Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7330

7330 Er is geen delging van de schuld zonder Jezus Christus

9 april 1959: Boek 78

Het zal geen mens lukken zich uit eigen kracht los te maken van mijn tegenstander en ieder zal mijn ondersteuning nodig hebben, omdat hij zelf krachteloos is zonder het toevoeren van kracht uit Mij, die hij echter alleen kan ontvangen, wanneer hij het zelf wil, ze dus bewust aan Mij vraagt. Daarom is het zo belangrijk in het aardse leven, dat de mens bewust Mij belijdt in Jezus Christus, daarom moet er van hem verlangd worden, dat hij zelf stelling neemt tegenover het probleem van de verlossing, tegenover de menswording van God in Jezus, evenals tegenover de goddelijke Verlosser Jezus Christus zelf. Eens moet hij zich in zijn gedachten uitspreken voor of tegen Hem, wil hij, dat zijn aardse leven hem het resultaat oplevert ten behoeve waarvan hij het heeft gekregen. En met het oog daarop wordt hij steeds weer door Mij aangesproken, ieder mens wordt naar het kruis geleid, dat wil zeggen: het kruis wordt hem voor ogen gehouden en de indruk die dit kruis nu op hem maakt, is beslissend voor zijn verdere lot in de eeuwigheid.

Veel mensen wordt het voorgehouden, ze zien er naar op en wenden hun blik weer af, want het raakt ze niet, en een gelegenheid om de zijde van het kruis te kiezen is voorbij gegaan. Maar het kruis zal hem achtervolgen tot aan zijn dood, steeds en steeds weer zal het voor hem opflitsen in de meest uiteenlopende vormen, en hij zal zelf ook vaak een kruisgang moeten gaan, maar die voor hem dan pas van nut is, wanneer hij leidt naar het kruis van Christus, want daar valt de beslissing over zijn leven. En heel veel mensen menen, dat het voldoende is aan Mij te geloven als God en Schepper, en de goddelijke Verlosser Jezus Christus is voor hen nog geen afdoend begrip geworden. Maar dan zal hij zelf nooit vrij worden van de boeien van mijn tegenstander, want hij heeft nog geen boete gedaan voor zijn oerschuld en hij zal dit nooit tot stand kunnen brengen, wanneer hij Jezus Christus niet om delging van zijn schuld vraagt. Deze weg moet de mens onherroepelijk gaan, want alleen deze weg leidt weer naar Mij terug, van wie hij zich eens vrijwillig verwijderde.

En wanneer hij gelooft het doel van zijn leven ook te bereiken zonder Jezus Christus te erkennen, wanneer hij meent zijn taak op aarde vervuld te hebben met alleen aardse bezigheden, dan zal hij eens in bittere armoede in het rijk hierna aankomen, met schuld beladen en zonder kracht en hij zal ook dan niet eerder vrij worden van zijn schuld, tot hij tot Jezus heeft geroepen om verlossing. Hij kan niet vrij worden zonder Hem, hij kan niet naar Mij terugkeren zonder Hem erkend te hebben, want Hij en Ik zijn Een, Ik zelf was in het omhulsel van de mens Jezus, en Ik zelf heb u mensen verlost van zonde en dood, Ik zelf heb voor u de schuld teniet gedaan. En wie Hem erkent, erkent ook Mij en hij zal opgenomen worden in mijn rijk. Maar wie aan Hem voorbij gaat, gaat ook aan Mij voorbij en zijn lot zal zijn duisternis en kwellingen weer eindeloze tijden, tot hij er eenmaal toe zal besluiten, tot Jezus Christus te roepen, opdat dan ook hem zijn schuld vergeven kan worden.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte