf aangeboden voor deze verlossingsarbeid en zijn door Mij ook aangenomen, waarvoor een belichaming in het vlees op deze aarde nodig was.

Maar dezen kennen hun herkomst niet. Ze kennen de opdracht niet die zij vrijwillig op zich hebben genomen, maar ze leiden een leven als van ieder mens op aarde. Alleen beweegt hun vrije wil hen tot hun levenswandel en tot hun arbeid in de wijngaard. Zij kennen ook hun verleden niet. En dat moet zo zijn, omdat alleen de volledig vrije wil de drijfveer moet zijn, onverschillig welke geestelijke missie zo'n mens vervult. Het zou voor u waarlijk niet tot zegen zijn op de hoogte te zijn van de eerdere belichaming van een mens, want uw denken zou verward raken omdat mijn tegenstander de zwakheden van de mensen kent en hij heel gemakkelijk een opening vindt om binnen te sluipen waar hij maar een vonkje hoogmoed ontdekt. Van Mij uit is dus zo'n belichaamd lichtwezen geen kennis gegeven over zijn herkomst.

Toch zijn er mensen die dit willen weten en ze vragen niet naar de oorsprong van zulke kennis. Maar nooit zal mijn geest hen zulk een weten geopenbaard hebben, veel eerder zijn onrijpe geesten aan het werk geweest om dwaling te verspreiden en mensen als belichaamde lichtwezens voor te stellen terwijl er in werkelijkheid geen geestelijke taak te ontdekken valt, die overigens niet op leugens en verkeerde veronderstellingen gebaseerd zou zijn. De lichtwezens werken in het verborgene, of zij treden met hun werkzaamheden zo duidelijk op de voorgrond dat er ook duidelijk een missie vanuit mijn opdracht te herkennen is.

Maar zij zullen alles wat niet volgens de waarheid is afwijzen en zij zullen ook onzuivere mededelingen uit het geestelijke rijk als leugen en bedrog herkennen en veroordelen. Want zij leven in de waarheid en strijden voor de waarheid, echter niet voor valse leerstellingen die van hem uitgaan die mijn tegenstander is. En Ik kan u mensen alleen maar waarschuwen voor zijn activiteiten in de laatste tijd voor het einde, want hij zal alles doen om mijn zuivere waarheid te ontkrachten. En hij zal steeds weerklank vinden bij hen die het buitengewone zoeken en zich niet tevreden stellen met de zuivere waarheid die Ik hen doe toekomen. Ik zal u echter steeds weer opheldering verschaffen zodra u deze ernstig begeert.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte