Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6779
6779 Aanmaning niet te verslappen tijdens de arbeid in de wijngaard
9 maart 1957: Boek 72
De mensheid heeft voortdurend een roep nodig om wakker te worden, want steeds weer valt ze terug in de doodsslaap waaruit ze echter moet ontwaken ten leven om nog ijverig aan hun zielen te kunnen werken. En daarom vraagt dat ook voortdurende arbeid van Mijn knechten om de mensen steeds weer wakker te schudden en hun de betekenis van hun leven op aarde voor de geest te stellen en hen aan te sporen zich aan de arbeid te begeven, die daarom dringend is omdat er niet meer veel tijd ter beschikking staat. Geen van Mijn arbeiders in de wijngaard mag geloven genoeg te hebben gedaan wanneer hij 'n keer zijn roep om wakker te worden liet weerklinken. Hij moet steeds opnieuw proberen de slaap van hen te verjagen die hen gevangen houdt en waaraan ze zich moeilijk kunnen onttrekken.
IK weet wel dat u steeds weer mislukkingen hebt te incasseren, maar toch moet u niet moede worden, want het is het voorbereidend werk dat u verricht, opdat ze weten waarom het gebeurt dat IK met donderstem hen uit hun rust opjaag, wanneer ze tevoren al niet zijn ontwaakt en zich richten op de voornaamste arbeid: zich zelf te veranderen zoals het beantwoordt aan Mijn Wil.
De mensen moeten niet in een diepe (geestelijke) slaap worden verrast en daarom zult u van te voren steeds weer de roep om wakker te worden moeten laten weerklinken, u zult hen op het komende moeten wijzen, u moet hun voor de geest stellen dat ze van hun rust niet lang meer zullen mogen genieten, dat ze met geweld moeten wakker worden geschud, wanneer ze u niet aanhoren en aan uw woorden gevolg geven. Maar u zult hen niet met rust mogen laten. Want ze zijn in een zeer benarde positie, ze verliezen steeds meer aan kracht omdat hun aardse leven spoedig is beƫindigd en ze daarom ook hun levenskracht kwijt raken die ze nu nog bezitten en ze dus ook werkzaam zouden kunnen zijn, wanneer ze het zouden willen. Maar die wil is braakliggend zolang ze zich slapend dood houden, zolang ze geen enkel geestelijk leven nastreven en hun levenskracht daartoe benutten geestelijke goederen te verwerven. En de hele mensheid is al in een toestand van verstarring op de weinigen na die aan de wekroep gevolg gaven en verlangden te leven. Maar dezen moeten aan hun medemensen denken en hen helpen ook de weg naar het leven te vinden.
En daarom zult u ook niet op moeten houden hun te verkondigen wat IK u opdraag: dat IK over 'n niet meer lange tijd Mijn Stem luid en duidelijk hoorbaar laat weerklinken: Want deze dag komt steeds naderbij en hij zal het begin zijn van het einde. Want hij gaat als een schaduw aan de laatste tijd vooraf.
Maar het einde betekent een eindeloos lange nacht waaruit er niet meer zo'n ontwaken bestaat zoals het nu nog mogelijk is door Mijn Stem, die wel buitengewoon luid en verschrikkelijk zal weerklinken en daarom steeds nog mensen kan doen ontwaken. En dan kunnen nog enkelen met vergrote ijver zich wijden aan hun werkzaamheid en zich serieus voorbereiden op het kort daarop volgend einde. Maar dan breekt de nacht onherroepelijk aan over alle mensen die de wekroep niet willen horen. Dan verzinken ze waarlijk in een doodsslaap waaruit er eindeloos lange tijd geen ontwaken meer is.
Daaraan zult u moeten denken die als Mijn knechten MIJ uw diensten hebt aangeboden dat u niet vaak genoeg tegenover uw medemensen gewag zult kunnen maken van datgene wat voor de deur staat; Want iedere ziel die uw wekroep opvolgt zal u eeuwig danken dat u haar behoedde voor die eindeloos lange nacht; De mensen weten niet in welke nood ze zich bevinden en ze willen ook aan uw terechtwijzingen geen geloof schenken; Maar Mijn laatste ingreep kan hen toch nog tot bezinning brengen wanneer ze beseffen dat uw woorden waarheid waren, die dan bij hen weer in herinnering terugkeren en niet meer zonder indruk blijven.
Laat daarom geen gelegenheid voorbijgaan, vrees de spot of de onwil van uw medemensen niet, denk steeds daaraan dat u al in het licht van de dag staat en dat u de duisternis niet meer hoeft te vrezen, wat er ook komen mag, maar dat dezulken een onuitsprekelijk kwellend lot te wachten staat, wanneer het niet lukt ook hen uit hun doodsslaap wakker te schudden; Liefde en medelijden moeten u bewegen steeds weer in Mijn Naam te spreken, maar u moet nooit geloven al genoeg te hebben gedaan, want zolang deze aarde nog bestaat, moet er ook nog om de zielen worden geworsteld, dat ze niet aan de macht van Mijn tegenstander ten onder gaan.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte