Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7309

7309 Krachttoevoer in het hiernamaals vereist liefdevolle hulpvaardigheid

15 maart 1959: Boek 77

Ieder moet ernaar streven zich te vervolmaken zolang hij op deze aarde vertoeft. Want is hij eerst eenmaal in onvolmaakte toestand het rijk hierna binnengaan, dan zal hij heel wat minder kracht hebben dan op aarde. En hij zal vooralsnog kracht moeten verwerven door werken van liefde, maar dit vergt ook weer kracht, terwijl hij op aarde over de levenskracht beschikt die hij naar eigen wil kan gebruiken, dus ook voor werken van liefde.

Denk eraan dat steeds alleen maar werkzaam zijn in liefde uw volmaaktheid bewerkstelligt, dat uw ziel alleen maar rijp kan worden door werkzaam te zijn in liefde, het doet er niet toe, of op aarde of in het hiernamaals. Denk eraan dat u in elk geval daar kracht voor nodig hebt. U bent te beklagen wanneer u daarboven in een krachteloze toestand aankomt en nu op de hulp van de mensen op aarde of van de lichtwezens in het geestelijke rijk bent aangewezen om vooreerst weer wat kracht te krijgen. De mensen kunnen u deze toevoer van kracht doen toekomen door liefdevolle voorspraak, waarom u echter ook op aarde de liefde van de medemensen zou moeten verwerven, die u nu in hun voorbede insluiten opdat u kracht zult verkrijgen.

De lichtwezens zullen u ook te hulp komen, maar ze kunnen u niet willekeurig kracht toevoeren. U zult bereid moeten zijn met deze toevoer van kracht andere zielen te helpen in hun nood. En juist deze wil om liefde te geven moet zelf in u ontwaken. Pas dan zal de nodige kracht om werkzaam te zijn in liefde u toekomen. Wel is er veel nood, ook in het rijk hierna, maar wie op aarde aan de nood van de medemensen voorbij is gegaan, die zal ook in het hiernamaals daar weinig door worden getroffen, omdat de eigenliefde nog te groot is en hij alleen maar aan zijn eigen noodtoestand denkt. Daarom is het veel moeilijker tot een hogere graad van voltooiing te komen dan op aarde. En u mensen zou daarom niet onverschillig moeten zijn. Integendeel, u zou de tot uw beschikking staande levenskracht goed moeten gebruiken voor uw heil in het hiernamaals.

U zult waarlijk veel schatten kunnen verzamelen op aarde, wanneer u maar ijverig werken van onbaatzuchtige naastenliefde verricht. En u zult vol van kracht en licht binnengaan in het geestelijke rijk en dus uw geestelijke schatten meteen kunnen gebruiken als helper van de ongelukkige wezens die verzuimd hebben op aarde geestelijke rijkdommen te verzamelen en die daarom in uiterste nood zijn aangewezen op liefdevolle hulp. Want alleen de liefde kan hun hulp brengen, ofschoon de eigen wil eerst bereid moet zijn deze liefde aan te nemen en eveneens weer hun noodlijdende metgezellen te helpen, die evenals zij zelf verzuimden op aarde geestelijke schatten te verwerven.

De nood is groot in het rijk hierna. En wie daarvan op de hoogte is, wie gelooft wat hem aan berichten daarover toekomt, moet proberen nog op aarde tot rijpheid van zijn ziel te komen. En hij zal bij zijn binnengaan in het geestelijke rijk gelukkig zijn aan deze aanmaningen gevolg te hebben gegeven. Want hij zal nooit datgene kunnen inhalen wat voor hem op aarde met goede wil buitengewoon gemakkelijk mogelijk is. Hij zal ook nog wel tot licht en gelukzaligheid kunnen komen, maar het zal veel meer tijd en een zeer grote overwinning vragen om slechts weinig schreden verder te komen, terwijl het aardse leven daarentegen volop toereikend was om de hoogste graad - de graad van het kindschap Gods - te kunnen bereiken. Maar in het rijk hierna is het hem niet meer mogelijk deze graad te bereiken. Leef daarom in de liefde. Doe alles om uw ziel tot voltooiing te brengen, nog op aarde, en eens zult u bovenmate gelukzalig zijn en als ware helpers ook verlossingsarbeid kunnen verrichten in het hiernamaals bij diegenen, die uit eigen schuld in duisternis zijn gebleven en alleen met de grootste moeite tot licht en vrijheid kunnen geraken.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte