Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7533

7533 Een nutteloos leven

27 februari 1960: Boek 79

Onbewust van de bedoeling van uw aardse leven gaat u uw leven op aarde binnen - u komt pas langzaam tot het besef van uzelf. En u moet dan eerst onderwezen worden over de zin en het doel van uw bestaan. Maar meestal betreft dit onderricht alleen maar uw lichamelijk welzijn en het kan vaak lang duren tot u zich bewust wordt van een geestelijk leven, tot u denkt aan uw ziel en dat wat die nodig heeft. Wordt u nu onderwezen op de juiste wijze, d.w.z. wordt uw blik gericht op uw geestelijke ontwikkeling, dan kan uw ziel zich daar ook op instellen en met haar verlangens succes hebben - er kan een geestelijk leven geleid worden naast het puur lichamelijke, wat de ziel geestelijk voordeel brengt.

De mens die alleen acht slaat op zijn aardse leven, die alleen in de behoeften van het lichaam voorziet, maar geen aandacht aan zijn ziel besteedt zal echter weinig geestelijk succes behalen. Pas als hij zich bewust wordt dat de zin en het doel van het aardse leven niet gericht zijn op het welzijn van het lichaam, pas dan kan van het begin van een geestelijk leven worden gesproken.Maar vóór die tijd is het leven enkel nutteloos, tevergeefs geleefd voor de ziel, voor de geestelijke ontwikkeling van de mens.

Maar ieder mens heeft de gelegenheid om opheldering te verkrijgen over de zin en het doel van het bestaan. Jammer genoeg vinden deze ophelderingen niet altijd geloof bij hem en dat is van groot nadeel voor de ziel. En het kan vaak lang duren voordat de mens de waardeloosheid begint in te zien van het streven naar wereldse zaken, en dan een ander en wel geestelijk doel nastreeft. Het moet hem echter vrijstaan waar zijn gedachten en zijn wil zich heenwenden, maar onderrichtingen zullen hem steeds worden toegestuurd - en het ligt nu aan hem of hij door deze leringen tot inzicht komt, of hij met de kennis die hem wordt toegezonden zijn voordeel doet.

Hij moet zich dat inzicht vrijwillig eigen maken - hij moet slechts eenvoudigweg willen dat hij aan het ware levensdoel voldoet. Dan zal hij zich ook vanzelf tot die Macht om bijstand wenden die hij als boven zich staand, inziet - en dan zal hij ook geholpen worden dat hij tot het juiste inzicht komt en zijn leven op aarde nu bewust leeft. Want het verstand is de mens gegeven - hij kan nadenken en in gedachten het voor en tegen van alles nagaan en belichten - dan kan hij beslissen en van zijn beslissing alleen hangt het af, of hij alleen maar werelds leeft of ook naar het geestelijke streeft.

En hoewel het nu ook nog afhangt van zijn wil of hij juist denkt, toch wordt hem steeds weer de mogelijkheid gegeven tot het goede inzicht te komen. Hij wordt niet zonder bijstand gelaten en het is hem steeds mogelijk de juiste weg te vinden en te gaan, zodat zijn aardse leven niet nutteloos hoeft te zijn, maar hem een volledige geestelijke ontwikkeling kan opleveren.

Uiteindelijk zal echter steeds zijn wil beslissend zijn, want die is vrij en kan op geen enkele wijze in een bepaalde richting gedwongen worden. Maar alles wordt van de kant van GOD uit gedaan om deze wil zo te richten dat hij zich vanzelf naar GOD keert en dan wordt hem ook alle bijstand verleend, het ware doel te bereiken.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte