Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6804
6804 Het werk van liefde en barmhartigheid van Jezus Christus
11 april 1957: Boek 73
Voor alle mensen heb Ik mijn bloed vergoten, voor allen heb Ik geleden en voor allen ben Ik gestorven aan het kruis. Geen mens is uitgesloten van mijn verlossingswerk, want alle mensen zijn met de zonde belast die voor hen de poort naar het lichtrijk gesloten houdt. En daarom zijn alle mensen ongelukkig die geen vergeving vinden van deze grote zonde van hun vroegere afval van Mij. Maar toch staat het ieder mens vrij van mijn verlossingswerk gebruik te maken. Want de mensen zijn niet plotseling verlost toen mijn werk van barmhartigheid was volbracht, maar daar behoort ook de toestemming van de mens zelf toe, om als verlost te gelden, daar er anders waarlijk geen wezen meer op aarde zou zijn en ook in het geestelijke rijk, dat nog onder de last van de zonde voortging. Maar nooit kan de vrije wil van de mens worden uitgeschakeld. Ieder moet zich zelf vrij uitspreken voor Mij in Jezus Christus en dus ook voor mijn verlossingswerk. En ieder moet nu ook aanspraak maken op de genaden van het verlossingswerk om van zijn zondenlast bevrijd te worden.
De vrije wil van de mensen maakt dus het geestelijk lage niveau duidelijk waarin ze zich bevinden ondanks mijn kruisoffer. Want slechts zeer weinig mensen staan bewust aan mijn kant, achter hun goddelijke Heiland en Verlosser van de wereld. Het merendeel echter neemt weinig notitie van de grootste daad van liefde en barmhartigheid die ooit op deze aarde heeft plaatsgevonden, hoewel ze daar wel van op de hoogte zijn. Er staat hun een onmetelijke genadeschat ter beschikking, waaraan ze voorbijgaan, die ze niet benutten, die hen helemaal niet aanspoort hem aan een nadere beschouwing te onderwerpen. En ze weten niet wat ze zelf verspelen door hun onverschilligheid. Ze weten niet wat voor een ondraaglijk lot ze op zich moeten nemen na de dood van hun lichaam, door eigen schuld. Want ze gaan zonder verlossing het rijk hierna binnen, terwijl ze toch op aarde hun totale verlossing zouden hebben kunnen krijgen.
Wat Ik als mens Jezus aan pijnen en lijden, aan krenkingen en smartelijkheden, aan vijandelijkheden en van haat vervulde handelingen op Me heb genomen, deed Ik alleen uit liefde voor u om voor u te boeten, om uw zondenschuld af te lossen. Ik wilde lijden voor u om de uitwerking van uw zonden van u af te wenden. Ik wilde ze verzoenen, dus uw schuld tenietdoen. Het was een mate van kwelling en leed die u mensen niet in zijn volle omvang zult kunnen beseffen, want het was bovenmenselijk wat Ik voor u heb gedaan. Het was werkelijk een werk van liefde en barmhartigheid, want Ik zou als mens dat alles niet hebben kunnen verdragen wanneer mijn liefde voor u Mij niet de kracht zou hebben gegeven. En mijn liefde voor u was oneindig groot en daarom leed en stierf Ik dus voor u.
En u mensen zou verder niets hoeven te doen dan u mijn grote liefde eens voor te stellen, na te denken wat de mens Jezus heeft verdragen om uwent wil. U zou u alleen de kwellingen van Zijn kruisweg, de mishandeling door Zijn beulen en Zijn bovenmenselijk lijden en sterven aan het kruis hoeven voor te stellen. En er zou zich van u een vurige liefde meester moeten maken voor Hem Die dat alles voor u heeft verdragen, wat u zelf ter wille van uw grote zonde zou hebben moeten verdragen. En uw liefde zou u nu naar Hem moeten drijven aan Wie u nu vol berouw ook uw zondenschuld zult overgeven, Hem vragend dat Hij ook voor u Zijn bloed zou hebben mogen vergoten. En u zou vrij zijn van elke schuld. U zou mijn grote liefde voor u beseffen - Ik die zelf in de mens Jezus voor u het werk van verlossing heb volbracht.
Hoe gemakkelijk zou u zich het eeuwige leven kunnen verwerven, hoe zeker zou u door de poorten het lichtrijk binnen kunnen gaan na de dood van uw lichaam wanneer u een beroep zou doen op de genaden van het verlossingswerk, wanneer u aan Diegene zou willen denken Die deze grote daad van liefde voor u volbracht en wanneer u Hem zou vragen om u kracht te schenken, daar uw eigen wil te zwak is, wanneer u maar vol geloof u aan Mij zelf in Jezus Christus zou toevertrouwen. In Hem zult u moeten geloven als de goddelijke Heiland en Verlosser, omdat u dan ook Mij zelf zult erkennen Die in Hem voor u aan het kruis gestorven ben.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte