Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6858
6858 De aardse weg van de engelen
26 juni 1957: Boek 73
De weg over de aarde te mogen gaan is ook de wens van niet gevallen wezens, die wel in onvoorstelbare zaligheid leven maar toch nog niet tot de hoogste volmaaktheid konden komen, tot het kindschap GOD's, waarvoor de gang over de aarde vereist is. De wens van deze wezens wordt ook vervuld en zij gaan nu door mateloos zware levensomstandigheden heen hun weg. Zij zullen meestal ook het laatste doel bereiken, ofschoon zij als mens niet weten waar zij vandaan komen.
Zij worden bovenmate vaak en zwaar beproefd en hun aardse leven is ook bijzonder zwaar en vol leed. Hun zielen zijn echter in toenemende mate tot liefde bereid omdat zij van Boven komen. Daarom komen deze mensen zeer snel tot het inzicht in het doel van hun aardse leven, en zij streven dat doel vastberaden na, ondanks een uiterlijk zwaar lot, ondanks ziekte en noden van allerlei aard. Het kindschap GOD's te bereiken is voor deze wezens uit het geestelijke rijk het allerhoogste doel, dat echter alleen door het overwinnen van de afgrond bereikt kan worden.
Daarom zullen voornamelijk in tijden van een geestelijk laag peil van de mensen zich zulke wezens juist laten belichamen, om licht in de wereld te brengen waar diepe duisternis heerst. Want waar een liefdevol mens op aarde werkzaam is zal steeds een zacht licht schijnen dat de zielen van de mensen weldadig beroert. En het lichtwezen neemt altijd zo'n zachte lichtschijn met zich mee naar de aarde, omdat de liefde in die ziel niet meer ontstoken hoeft te worden, maar reeds als vlammetje straalt bij het begin van haar aardse leven.
Maar zulke mensen zullen ook meer dan normaal vijandelijk bejegend worden en moeten zich daarom ook waarmaken, dus ook de wilsproef afleggen die voor elke gang over de aarde vereist is. Want op hen zal de tegenstander zijn krachten ook in bijzondere mate beproeven, omdat hij hen ten val hoopt te brengen wat hem eertijds niet gelukt is. Die mens is echter niet weerloos aan zijn macht overgeleverd, omdat zijn geestelijke vrienden hem terzijde staan en hem de kracht doen toekomen welke hij ook altijd van GOD zal afsmeken. Want de verbinding met GOD geeft een ziel van Boven nooit op, ofschoon zij volkomen vrij is in haar willen en handelen.
En in tijden van geestelijke vervlakking staan er steeds weer onder de mensen licht-en liefdeboden op, mensen die zich openlijk voor GOD uitspreken en voor HEM en Zijn rijk bezig zijn. Mensen die doordrongen zijn van Zijn GEEST en die de goddelijke Verlosser JEZUS CHRISTUS met ijver en overtuiging verkondigen. Dezen zien hun levensopgave daarin, ook de medemensen naar het kruis te leiden, omdat zij de betekenis van het kruisoffer beter begrijpen en ook op de hoogte zijn van het gevaar waarin de mensen zich bevinden. Want hun leven in de liefde schenkt hun dat inzicht - en daarom kunnen zij ook ijverige aanhangers van JEZUS CHRISTUS zijn.
Juist in tijden van grote geestelijke nood komen deze helpers van Boven naar de aarde, maar zonder iets te weten over hun afkomst. Want ook zij moeten de wilsproef afleggen. Zij moeten vaak de zwaarste gang over de aarde gaan terwille van hun doel, en mogen daarom in geen geval door geestelijke zijde zo beïnvloed worden dat zij op een afgedwongen manier denken, spreken en handelen.
Maar zij kunnen steeds hulp verwachten als zij die nodig hebben, omdat zij steeds de weg tot GOD zullen nemen, van WIE zij beseffen dat HIJ hun VADER is en DIE zij met hun hele hart liefhebben. Daarom zijn hun harten voortdurend geopend voor de toevoer van kracht uit het geestelijke rijk en het bereiken van hun doel staat voor hen meestal wel vast en is dan alleen in gevaar, als zij als mens op aarde banden aanknopen die hen omlaag willen trekken.
Een val in de diepte behoeft die ziel niet te vrezen. Maar het gevaar bestaat dat zij niet de hoogste lichtgraad bereikt, ofschoon zij toch haar vorige zaligheid behouden zal. Alleen is zij nu niet meer het geschapen hemelse wezen dat niet anders kan dan volgens de goddelijke Wil te denken, te willen en te handelen - maar ze is nu ook over de aarde gegaan en heeft ook haar vrije wil en de keuze ervan bewezen, zodat zij nu ook in de hoogste lichtsferen kan ingaan om onbeschrijflijk zalig te zijn.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte