Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6796
6796 „Wie in de liefde blijft“ – Vreemde goden
1 april 1957: Boek 73
Voor u mensen is alles tot zegen wat u tot een verbinding met Mij brengt, omdat het doel van uw leven op aarde is: de scheiding van Mij - waar uzelf eens opzettelijk naar streefde - op te heffen, dus u nu weer in vrije wil met Mij te verenigen. En wat u daarbij helpt is dus ook goed te noemen. De wil naar Mij te gaan is dus doorslaggevend dat u uw doel op aarde zult bereiken en deze wil houdt ook in dat u een levenswandel leidt die Mij opnieuw welgevallig is, want nooit zult u vanuit deze ernstige wil Mij opnieuw willen bedroeven. Nooit zult u er genoegen in scheppen te zondigen, wanneer uw wil en uw liefde op Mij zijn gericht.
De verbinding met Mij wordt echter alleen maar door dit ene tot stand gebracht: dat u de liefde beoefent, omdat Ik zelf ben waar de liefde is. "Wie in de liefde blijft, blijft in Mij en Ik in hem". Zonder liefde is er geen verbinding met Mij, al zou de mond nog zo luid en vurig mogen verzekeren dat de wil op Mij is gericht. Pas de liefde is het bewijs ervan, want de liefde en Ik zijn hetzelfde en Mij erkennen en mijn wil vervullen betekent hetzelfde als in liefde werkzaam zijn.
Dat zult u mensen moeten weten, dat niemand dichter bij Mij kan en zal komen die voortleeft zonder liefde. Pas de liefde verbindt ons en de liefde bewijst het zich afgekeerd hebben van mijn tegenstander en de terugkeer naar Mij. Uw val in de diepte was een zich afkeren van Mij en een afwijzen van mijn liefde, dus ook algehele liefdeloosheid. De verandering van uw wil op aarde moet daarom daarin bestaan dat u verlangt weer door Mij te worden aangestraald en dat u nu ook in uzelf weer liefde doet ontbranden die u weer met Mij verenigt.
Hoe ernstiger nu deze wil in u is, des te meer zult u zich in gedachten bezighouden met Mij, met uw God en Schepper van eeuwigheid die door u als Vader gezien en bemind wil worden. En spoedig zal uw denken zijn vervuld van Mij, want dan ga Ik zelf niet meer bij u vandaan, Ik geef u niet meer terug, Ik tracht onophoudelijk uw liefde te winnen omdat de liefde de meest vaste band is die ons verbindt en die niet meer verbroken kan worden door vijandelijke macht.
Ik wil uw gehele liefde bezitten. U mag geen andere goden hebben naast Mij. U zult op niets anders met dezelfde liefde mogen aansturen, want wat u in uw binnenste nastreeft of liefhebt is uw God, ongeacht of het eer en roem, aardse goederen of ook door u beminde mensen zijn. U zult niets hoger mogen waarderen dan Mij. Ik wil voor u het hoogste en begerenswaardigste Wezen zijn in de hemel en op de aarde. Ik wil uw gehele hart en zolang u het nog deelt is de verbinding met Mij nog niet tot stand gebracht, want dat, wat uw hart volledig in beslag neemt, staat tussen Mij en u in.
De wil van ieder mens is vrij, hij kan zich richten op wat hij wil, maar het doel op aarde is alleen maar dan bereikt wanneer hij zich richt op Mij. Het grote gevaar bestaat daarin dat de mens velerlei zaken begerenswaardig voorkomen en dat mijn tegenstander hem alles onder de aandacht brengt om hem terug te houden van die innige verbinding met Mij en dat hij ook de mensen vertrouwd maakt met schijngoden om de gedachten af te leiden van Mij, want het zijn allemaal vreemde goden die de gedachten van een mens vullen wanneer Ik zelf niet de inhoud van zijn innerlijkste gedachten ben.
Daarom zult u mensen ernstig bij uzelf moeten nagaan, wie of wat u het meest bezighoudt. U moet u afvragen of u Mij zo nabij bent als een kind zijn Vader, of de verbinding met Mij uw eerste en enige doel is en u moet alles uit uw gedachten bannen wat zich tussen Mij en u plaatst. U moet Mij de eerste plaats in uw hart inruimen en geen enkele concessie doen. Want uw terugkeer naar Mij kan alleen plaatsvinden door de vereniging met Mij en deze zult u zelf in vrije wil moeten zoeken en vinden omdat geen ander hem voor u tot stand kan brengen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte