Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6845
6845 De goede Herder
4 juni 1957: Boek 73
De gelijkenis van de goede Herder toont u ook de verhouding van Mij tot u. Hij laat zien dat Ik al mijn schepselen bedenk met mijn liefdevolle zorg en dat allen die naar mijn roep luisteren tot mijn kudde worden gerekend, die Ik bescherm tegen de aanvallen van de vijand.
U allen hebt een Herder nodig, een leider die u de juiste weg aanwijst, die u begeleidt en steeds bereid is u voor alle gevaren te behoeden. Want u bent tijdens uw leven op aarde net als onzelfstandige kindertjes die voortdurend bescherming nodig hebben. U bent als een kudde lammetjes die zich overal heen verspreiden, die ook vaak wegen gaan die naar de afgrond voeren. U verdwaalt soms naar hoogten waar een diepe afgrond voor u dreigt en houdt u ook vaak op in vreemde gebieden en komt in gevaar gevangen en gedood te worden. U laat u soms ook wegdringen van mijn kudde en wanneer Ik geen waakzaam oog zou hebben, zou u verloren zijn.
Maar Ik ben de goede Herder, die ook Zijn leven zal geven voor Zijn schapen. Ik duld niet dat wie tot mijn kleine kudde behoort, Mij wederrechtelijk ontnomen zal worden. Ik duld niet dat de wolf binnendringt en Mij berooft van mijn lammetjes. En Ik lok en roep wanneer één van mijn schapen verdwaalt, opdat het de weg terugvindt naar de stal die zijn thuis is.
Alleen een goede Herder zal Zijn leven geven voor Zijn schapen. En mijn verhouding tot u is als die van een goede Herder. U zult zelf mijn liefde voor u niet kunnen bevatten, want u bent nog onwetend in uw huidige toestand. U zult alleen mijn roep in acht kunnen nemen en u trouw tegen Mij aan dringen. U zult uit mijn roep alleen maar mijn liefde voor u kunnen opmaken, maar u zult ze niet in haar diepte kunnen begrijpen, zoals ook een schaapje alleen maar kan ervaren dat het bij zijn Herder bescherming vindt in elk gevaar, maar zich niet bewust is welke liefde de Herder vervult voor Zijn kudde.
Ik ben en blijf de goede Herder en Ik weid mijn schapen op goede velden. Wat ze nodig hebben bezorg Ik hun en Ik wil niets meer dan dat ze mijn liefde ervaren en zich steeds inniger bij Mij aansluiten, zodat de vijand zich niet aan hen kan opdringen en hun schade toebrengen. Maar mijn schapen kunnen vrij rondlopen. Ik leid ze en lok en roep, maar Ik houd ze niet gebonden aan een touw. Ze hebben vrije uitloop, want Ik houd niet van dwang. Ik wil mijn kudde niet met geweld vasthouden, maar ze moeten de liefde van hun Herder voelen en naar haar moeten ze verlangen en daarom Mij in alle vrijheid achterna lopen wanneer mijn roep weerklinkt.
En mijn roep zal steeds opnieuw weerklinken. Ik zal in alle liefde tot de mensen spreken. Ik zal ze waarschuwen en aansporen. Ik zal hun steeds hulp verlenen wanneer ze in gevaar zijn. Ik zal met al hun zwakheden en fouten rekening houden en hun kracht doen toekomen. Ik zal mijn kudde waarlijk als een goede Herder verzorgen, opdat geen van mijn schaapjes de dood vindt. Ik zal mijn stem onophoudelijk laten weerklinken, opdat alle weer bij Mij komen, die eens van Mij zijn weggegaan, die een bedrieglijke stem volgden, maar eens weer naar Mij zullen terugkeren om dan eeuwig bij Mij te blijven en eeuwig ook mijn eindeloze liefde te ondervinden.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte