Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7246
7246 Gebruiken en woorden die men zich heeft aangewend
5 januari 1959: Boek 77
Woorden noch uiterlijke vormen volstaan om uw wezen te veranderen, wanneer niet het hart de woorden het leven geeft of bij uw handelen betrokken is. Er zijn u mensen veel voorschriften gegeven en u tracht steeds alleen deze voorschriften en gestelde eisen na te komen, helemaal zonder er bij na te denken of u er met uw hele hart bij bent, of dat het slechts lege vormen zijn, die u vervult door handelingen, waar tegenover elke eigen instelling ontbreekt. Maar zulke "vervullingen" van eisen zullen u geen zegen opleveren, ze zullen u geen stap verder omhoog brengen. Ze zullen steeds alleen maar nietszeggende handelingen of lege woorden blijven die net zo goed niet uitgevoerd of uitgesproken konden zijn. En u zou u daarom meer rekenschap moeten geven van uw denken, spreken en doen. U zou uzelf moeten gadeslaan en zelfkritiek moeten uitoefenen, opdat uw hele wezen niet tot een vast patroon wordt en uw aardse leven nutteloos blijft. Zoek voor alles de waarheid.
En wat het ook mag zijn, denk erover na en stel u er dan bewust op in. Of u nu spreekt of handelt, het zal dan altijd overeenstemmen met uw meest innerlijke gevoel. Het hart zal erbij betrokken zijn en daardoor zal alles pas levend worden. En dan zult u ook zeker het valse onderkennen dat op u toekomt of dat u wordt voorgelegd. En dan pas zult u bewust positie kiezen, het valse afwijzen, het juiste aannemen en er naar handelen. Maar welk nut hebben woorden of handelingen voor u, die u alleen maar spreekt of uitvoert omdat anderen dat verlangen, zonder dat het u duidelijk is, wat u eigenlijk spreekt of doet. U zult u toch wel kunnen indenken dat God u niet naar datgene kan beoordelen waaraan uw hart niet deelneemt, dat Hij u geen verdienste kan aanrekenen voor iets wat u plichtmatig uitvoert, zonder u bewust te zijn van wat u doet. U kunt door uw opvoeding aan zulke handelingen gewend zijn. U kunt zijn opgevoed om woorden na te zeggen en hoeft daar met geen enkele gedachte bij betrokken te zijn.
Hoe zou God u wel moeten beoordelen, afgaande op zulke woorden of daden? Pas wanneer u zelf daar een standpunt over hebt ingenomen, worden uw spreken en handelen op waarde geschat. Maar u zult u ook voor zulke daden of woorden moeten verantwoorden, omdat u uw levenskracht misbruikte en lichtvaardig de tijd doorbracht die u alleen gegeven is opdat uw ziel rijp zal worden. En zo zal het u duidelijk moeten zijn, dat u alles aan een onderzoek zult moeten onderwerpen wat u van buitenaf wordt verteld. Dat u zich niet slechts clichématig vasthoudt aan de gebruiken uit vroege kindertijd en dus deze mee overneemt naar uw volwassenheid, integendeel, dat u over alles zult moeten nadenken, zodra u daar verstandelijk toe in staat bent, wat echter niet wil zeggen dat uw verstand alleen voldoende is om over waarheid of onwaarheid te beslissen.
Maar u zou eens moeten nadenken over de waarde van datgene wat zich als aanwensel in u heeft vastgezet en zelf nu eerst een standpunt daarover innemen. U moet geen genoegen nemen met lege woorden of dode handelingen, die pas levend worden wanneer het hart erbij betrokken is. Dan pas leeft u uw leven bewust. Dan pas zullen uit een vraag steeds nieuwe vragen voortkomen. Dan pas zal het weten dat u ook mechanisch tot u nam, levend worden, en dan pas kunt u van een vooruitgang spreken, zodra u van goede wil bent.
U zult u zelf het leven moeten bezorgen. Het hart moet overal aan deelhebben en elke vorm of alle dode woorden zult u moeten verafschuwen.
Dan zal uw leven geen mislukking zijn. Dan zult u op het eind succes boeken. U zult helemaal rijp geworden zijn en uw ziel zal winst hebben behaald voor de eeuwigheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte