Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7195
7195 Toevlucht tot Jezus
27 oktober 1958: Boek 76
Er kan geen ziel verloren gaan die zich aan Jezus vasthoudt, die de goddelijke Verlosser zal vragen om hulp tegen haar vijand. Want Jezus Christus neemt deze ziel aan en Hij ontwringt ze de tegenstander doordat Hij haar wil sterkt, zodat deze zich steeds weer naar Hem zal wenden en zich van de tegenstander zal losmaken. Opdat nu echter een mens de weg naar Jezus gaat, moet hij ook weten van het werk van erbarmen dat de mens Jezus heeft volbracht. Hij moet op de hoogte zijn van zijn oerzonde en de gevolgen en van de noodzakelijkheid Jezus Christus als God en Verlosser te erkennen.
Dit weten zullen de mensen ook meestal hebben, maar niet allen hebben dienaangaande al hun standpunt bepaald. En dit laatste is nodig, wil de mens bewust de weg naar het kruis nemen. Zolang het maar een weten voor de vorm blijft, zolang de mens zich nog niet zelf in gedachten ermee heeft beziggehouden, wat het betekent een belijder van Jezus Christus te zijn, zolang blijft ook bij hem elke uitwerking uit. Hij blijft gevangen in de macht van de tegenstander, hij is nog niet verlost, want de goddelijke Verlosser Jezus Christus is voor hem nog een leeg begrip. Hij is alleen een naam, maar geen levende Heiland voor zijn ziel.
Troostrijk echter mag voor ieder mens de gedachte zijn, dat hij zich alleen maar aan Jezus Christus hoeft over te geven, dat hij Hem alleen hoeft te vragen hem de redden uit de macht van de vijand en dat aan dit verzoek ook zeker gehoor wordt gegeven, omdat ze van de wil van de mens getuigt, deze laatste te ontvluchten en naar God terug te keren, waartoe de mens alleen te zwak is wanneer hem de hulp van Jezus Christus niet wordt verleend. Maar deze hulp moet bewust worden gevraagd. En dat vereist ook het bewuste erkennen van Jezus als Gods Zoon en Verlosser van de wereld, in wie God zelf naar de aarde afdaalde om de mensen te verlossen.
Daarom moeten dus alle mensen kennis nemen van Hem en daarom moet Hij verkondigd worden in de hele wereld. Zijn gang over de aarde, Zijn wandel in liefde, Zijn bittere lijdensweg en Zijn smartelijk lijden en sterven aan het kruis moet de mens levend in het hart worden geschreven, want alleen het dode weten daarover is niet voldoende wanneer de mens het niet een keer in zijn gedachten levend zal laten worden om de grootte van de eigen schuld in zijn volle omvang te beseffen, waarvoor Jezus het ontzettende leed heeft verdragen om daarvoor boete te doen.
De mens moet de eigen grote schuld inzien en wensen daarvan vrij te worden, dan pas zal hij vrijwillig tot Hem gaan en Hem berouwvol vragen om vergeving. Hij zal Hem vragen zich om zijn zwakte te bekommeren en hem te bevrijden uit de macht van diegene die zich eens schuldig maakte aan zijn val, en zijn verzoek zal niet vergeefs zijn, want daarom is Hij in de wereld gekomen, om het gevallene te verlossen, om het ongelukkige te redden, dat alleen te zwak is om zich te bevrijden en dat daarom de hulp van Jezus Christus nodig heeft.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte