Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6740
6740 De uitwerking van valse leren - Bestrijden
18 januari 1957: Boek 72
Een valse leer kan eindeloos veel dwaalleren of opvattingen ten gevolge hebben, wanneer ze niet wordt rechtgezet, voordat ze haar verwoestende werking kan uitoefenen. Want een verkeerde leer, het doet er niet toe op welk gebied, is steeds het werk van Mijn tegenstander, die daardoor de mensenwil winnen wil en ervoor wil zorgen, dat ze niet in staat zijn de waarheid in te zien. Maar wat van de tegenstander uitgaat, kan nooit een goede of onschadelijke uitwerking hebben. Alleen daarom probeer Ik u steeds weer de waarheid toe te voeren, omdat op een andere manier een dwaalleer niet kan worden bestreden. Ik ga er dus ook nooit met geweld tegen in, maar maak het voor ieder mens mogelijk zo’n verkeerde leer te onderkennen en ze door de waarheid te verdringen. Wanneer u, mensen, nu van de verwoestende werking ervan op de hoogte bent, zult u ook begrijpen, waarom Ik Mijn lichtdragers steeds weer opdraag, zonder schroom op te treden tegen alles, wat niet volgens de waarheid is.
Ik kan wel consideratie hebben met mensen, die totaal onwetend zijn, die - in goed geloof juist te handelen - achter de dwaling staan, omdat ze deze voor waarheid houden. Maar Ik weet ook, wie in staat is tot een beproeving en wanneer Ik deze nu de mogelijkheid geef, zich bezig te houden met de geestelijke leer die hem werd aangeboden, wanneer Ik hem de waarheid doe toekomen en hij hier dus de dwaling tegenover kan stellen, dan moet hij deze gunst ook benutten. En dan kan Ik tegenover hem niet meer toegeeflijk zijn, wanneer hij desondanks aan de dwaling vasthoudt en de waarheid niet aanneemt. Want alleen de waarheid kan zegen voor zijn ziel opleveren, een dwaalleer daarentegen kan zijn ziel geen vooruitgang brengen, doch de graad van liefde van een mens voor Mij zal worden beoordeeld, waarin hij aan een valse leer gevolg geeft. Nochtans moet hij de waarheid aannemen en wanneer dit niet in het leven op aarde gebeurt, dan in het rijk hierna. En al naar gelang de graad van licht, waarin hij van hier weggaat, zal hij dwaling en waarheid daar kunnen inzien in kortere of langere tijd. Maar alleen de waarheid kan hem gelukkig maken.
Maar lukt het de lichtdragers al op aarde een valse leer te brandmerken en deze door de zuivere waarheid onschadelijk te maken, lukt het hen Mijn tegenstander als oorsprong van een leerstelling aan te tonen, dan is er onvoorstelbaar veel gewonnen, omdat tegelijkertijd ook alle uitwerkingen van die leer worden ingezien en omdat de mens nu ook Mij en Mijn Wezen steeds duidelijker onderkent, Dat echter door verkeerde leerstellingen verborgen is of helemaal een verwrongen beeld van Mij oplevert. Want steeds zult u er aan moeten denken, dat Mijn tegenstander het wil verhinderen, dat u Mij ziet zoals Ik ben, om u ook te verhinderen Mij liefde te betonen en op Mij aan te sturen. IK, als de eeuwige Waarheid Zelf, kan dus door dwaling alleen maar verkeerd worden voorgesteld en er is een grote mate van liefde voor nodig om zich toch aan Mij te geven en zich van de dwaling niets aan te trekken. Maar deze liefde hebben slechts zeer weinig mensen en daarom is dus de dwaling een groot gevaar, want hij drijft toch de mensen in handen van Mijn tegenstander, zo de liefde zijn invloed niet verhindert.
De mensen nemen de waarheid lang niet ernstig genoeg, want het diepe verlangen ernaar zou hen snel laten inzien, waar de dwaling is binnengeslopen. Maar meestal nemen ze gedachtenloos alles aan, wat hen wordt voorgesteld als waarheid, ofwel ze wijzen alles af. De zuivere waarheid zou ingang vinden, als de mensen zelf deze nastreefden. Hun onverschilligheid tegenover de waarheid maakt het echter Mijn tegenstander mogelijk, binnen te dringen en verkeerde leerstellingen te verbreiden en dat het de bedoeling van Mijn tegenstander is, Mij tegen te werken, zal ieder duidelijk zijn. Dus moet ook het gevaar van zijn invloed en zijn werken door de mensen worden ingezien en mag men zich tegenover de dwaling niet tolerant opstellen, als hij als dwaling wordt ingezien en men in staat is en ook is opgedragen, er de de zuivere waarheid tegenover te stellen. Want Ik stuur alleen de waarheid naar de aarde, om de mensen te helpen vanuit het donker van de nacht in het licht van de dag te komen. En wie licht ontvangt moet zijn ogen niet op het duister richten, integendeel, hij moet zijn licht in deze duisternis brengen om ze te verjagen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte