Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6874
6874 De zegen van de twijfel - Waarheid
18 juli 1957: Boek 74
Dat er steeds weer twijfels in uw hart binnensluipen is in zoverre gunstig, dat u dan nadenkt over vragen die u bezighouden - en dat u nu ook d.m.v.gedachten beïnvloed kunt worden door de wezens die trachten uw twijfels op te lossen. Bedoeld zijn echter alleen zulke twijfels die een serieuze zoeker overvallen, die er toe aansporen steeds meer te zoeken en te vragen. Niet echter de twijfels die de onverschillige mensen een reden menen te geven het hun aangeboden weten af te wijzen, omdat zij dit helemaal niet verlangen en die daarom nooit met een brenger van de waarheid willen instemmen. Hun twijfels zijn altijd alleen maar uitvluchten - en een vlucht terug in de duisternis - wanneer hun al eens een licht wordt geboden.
Ernstige zoekers echter zijn niet dadelijk tevreden, en hun twijfels kunnen voor hen tot zegen worden als zij het vragen niet nalaten. Juist dat vragen geeft de wezens van het licht de mogelijkheid steeds weer d.m.v. gedachten op hen in te werken - tot hun denken tot klaarheid gekomen is - en hun tot zekerheid geworden is wat hun nog twijfelachtig toescheen.
De denkende mens zal ook meestal niet oppervlakkig zijn, zodat hij eenvoudig afwijst wat hem niet geloofwaardig voorkomt - hij onderzoekt diepgaander voordat hij een leer die tot hem komt geheel verwerpt. Twijfel kan dus tot opheldering leiden, twijfel kan u behoeden voor het aannemen van dwaling, maar alleen als de mens zich beijvert in de waarheid te wandelen. Daarom is de mens die zijn twijfels laat horen niet te veroordelen, want die getuigen van een ware ernst. Maar hij moet ook de mogelijkheid benutten en niet eerder rusten tot hij innerlijk tot volle overtuiging gekomen is - zodat hij dan– of die kennis als waarheid aanneemt - of als dwaling kan afwijzen. En de twijfels helpen hem er bij om tot deze overtuiging te komen.
Een mens die zichzelf voor wetend houdt, kan niet meer onderricht worden, want hij opent zich niet meer voor de stromen uit de lichtvolle wereld. Hij laat alleen zijn verstand werken - maar hij luistert niet naar wat hem door hen die weten wordt toegefluisterd.
Maar een mens die twijfelt, onderzoekt - hij vraagt, en gelooft dan ook wel deze twijfels op te kunnen lossen. En zodra hij ernstig naar de waarheid verlangt, kan hij er op vertrouwen dat zijn denken dan ook juist geleid wordt, want de serieuze zoeker naar de waarheid heeft deze waarborg, omdat GOD - als de eeuwige WAARHEID Zelf - Zich ook door hem laat vinden.
Daarom bepaalt de mens ook zelf de waarde van zijn kennis die hij zich tot ideeel eigendom maakt, omdat deze nu afhankelijk is van de sterkte van zijn verlangen naar de waarheid. En daarom moet hij voor zichzelf rekenschap afleggen - want iedereen weet dat mensen zich vergissen kunnen, en dat hij daarom niet bouwen kan op een kennis die hem door mensen werd verschaft. Hij moet daarom ook bereid zijn genoemde kennis op te geven wanneer hij de zuivere waarheid ontvangen kan. En zuivere waarheid kan hij alleen daar verlangen en in ontvangst nemen waar de Bron van waarheid is. Dus moet hij ook de reeds aangenomen kennis eerst aan GOD voorleggen en HEM verzoeken hem duidelijk te laten inzien in hoeverre deze overeenkomt met de waarheid. En GOD zal deze bede waarlijk verhoren en hem misschien ook twijfel in zijn hart leggen aan de waarheid van zijn kennis tot nu toe. Want het overbrengen van de zuivere waarheid kan pas dan plaatsvinden, als de mens zich openstelt, om nu uit de hoogste Bron in ontvangst te nemen wat hij begeert: de zuivere waarheid uit GOD! Het betreft hier voornamelijk geestelijk weten, maar ook aards worden de gedachten van de mens dan Juist geleid, die deze weg tot GOD - tot de Bron der waarheid - genomen heeft.
En de diepe innerlijke zekerheid - de vaste overtuiging - die hem nu vervult, is de beste waarborg dat hij de goede weg gegaan is, want geen tegenwerping zal hem ooit meer in zijn opvatting doen wankelen. Hij zal ook tegenover zijn medemensen zijn overtuiging kunnen verdedigen en niet opnieuw in twijfel geraken, het zij, dat er nieuwe problemen opgeworpen worden die hij dan ook met een gerust hart op dezelfde wijze zal laten oplossen. Want GOD geeft allen de waarheid die haar maar ernstig begeren, maar HIJ zal ze onthouden aan diegenen die op hun eigen kracht vertrouwen, die puur verstandelijk trachten te doorgronden wat GOD alleen weet.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte