Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6985
6985 De geestelijke missie van de mens Jezus
5 december 1957: Boek 74
Waarom van de goddelijke Verlosser onophoudelijk gewag moet worden gemaakt, wordt voor u ook begrijpelijk wanneer u de hoge geestelijke missie van de mens Jezus heeft ingezien. Want pas als de mens vrij is van zijn oerschuld, is hem een opklimmen tot lichte hoogten verzekerd. De mensen hebben geen kennis van deze oerschuld, en daarom weten zij ook niet wat het verlossingswerk betekent. Zij kunnen geen verband leggen tussen de kruisdood van de mens Jezus aan wie zij misschien nog geloven, en het zalig worden van de mensen. En daarom wijzen zoveel mensen Hem af, omdat het verlossingswerk hun slechts verkondigd maar niet met redenen omkleed werd. En wederom kan zo'n motivering alleen diegenen gegeven worden die naar opheldering verlangen. En dat zullen er altijd maar weinig zijn. Want ook de duidelijkste verklaringen zouden onbegrijpelijk zijn voor de mensen die geen inzicht hebben in het geestelijke rijk, die alleen de aardse wereld als realiteit aannemen en alles wat voor hen zichtbaar en bewijsbaar is.
De missie van de mens Jezus was echter niet alleen een aardse aangelegenheid, ofschoon deze zich voor de mensen zichtbaar afspeelde. De missie van Jezus had een diepe geestelijke reden. En zolang de mensen daar niets van weten staan zij ook nog niet tegenover de Verlosser Jezus Christus als schuldbeladen broeders, die Hem hun schuld te dragen geven en Hem vragen deze teniet te doen. En toch moet dit verzoek voorafgaan, willen zij verlossing vinden. Daarom moeten zij op de hoogte zijn van hun zondeschuld, van dat grote misdrijf tegen God dat hen liet zondigen en dat niet anders dan door dat grote zoenoffer van de mens Jezus gedelgd kon worden. Zolang de mensen dus geen schuldgevoel hebben gaan zij ook niet de weg tot Hem, de weg tot het kruis met hun schuld. En zolang erkennen zij ook de goddelijke Verlosser niet. Pas de kennis van hun oerbegin, van hun vroegere gesteldheid, hun weerstand tegen God, hun oerzonde, geeft hun ook inzicht in de daad van de verlossing door Jezus die als mens zo geleefd heeft dat Hij God zelf in zich kon opnemen. En het verlossingswerk werd nu volbracht door de eeuwige Liefde die haar schepselen uit de ketenen van de tegenstander bevrijden wilde.
Zo'n motivering van de missie van Jezus zal voor de mensen geloofwaardiger zijn dan wanneer er alleen gesproken wordt van zonden die in het aardse leven worden begaan en die voor de mensen vaak veel geringer lijken dan dat daarvoor zo'n werk van verzoening nodig zou zijn om deze zonden teniet te doen. Iedere zonde is weliswaar een overtreding tegen de liefde en zodoende een overtreding tegen God, maar de oerzonde van de vroegere afval van God was zo groot, dat het wezen dat zelf niet had kunnen verzoenen al zouden eeuwigheden ermee gemoeid zijn.
Dit is voor u mensen moeilijk te begrijpen. Maar zo'n ontzaglijke zonde eiste ook een zeer grote verzoening. Die is wel door een mens volbracht, maar Hij kon die alleen volbrengen omdat deze mens God in zich droeg, dus de kracht uit God Hem daartoe in staat stelde, de liefde, het oerwezen van God. De mensen hadden als oorspronkelijk geschapen wezens deze liefdeskracht van God afgewezen en waren dus zonder die kracht. De mens Jezus deed echter bewust een beroep op deze liefdeskracht van God en gebruikte ze voor een werk van barmhartigheid voor Zijn gevallen broeders, om hun schuld te verzoenen.
Maar de mensen weten ook niet dat hun bestaan als mens op aarde het gevolg is van die oerschuld. Dat zij die oorspronkelijke toestand ooit wel weer bereiken zullen, maar nooit zonder de erkenning van Hem, die deze schuld uit overgrote liefde uitgewist heeft. Want hun afval van God was een bewust "zich van Hem afkeren", dat ook weer een "bewust zich tot Hem wenden" vereist om weer in die oorspronkelijke verhouding met God binnen te kunnen gaan. Wanneer deze kennis de mensen gegeven wordt, is dat een bijzondere genade die ieder zou moeten benutten in zoverre, dat hij er zich in gedachten alleen maar mee bezig houdt dat hij als waar zou moeten aannemen wat hem verkondigd wordt. Want hij hoeft zich dan alleen maar tot de mens Jezus te wenden en met Hem te spreken. En Deze zal hem dan als God antwoord geven. Hij zal de mens helpen tot het ware besef van zijn schuld te komen en Hij zal die schuld van hem wegnemen, als hij er berouw over heeft en Hem om hulp vraagt.
Een ieder mens kan persoonlijk tot het inzicht komen dat hij eens gezondigd moet hebben, zodra hij er over nadenkt dat hij een onvolmaakt, zwak en onwetend wezen is en daarvan de oorzaak probeert te doorgronden. Want geen van zulke innerlijke vragen blijft onbeantwoord. Maar zij moeten eerst gesteld worden, wat echter de meeste mensen achterwege laten. Maar gewetenloos wijzen ze iedere verwijzing naar de goddelijke Verlosser af, als zij opmerkzaam worden gemaakt op Hem en Zijn grote geestelijke missie. En van Gods zijde zal de mensen steeds weer de goddelijke Verlosser Jezus Christus verkondigd worden. En al Zijn dienaren, die op aarde voor Hem werkzaam zijn, zullen met steeds grotere ijver Zijn naam en Zijn evangelie prediken, opdat allen die er naar luisteren vrij worden van hun grote schuld en zelf een innige verbinding met Jezus Christus aangaan in wie God zelf mens is geworden om te verlossen wat gebonden is door Zijn tegenstander.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte