Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7811

7811 Heb elkander lief !

30 januari 1961: Boek 82

Een wet geldt voor u allen, dat u elkander liefhebt en daardoor ook uw saamhorigheid met MIJ bewijst. En al komen gedachten in u op dat u met de medemens die u moet liefhebben geen innerlijke band hebt, dan moet u toch aan zijn ziel denken die zich nog in de kluistering van het lichaam bevindt en u moet er aan denken dat ook deze ziel Mijn eigendom is, zelfs als haar wil nog tegen MIJ gekeerd is.

Want u bent allen Mijn kinderen en u moet daarom de medemens als uw broeder of zuster beschouwen en samen streven naar de VADER te gaan. De liefde moet u samenbinden, dan getuigt u dat u allen kinderen van een VADER bent. En deze liefde moet u afhouden van elke verdachtmaking of veroordeling van uw naaste. De liefde moet u al zijn gebreken en zwakheden laten verdragen, u moet er slechts steeds aan denken dat zijn ziel nog een lage graad van rijpheid kan hebben en dat hij daarom zo handelt zoals hij doet, ook als het u mishaagt.

U mag geen scherp oordeel vellen, want dan geeft u MIJ aanleiding u op gelijke wijze te veroordelen, want niemand onder u is zonder gebreken, u hebt allen nog niet die graad van voltooiing van uw ziel bereikt die zwakheden en gebreken uitsluit. En toch verdraag IK u in overgrote liefde en geduld en spreek geen hard oordeel over u uit.

En daarom heb IK u dat gebod gegeven: Heb uw naaste lief als uzelf. Als u dit gebod van de naastenliefde vervult, dan spreidt u ook een sluier van barmhartigheid over diens fouten en zwakheden, u probeert hem alleen maar hulp te bieden en u zult zeker wederliefde in hem opwekken - als u hem uw liefde laat voelen.

IK spreek met deze Woorden u allen aan die geneigd bent de fouten van uw naaste aan het licht te brengen, want u bewijst daardoor uw eigen liefdeloosheid en u hebt derhalve geen recht te oordelen over uw naaste. U bezondigt u daardoor zelf, want u gaat voorbij aan het gebod van de liefde. Wilt u dus Mijn kinderen zijn, dan moet u ook uw best doen de Wil van uw VADER te vervullen, en die Wil zal altijd zijn, dat u elkander bemint. Anders behoort u tot Mijn tegenstander, die zonder enige liefde is en u steeds probeert te beïnvloeden om tegen de wet van de liefde te handelen. En hebt u uw broeder lief als u zich aan hem ergert - als u zijn fouten en zwakheden naar voren brengt, als u een hard oordeel over hem uitspreekt?

U moet hem leren verdragen wat zijn zwakheden betreft en hem helpen, dan handelt u volgens Mijn Wil en uw handelwijze zal u ook zegen opleveren. U zult zijn vriendschap winnen en ook zijn wezen zal vervuld zijn met liefde tegenover u, want liefde wekt wederliefde op en dan levert u ook het bewijs dat u kinderen van een VADER bent, Wiens WEZEN pure LIEFDE is. En dan zal ook Mijn Liefde u steeds inniger omvatten, en uw harten zullen steeds gewilliger worden lief te hebben, zodat ze hun liefde doorgeven aan de naaste en u nu waarlijk Mijn ware kinderen bent - zoals het Mijn Wil is.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte