Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7205
7205 Ongewone verschijnselen
10 november 1958: Boek 76
Als u zich tot MIJZelf wendt kan u er altijd op vertrouwen dat u juist wordt onderwezen, dat IK u opheldering geef. U zult het ook in uw denken ondervinden, d.w.z. omdat u naar de waarheid zoekt zal uw denken zich al met de waarheid bezig houden. U zult dus naar uw gezindheid op de juiste weg zijn, zelfs als schijnbaar nog onopgeloste problemen u bezig houden. Want dat is het voorrecht van hen die zich met MIJ als de eeuwige Waarheid verbinden, dat zij een innerlijke afkeer bespeuren zodra verkeerde gedachten hen raken.
U hebt in de eindtijd met veel ongewone verschijnselen rekening te houden en u kunt naar eigen oordeel deze nu MIJ of ook Mijn tegenstander aanrekenen, die in de eindtijd evenzo op ongewone wijze zal optreden - om zijn slachtoffers binnen te halen. U zult moeten leren onderscheid te maken en u mag daarbij niet vergeten, dat de wereld zijn gebied is en dat hij zich dus ook in de wereld en door profane machinaties zal vertonen. Verder moet u weten dat er geen macht is die MIJ in Mijn werkzaam zijn zou kunnen hinderen en dus Mijn heilsplan van eeuwigheid, waarin een einde van deze aardse periode is voorzien, ongedaan kan maken. Want IK streef een doel na dat steeds alleen gericht is op de verlossing van het gevallen geestelijke, dat zich in de diepte bevindt. En IK weet precies wanneer daarvoor het juiste tijdstip is gekomen.
Het is wel zeker dat Mijn plannen niet met de plannen van Mijn tegenstander overeenkomen, dat hij niet hetzelfde doel nastreeft, nml.het gevallene te helpen, maar dat hij steeds alleen daarop bedacht is Mijn plannen geen doorgang te laten vinden, ze te doorkruisen en in zekere zin Mijzelf te overwinnen, wat hem echter eeuwig niet zal lukken. Enerzijds nu drijft hij de mensen aan tot onderzoekingen van de meest uiteenlopende aard om scheppingswerken te verwoesten, omdat hij gelooft daardoor het gekluisterde geestelijke te kunnen bevrijden en voor zich te winnen. Aan de andere kant wil hij de mensen doen geloven dat er geen gevaar voor het einde te vrezen is, om hen te verhinderen bewust aan hun ziel te werken, wat met het oog op het einde toch ernstig genomen wordt door hen - die de tekenen van de tijd op de voet volgen en daarom weten welk uur geslagen heeft.
En daarom werkt hij met alle list en veroorzaakt een verwarring, die ook die mensen aanpakt die hem niet willen toebehoren. Hij probeert de mensen reƫle zaken voor te spiegelen, die zolang hun mogelijkheid om zichtbaar te blijven behouden, tot de mensen die voor die dingen ontvankelijk zijn, ze opmerken. Mensen, op wie GOD's tegenstander ook invloed heeft wegens hun gezindheid en gedachten - die zelfs van het idee van een einde van deze aarde niets willen weten - die ook de onwaarschijnlijkste gebeurtenissen of voorzorgsmaatregelen om zo'n einde te verhinderen liever zouden willen accepteren, dan dat zij zich met de waarheid die hun steeds weer verkondigd wordt tevreden stellen.
Deze mensen scheppen door hun gezindheid voor Mijn tegenstander een goede klankbodem - zij geloven zich in de invloedssfeer van goede krachten te bevinden en zijn toch een speelbal van Mijn tegenstander geworden, want hij gebruikt hen om zich in te zetten voor de verbreiding van valse leerstellingen en satanische activiteiten . Mijn tegenstander heeft in het einde grote "macht". Het is zijn tegenactie op Mijn buitengewoon genadevol werkzaam zijn bij de mensen, die IK nog helpen wil de juiste weg tot Mij te vinden. Ook IK werk wel op een buitengewone wijze, maar niet door op een onnatuurlijke manier op het denken en gevoelen van de mensen indruk te maken. IK werk in stilte en wil op de harten van de mensen invloed verkrijgen. Mijn tegenstander echter imponeert de geestvermogens - het verstand van de mens. Hij bevestigt alleen maar het verlangen naar de onverwoestbaarheid van de aarde en een einde, dat op het laatste moment verhinderd wordt.
Mijn tegenstander werkt Mij en Mijn aankondigingen tegen en dat alleen al moest hem ontmaskeren, het moest een bewijs zijn wie aan het werk is, als de gemoederen van de mensen verontrust worden door onverklaarbare gebeurtenissen, waardoor het door Mij voorspelde einde van deze aarde in twijfel wordt getrokken. Mijn Woord is waarheid, zo ook zijn die aankondigingen niet door Mijn tegenstander te ontzenuwen, al denkt hij zich nog zo listig en sluw te kunnen voordoen. En de mensen zelf kunnen het ook inzien wie hen onder zijn invloed tracht te brengen als zij maar altijd de weg naar Mij, Die hun de waarheid niet onthoud, nemen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte